| 36 |

77 5 1
                                    

Ik was zo geschokt dat ik niet eens tijd had om de deur te sluiten voordat ze langs me glipte en mijn huis binnenliep.

Ze nam plaats op één van onze banken en legde haar tas op de grond voor haar voeten.

Haar ogen landen op mij met een blik, die ik niet kon lokaliseren.

Het was niet neutraliteit.

Er was iets in haar ogen dat me deed verschuiven onder de druk.

"W-wilt u wat drinken?" vroeg ik met een hard bonkend hart.

Ze hief haar linker wenkbrauw. "Water is prima."

"Ik kom eraan," mompelde ik in een poging mezelf te verontschuldigen voor dit koude atmosfeer. 

Mijn benen versnelde mijn lichaam over de donkere houten vloer naar de witte keuken. 

Ik liep al snel de keuken in, sloot de deur achter me dicht en uitte een diepe zucht die ik onwetend had vastgehouden.

Waarom is ze hier aanwezig?

Ik opende de kraan licht en plensde wat water over mijn gezicht voor ontspanning.

Met vallende druppels vanuit mijn gezicht leunde ik tegen het toonbank en staarde recht in de wasbak.

Het dichtstbijzijnde handdoek gritste ik naar me toe en droogde mijn druipende gezicht ermee af.

Ik slikte een brok weg en knikte een paar keer achter elkaar voor moed.

Je kan dit!

Mijn longen haalden diep adem toen mijn hand zich om een ​​koel glas van de witte bovenkasten wikkelde. 

Ik vulde het glas met kraanwater voordat ik een slok nam.

Ik voelde me niet angstig, alleen ongemakkelijk en nerveus. 

Ze was niet bepaald tevreden over mijn en Imran's huwelijk.

Toen ik voelde dat mijn keel was gekalmeerd, plaatste ik de beker voorzichtig op het marmeren eiland voordat ik een ander glas uit de kast haalde en vulde met water.

Ik plaatste de glas op een dienblad en liep daarmee weer naar de woonkamer. Daar aangekomen, negeerde ik de ogen van Lidia en legde de glas voor haar neer.

"Dankjewel," hoorde ik haar tot mijn verbazing mompelen.

Ik knikte verrast en ging op de bank tegenover haar zitten met de dienblad over mijn schoot.

Een korte stilte volgde.

Als ik de stilte niet meer aankon, vroeg ik, "Wat doet u hier?"

Ze keek me beledigd aan. "Dit is de huis van mijn zoon. Ik kan hier komen wanneer ik wil."

Ik beet op mijn lip en keek weg. Foute zet, Zara.

"Nu de tijd om is, wil ik dat je het huis verlaat, Zara."

Mijn ogen flitsten naar die van Lidia. "Wat?"

Ze rolde met haar ogen. "Je moet het huis uit, Zara."

Ik verstrakte mijn greep over de dienblad. "Dit is ook mijn huis, Lidia."

Een luide lach verliet haar mond als ze naar achter leunde. "Je- je dacht toch niet dat Imran voor altijd met jou zou blijven?" vroeg ze spottend.

Burn the truth (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu