~17~

96 7 4
                                    

De volgende dag hoor ik mijn wekker gaan. Ik sta op en kijk in de spiegel. Ik lijk wel een geest, mijn gezicht zo wit. En ik heb groenblauwe wallen onder mijn ogen. Ik heb helemaal geen zin om naar school te gaan. Ik klim weer terug ik mijn hangmat, en ik rol me in de dekens. Nannie loopt mijn kamer binnen. 'Hey lieverd. Je moet naar school, schiet je wel een beetje op?' zegt ze. 'Ik wil niet naar school. Ik lijk wel een spook. Bel maar naar school dat ik niet kom.' murmel ik van onder de dekens. 'Kijk Tailor, ik snap dat je even geen zin hebt om naar school te gaan. En ik snap dat je Marcus niet wil zien, maar je kan toch niet het hele schooljaar in je bed blijven liggen door zo' n sukkel?' zegt ze met een glimlach. 'Nou, let maar eens op. Ik ga gewoon in winterslaap.' murmel ik vastberaden terug. 'Dus jij,  laat je zo op je kop zitten? Die jongen weet echt niet wat hij mist. Maar van jou had ik dit niet verwacht, ik dacht altijd dat jij alles aankon? Dat jij niet bang was, voor niets en niemand niet? Nou ja, jammer. Blijf dan maar liggen, in je winterslaap. Ik bel school wel.' Dan schiet er een gedachte in mijn hoofd. Inderdaad, ze heeft gelijk! Ik ga me toch zeker niet laten tegenhouden door zo'n snotjoch? Hij weet niet wat hij mist. 'Wacht! Ik ga wel naar school!' roep ik dan.

Ik spring uit mijn hangmat, en trek mijn mooiste kleding uit mijn kast. Ik loop naar de badkamer, en was mijn gezicht. Ik kleed me aan, en kam mijn haar. Ik laat het zoals altijd los hangen, zodat niemand mijn oren ziet. Maar in plaats van een sweater doe ik vandaag een shirtje aan. Ik doe wat mascara op mijn wimpers, en een lichtrode lippenstift op mijn lippen. Ik kijk naar mezelf in de spiegel. Ik zie er goed uit, al zeg ik het zelf. Ik loop naar beneden, en eet snel wat brood. Ik loop weer naar boven, en nadat ik mijn tanden heb gepoetst, ga ik dan eindelijk naar school.

Eenmaal op school zet ik mijn fiets in de stalling. Esmee en Kat komen naar me toe gerent. 'Hey gurl! Wat heb jij gisteren gedaan?' vraagt Esmee vrolijk. 'Ik heb gekust.' floep ik er plotseling uit. 'Wat? Met wie?' vraagt Kat lachend. 'Met Marcus..' zeg ik down. 'Ik wist het  wel! En? Hebben jullie nu wat?' vraagt Esmee enthousiast. 'Nee.' Dan kan ik mijn tranen niet langer bedwingen. Ze stromen weer over mijn wangen. 'O nee! Wat is er gebeurt!' Esmee slaat haar armen om me heen. Tussen mijn  snikken door leg ik ze uit wat er is gebeurt. 'Wat zei hij?!' zegt Kat fel. 'Dat je een freak bent?! Hoe durft hij!' tiert ze. 'Jeetje..' stamelt Esmee ongelovig. Dan komt Marcus de fietsenstalling in. Hij ziet ons staan en wil snel wegfietsen, maar hij is te laat; Kat heeft hem al gezien. 'Hier komen jij! Stuk verdriet!' roept ze. 'Kat... Laat maar....' mompel ik terwijl ik de tranen van mijn wangen veeg. Maar ze luistert niet. Marcus wil alweer op zijn fiets stappen, maar Kat is sneller. Ze snelt naar hem toe, en pakt hem bij zijn shirt. 'Kijk gast, jij hebt mijn vriendin haar hart gebroken, en dan pik ik niet. Jij breekt haar hart, dus ik breek jouw gezicht.' sist Kat. Ik zie Marcus hopeloos naar mij kijken, maar ik haal glimlachend mijn schouders op. 'Stop! Blijf van hem af!' gilt dan een bekende stem. Tiffany komt aansnellen met haar twee handlangers achter haar. 'Kan je het zelf weer niet aan? Laat je het maar weer opknappen door Kat?' sneert ze tegen mij. 'Moet je horen wie het zegt.' giechelt Esmee. 'Had je wat, nerd?' sist Diana. 'Tiffany, donder gewoon op.' zucht ik. 'Nee. Ik laat niet toe dat zo'n slet als jij mijn toekomstige vriendje afpakt.' gaat ze verder. 'Hoe noemde je haar?' roept Kat kwaad. 'Slet.' 'Technisch gezien ben ik geen slet.' zeg ik rustig. 'O nee?' zegt Tiffany, benieuwd naar wat ik ga zeggen. 'Nee. Ik draag geen cropt-tops, ik forceer mijn kont niet, en ik heet geen Tiffany mc Loren.' zeg ik rustig. Kat en Esmee moeten keihard lachen, maar ik zie dat Tiffany rood word van woede. 'Bitch!' gilt ze, en dan duwt ze me op de grond. Ik voel een pijnscheut door mijn arm, en ik kijk om me heen. Iedereen kijk me met open mond aan. Waar kijken ze toch naar? Maar dan weet ik het ineens. Mijn haar is door de klap naar achter geschoven, en mijn oren zijn daardoor ontbloot. 'Ieeel!' gillen Tiffany, Diana en Melinda. 'Gadver,Tailor is een alien!' gilt Diana. Ik blijf geschokt zitten, maar besef dan pas echt dat iedereen me ziet. Er komen steeds meer mensen bij staan... Ik krabbel omhoog, en ren op mijn super snelheid weg.

Ik vlucht naar de wc's en doe een hokje op slot. De tranen vloeien over mijn wangen. Iedereen vind me nu raar. En ze weten nog niet eens dat ik een staart heb. Ik ga naar een dierentuin.. Ik kan niet stoppen met huilen. 'Tailor? Ben je daar?' Marcus klopt op de deur van mijn hokje. Ik maak het hokje open, en storm eruit. 'Ga weg!' schreeuw ik. 'Ik moet je toch met rust laten? Ik denk toch dat iedere jongen mij leuk  vind? Ik ben toch te wanhopig en te dom om te zien dat dat niet zo is? Ik ben een freak, toch?' schreeuw ik huilend. 'Ik ben een monster! Ga bij me vandaan!' ga ik verder. 'Tailor...' zegt hij met tranen in zijn ogen. 'Dat meende ik niet, echt niet..' mompelt hij met een brok in zijn keel. 'Ga toch naar je vriendinnetje! Ga maar lekker naar Tiffany! Een normaal meisje!' roep ik huilend. 'Nu denkt iedereen dat ik een alien ben! Heb je nu je zin? Ben je blij dat je me nu helemaal kapot hebt gemaakt?' Dan komen Kat en Esmee plotseling binnen lopen. 'Gast! Heb je het nu nog niet begrepen? Donder op man!' tiert Kat. 'Ja! Jij hebt al genoeg kapot gemaakt!' vult Esmee haar aan. Marcus rent de wc uit, en ik vlucht snel weer terug in mijn wc-hokje. 'Kom eruit Tailor.' zegt Kat rustig terwijl ze op het hokje klopt. 'Nee. Ik ben een monster.' mompel ik. 'Dat is niet waar. Sinds wanneer trek jij je iets aan van Tiffany?' sust Esmee. Ik kom uit het hokje gestrompeld. Ik kan nog steeds niet stoppen met huilen. 'Ik snap het als jullie niet meer met mij om willen gaan.' mompel ik. 'Hoe kom je daar nou bij? Tuurlijk, we hebben een heleboel vragen, maar je bent toch gewoon Tailor? En wij zijn je vriendinnen.' zegt Kat. Ze slaan hun armen om mee heen, en geven me een knuffel. En ik kan alleen maar huilen. Van blijdschap.

TailorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu