Ik word wakker van het gepiep van mijn wekker. Ik spring uit mijn hangmat, en gooi mijn kleding kast open. Ik pak er een sweater uit, en een spijkerbroek. Ik vlecht mijn haar, en doe wat mascara op mijn wimpers. Ik loop naar beneden, en maak een broodje. Maar wanneer ik aan tafel wil ga zitten hoor ik iemand achter me kuchen. Nannie zit aan de eettafel, en ze lijkt niet zo vrolijk. 'O, goeiemorgen!' zeg ik overdreven blij, in een poging te doen alsof ik gisteren niet heb gespijbeld en gisteren niet veel te laat ben thuisgekomen. 'Wij moeten even praten.' zegt Nannie. Haar onverwoestbare glimlach is van haar gezicht verdwenen, en heeft plaatsgemaakt voor een mond die tot een strakke streep is getrokken. Ik ga zitten en probeer de schijn nog op te houden, ook al weet ik dat ze me allang doorheeft. 'Dus, waarom ben je zo vroeg op?' vraag ik. 'Omdat ik het even ergens over moet hebben met je.' zegt ze kil. 'Je mentor belde gisteren. Je was er uit gestuurd bij geschiedenis, en bent daarna niet meer gezien. Maar ik had gisteren mijn vrije middag, en je was ook niet hier. Ik heb je namelijk de hele middag en avond niet gezien.' zegt ze. 'Nu wil ik van jou weten; Waar was je? En waarom heb je gespijbeld?' vraagt ze. 'Eh, ik was bij een vriendin eten...' mompel ik als smoes. Ik wil haar nog niet de waarheid vertellen. Ik heb Dillon en Keena immers beloofd niets te zeggen over Singh en de Simhanadraja-clan. 'Dat kan niet. Ik heb Kat en Esmee gebeld, en ze zeiden dat ze je de hele dag niet hadden gezien. Je houd dingen voor me achter Tailor.' zegt ze. 'Ik wil de waarheid weten. Nú.' 'Maar, dat kan ik niet zeggen! ' roep ik wanhopig uit. 'Oké. Maar ik tolereer niet dat je spijbelt. Ik vind heel veel goed, maar dit gaat echt te ver. Je krijgt huisarrest.' 'Goed. Ik vertel het al. Maar je moet me niet onderbreken, en heel goed luisteren. Want het is een lang verhaal.'
Ik vertel Nannie alles, over Dillon en Keena, Singh, Xylia, Zira, Cleander, Corryn, Marcus en Xamm. 'Dit was dus de reden dat ik gisteren niet op school was.' leg ik uit. Nannie is eerst even stil, maar dan begint ze heel hard te lachen. 'Wat een goede grap is dat zeg! Ik moet zeggen, je hebt wel heel veel fantasie.' zegt ze lachend. 'Wat?' 'Kijk Tailor, ik snap dat je graag wilt weten wie je familie is, maar om dit als smoes te gebruiken is wel heel slecht van je. Hier trap ik echt niet in.' zegt ze nu iets bozer. 'Nu wil ik het echte verhaal horen. Was je met je vriendinnen shoppen? Of had je geen zin meer in de les? Heb je stiekem een vriendje waar je naartoe gaat onder schooltijd?' 'Wat? Waar heb je het over? Dit is het echte verhaal!' roep ik verontwaardigd uit. 'Tailor, als dit je manier is om onder je huisarrest uit te komen, dat gaat je niet lukken. Ik vind het heel erg dat je gespijbeld hebt, maar dat je ook nog tegen me liegt?!' roept ze boos terug. 'Wat! Geloof je me niet?' 'Ik geloof niet in die onzin Tailor. Een stad in het bos? Allemaal mensen die ook staarten hebben, en die zichzelf de Simhanadraja-clan noemen? Die Simha's heten, en Simhamukha spreken? Dat jij de dochter bent van het stamhoofd? Dat er een enorme boom is die Ghandafar heet? Hoor je hoe onzinnig dit klinkt?' roept ze. 'Je hebt wel heel veel fantasie moet ik zeggen, je zou er een boek over moeten schrijven!' 'Je gelooft me niet...' stamel ik. Ik voel tranen opwellen. Ik sta op van de tafel. 'Waar ga je naartoe?' vraagt ze verbaasd. 'Ik ga naar mijn ''verzonnen'' familie. Die geloven me namelijk wel.' zeg ik. 'Daar komt niets van in! Je hebt huisarrest!' zegt ze kwaad. 'Layla kom mee.' zeg ik, en ik til Layla op. 'Als je nu niet terugkomt, dan...' stamelt ze nadenkend. 'Dan kom je er niet meer in!' roept ze. Ik haal onverschillig mijn schouders op. 'Dan heb je niet eens een huis meer, naar wie wil je dan toegaan? Naar je zogenaamde familie in het bos?' 'Ja.' zeg ik, en dan loopt ik weg, met Layla op mijn arm. Ik trek de voordeur hard achter me dicht. En ik vertrek, naar mijn familie.
Ik kom al snel aan in het bos. Ik weet precies de weg. Ik loop rustig, ik heb toch alle tijd. Maar dan voel ik mijn telefoon trillen in mijn broekzak. Het is een berichtje van Marcus.
Marcus: Waar ben je? De lessen zijn allang begonnen, en ik heb je de hele ochtend al niet gezien?
U: Ik ben in Singh.
Marcus: Waarom?
U: Ruzie met Nannie. Zeg pls niets tegen iemand ok? Ik wacht op je bij de poort van Singh na school
Marcus: O. Wat erg voor je. Je hebt toch nooit ruzie met Nannie? Ik probeer na school te komen, maar k denk niet dat mijn pa het goed vind.. Ik heb ook een beetje gezeur. Ik heb hem nog niet verteld over Singh etc.
U: O ok. Ik hoop je te zien vanmiddag, dan kunnen we starten met onze Simhamukha lessen. Dan kan ik ook normaal met mijn ouders praten. Maar ze hebben aangeboden om Nederlands te gaan leren!
Marcus: Vet! Maar ik moet gaan, we hebben muziek. Wat moet ik op school zeggen? Dat je ziek bent?
U: Ja doe maar, ik heb een speciaal soort buitenlandse griep. Boslucht is het enige medicijn ;)
Marcus: Haha, ik zal het doorgeven ;D
U: Top, see you
Marcus: Bye
Ik klik mijn telefoon uit, en begin te rennen. Als ik aankom bij de rotsen kijk ik eerst om me heen of er iemand is. Als ik merk dat ik alleen ben loop ik door de poort. Ik loop door Singh, en word door iedereen begroet. Xylia komt als een gek op me afrennen, gevolgd door Xamm, Zira en Cleander. 'Tailor! Wat doe je hier? Je moest toch op school zijn?' roept Xylia verbaast. 'Tja, een beetje gezeur. Ik leg het jullie nog wel uit.' wimpel ik haar vraag af. 'Maar nu ben je hier! En we gaan lol maken!' roept Cleander vrolijk. 'Is dat je hondje? Wat een schatje!' roept Zira enthousiast. Xylia, Cleander en Zira beginnen meteen met het knuffelen van Layla. 'Wij moeten vandaag echt dringend samen kontjes spotten, bestfriend.' fluistert Xamm in mijn oor. Ik kan een giechel niet onderdrukken. 'Ik ben zo blij om hier te zijn jongens!' roep ik vrolijk terwijl ik ze allemaal een dikke knuffel geef. Ik heb zoveel geluk met vrienden als deze.
JE LEEST
Tailor
FantasyTailor is nieuw. En vreemd. Dat is wat iedereen altijd over mij denkt. Maar niemand weet wat ik écht ben. Zelfs ik weet dat niet helemaal. Je ziet niets aan me, ik heb een normaal gezicht, die vaak verscholen is in mijn capuchon. Maar toch ben ik n...