| 20 |

91 5 1
                                    

"Zara!" riep Imran enthousiast en sloeg zijn armen om me heen.

Manar verloor haar evenwicht en viel op de grond.

Ik uitte een diepe zucht en hielp ze beide naar binnen.

Nadat ik de deur had gesloten, zag ik ze de woonkamer in struikelen.

Ik ging met mijn handen over mijn gezicht en voelde frustratie opkomen.

"Zara!" hoorde ik Imran plots schreeuwen als hij met paniek om zich heen keek. "Zara!"

Ik zetten mijn stappen voort en pakte Imran bij de arm als ik hem bijna zag vallen "Ik ben hier, Imran," mompelde ik geïrriteerd terug.

Hij hield mijn gezicht vast en keek me liefdevol aan. "Daar ben je." Een brede glimlach verscheen op zijn gezicht.

Ik keek op als ik Manar hoorde kokhalzen.

F*ck, het tapijt.

Ik kreeg de neiging om te grommen als ik moest denken aan het feit dat ik dat moest schoonmaken.

Met moeite liet ik Imran op de bank zakken en hurkte voor hem neer. "Ik ga eerst Manar helpen en dan breng ik jou naar de badkamer, oké?"

Imran leunde naar achter en staarde naar het plafond. "J-jij helpt a-altijd anderen eerst en d-dan pas mij."

Ik liet Imran praten en richtte mijn aandacht tot Manar die op de grond lag. Ik pakte een doekje uit de keuken en maakte haar mond schoon.

"Die dag- toen Faid me in elkaar sloeg," slurde Imran dronken. "Toen hielp je hem eerst." Zijn lippen huiverde. "Heb- heb je enig idee hoeveel pijn dat deed?"

Verbaasd, bleef ik op mijn plek bevroren. Ik wist niet dat hij zich daar zo over voelde.

"En- en toen kwam ik je opzoeken." Tranen bouwden op in zijn ogen. "En je liet me weer zitten voor Faid."

Een luide zucht verliet mijn mond als ik Manar naar de keuken trok. Ik waste daar haar gezicht schoon en ze liet een opgeluchte zucht. "Beter?" vroeg ik aan haar en ze knikte licht. Ik vulde een glas met water en hield het tegen haar lippen.

"Zara?" hoorde ik Imran vanuit de woonkamer roepen.

Ik negeerde zijn geroep en wachtte geduldig af tot Manar klaar was met drinken.

"Zara!" Zijn stem werd luider.

Manar trok haar mond van het glas vandaan, een teken dat ze klaar was en ik plaatste de glas in de afwasbak.

Met een arm om haar schouders, begeleidde ik haar naar de trap, richting een van de beschikbare kamers voor bezoek.

Ze schudde halverwege haar hoofd. "Ik wil op de bank slapen, Zara." Haar stem klonk zacht en was bijna niet te verstaan.

Ik knikte verrast en hielp haar op een lege bank.

Imran zwaaide met zijn armen in de lucht. "Zara?"

Uit de kast viste ik een warme deken voor in de winter en sloeg het over haar koude lichaam. Ze uitte een dankbare zucht en sloot haar ogen.

"Zaraaaa," slurde Imran en ik sloot mijn ogen van frustratie.

Ik ging voor Imran staan en trok aan zijn arm. Hij knipperde een aantal keer. "Zara?"

"Ja, Imran. Ik ben het." Ik sloeg zijn arm om mijn schouders en hielp hem overeind. "Kom."

Burn the truth (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu