| 64 |

36 3 0
                                    

Ik roerde langzaam met een houten lepel in de hete pan terwijl ik levenloos voor me uitkeek.

Het geluid van de doorklink liet me het fornuis zachter zetten en een sprintje naar de voordeur trekken. "Heb je haar gevonden?" vroeg ik, zodra ik de deur had geopend.

Mijn hart voelde ik sneller kloppen als ik Imran hoopvol aankeek.

Zijn sombere blik verraadde zijn antwoord.

Teleurgesteld, liep ik naar de bank waar ik mezelf liet zakken. Met mijn handen ging ik door mijn haren als ik mijn tranen probeerde tegen te houden.

Maar vergeefs.

Het stille ruimte werd al snel vervuld door mijn gesnik en de tranen, die natuurlijk niet te vergeten waren, begonnen langzaam over mijn wangen naar beneden te stromen.

Waar ben ik mee bezig?

Ik verblijf nog steeds in het huis van Imran. Waarom? Omdat ik niemand anders heb. Faid en ik hebben nog steeds ruzie en Esma ligt in het ziekenhuis.

Twee paar koude handen hielden mijn wangen vast. "Wij zullen haar vinden, Zara," probeerde Imran mij gerust te stellen.

Ik schudde snikkend mijn hoofd en haalde zijn handen van mijn gezicht af. "Wij zijn inmiddels een week verder en er is geen enkel spoor van Ela."

Angst was als een blok in mijn borst genesteld. Wetend wat Rayan in staat is, liet mij vrezen voor Ela's leven.

Imran fronste. "Zeg dat niet-"

Ik draaide mij van hem weg. Ik kon hem niet aanhoren. Zijn gezicht liet mij herinneren aan de ontdekking die Esma had gedaan.

Een zucht verliet Imran's mond. "Heb je al wat gegeten?" vroeg Imran na een lange stilte.

Ik hield me stil.

"Zara, je moet wat eten-" Zijn luide ringtoon onderbrak hem. Ik zag hem vanuit mijn ooghoek naar de eettafel lopen en opnemen. "Faid?"

Dat trok mijn aandacht.

Ik draaide me verrast om. Faid die Imran opbelt? Waarom? Wat is er aan de hand?

"Wij komen er aan," mompelde Imran voor hij ophing en mij ernstig aankeek.

Mijn vingers begonnen langzaam te trillen. "Wat is er gebeurd?"

"Samira gaat bevallen."

~

"Zara!"

Ik keek achterom waar ik Imran hijgend naast me zag staan.

"W-wat?" vroeg ik gehaast als ik de liftknop indrukte.

Zijn blik viel op mijn uitgestoken buik. "Niet rennen."

Ik rolde met mijn ogen en drukte nog een keer op de knop.

Een opgeluchte zucht verliet mijn mond als de liftdeuren open gingen en ik versnelde me naar binnen.

Stilte heersde in de lift als ik ongeduldig wachtte op het moment de lift de 5e verdieping zou bereiken.

Burn the truth (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu