Xylia begint te rennen, en ik ren zo snel ik kan achter haar aan. Ze stopt bij een boom, en ik zie dat er een ladder tegen aan staat. Ze klimt omhoog, en ik volg haar. Eemaal boven in de boom zie ik dat er achter de takken een enorm boomhuis is. Xylia loopt naar de deur, en klopt aan. Ze zet een stap naar achter, en maakt een buiging. De deur gaat open, en er komen twee mensen uit. Een man, en een vrouw. Ze zien er heel belangrijk uit, echt als een koninklijk echtpaar. 'Xylia!' zegt de vrouw verrast. 'Kaltxì.' zegt de man vriendelijk tegen mij. 'Eh, Xylia, wat zegt hij?' vraag ik nerveus. 'Hij zegt hallo.' zegt ze lachend. 'Eh, Katislki.' mompel ik. 'Fitsenge, faketuan?' vraagt de vrouw aan Xylia. 'Xylia, aynga Kllfrio?' vraag ze iets dreigender. 'Srane.' zegt Xylia. 'Wat zeggen ze Xylia?' vraag ik nieuwsgierig. 'Dit hier, alien? En of ik verantwoordelijk ben voor het meebrengen van jou.' 'Ke tung!' roept de man. 'Fnu! Poe Nìayoeg! Nìn kxetse! Oe, Xylia, tsteu tsamsiyu zamunge ne'ìm hum 'ite.' zegt Xylia met een buiging. Ik sta er maar een beetje ongemakkelijk bij. 'Rustig! Zij zoals ons! Kijk naar staart! Ik, Xylia, dappere krijger breng terug verlaten dochter.' vertaald Xylia tussen neus en lippen door. Ik kijk de man en vrouw verbaast aan. 'Dillon, Keena, fi'u 'ite.' zegt Xylia, de reactie van Dillon en Keena peilend. 'Tailor, poe sa'nok.' wijst ze naar Keena. 'Tailor, poan sempul.' wijst ze daarna naar Dillon. Ze lopen op me af, en geven me een knuffel. 'Irayo.' zeggen ze allebei tegen Xylia. Ik veronderstel dat dat ''Bedankt'' betekent. 'Maar Xylia, ik kan helemaal niet met ze praten!' zeg ik paniekerig. 'Focus op je gedachten, dan komt het goed. Je kan ze gewoon je gedachten zenden, die worden in de baan van je gedachten vertaald in het Simhamukha. Dat betekent Leeuwen-stem, en dat is onze taal.' Ik focus op mijn gedachten, en probeer te sturen dat ik heel blij ben om ze weer te zien. Lieve dochter...Wij zijn ook ontzettend blij, we kunnen je eindelijk weer 'ampi... Dat betekent aanraken in het Simhamukha.... Ik glimlach, en druk mijn ouders nog steviger tegen me aan. 'Jeetje! De zon komt al op!' roept Xylia dan plotseling. Dillon en Keena kijken haar vragend aan. 'Tsawke!' zegt Xylia, en ze wijst naar de zon die inmiddels boven de horizon uit komt. 'Shit! Dan moet ik gaan! Mijn school begint straks, en Nannie mag niet weten dat ik weg ben!' roep ik in paniek. 'Rustig, Tailor. Ga maar snel naar huis. Ik zal wel even snel aan Dillon en Keena uitleggen wat er aan de hand is. Kom gewoon vanmiddag terug!' zegt Xylia met een glimlach. 'Oke... Maar hoe ben ik snel genoeg thuis zonder dat iemand het doorheeft?' 'Zeg Tailor, je hebt toch super snelheid! Maak daar vooral gebruik van!' Xylia vertaald aan Dillon en Keena wat er aan de hand is, en ik neem snel afscheid. Ik klim weer van de ladder af naar beneden. Ik zwaai nog even naar Xylia en mijn ouders en dan ren ik de koele avondlucht in.
Niet veel later kom ik thuis aan. Ik klim het dak op, en sluip via mijn raam mijn kamer. Ik kleed me om, en draai mijn haar in een knot. Ik pak mijn schooltas die ik eerder vanavond al in had gepakt, en loop naar beneden. Wanneer ik mijn brood aan het smeren ben komt Nannie naar beneden. 'Hey lieverd. Moet ik je nog helpen met brood smeren, of red je het alleen? Ik kon gisteravond totaal niet slapen, dus ik zou graag nog even naar bed gaan als het even kan.' zegt ze geeuwend. Ik besluit om niets tegen Nannie te zeggen over Dillon, Keena en Xylia.'Nee hoor, niet nodig. Ik ben al klaar, en ik ga zo zelf naar school dus je kan wel terug naar bed.' zeg ik glimlachend. 'Je bent een schat. Veel plezier op school vandaag lieverd.' En dan verdwijnt ze weer naar boven. Ik poets snel mijn tanden, en stap dan op mijn fiets naar school.
Eenmaal op school aangekomen, zet ik snel mijn fiets in de stalling. Ik loop naar binnen, waar Kat al staat te wachten. 'Hey! Wat zit je haar leuk!' zegt ze vrolijk. Even later komt Esmee ook naar ons toe gelopen. 'Jongens, ik moet jullie iets vertellen.' zeg ik ernstig. 'Wat, plas je nog in je broek?' vraagt Kat lachend. 'Of eet je uit je neus?' grapt Esmee. 'Nee jongens. Even serieus.' zeg ik geïrriteerd. 'Ik denk dat ik mijn famillie gevonden heb.' zeg ik, hun reactie peilend. 'Echt! Maar dat is geweldig!' roept Esmee uit. 'Zijn ze hetzelfde als jij?' wil Kat meteen weten. 'Ja. Ze zijn precies hetzelfde. Ze hebben een ander volk, en een hele andere cultuur. Ik kan niet zeggen waar ze wonen, want dan komen ze misschien in gevaar, maar ze zijn echt fantastisch. Xylia heeft me voorgesteld aan mijn ouders, en ze gaat me ook Simhamukha leren, dat is hun taal.' zeg ik vrolijk. 'Ongelofelijk.' gaapt Esmee me aan. 'Fucking vet!' zegt Kat enthousiast. Als de bel gaat lopen we naar ons klaslokaal, nog aan het na kletsen over wat ik allemaal heb meegemaakt.
We gaan snel op onze plaatsen zitten, want we zijn eigenlijk al iets te laat. Ik klets een beetje met Kat, totdat ons gesprek ruw word onderbroken door meneer van Stoffelen. 'Oke, Tailor, nu heb ik er genoeg van! Ga jij maar even op de gang huiswerk maken!' Ik pak zuchtend mijn tas, en loop naar de gang. Ik ga aan de tafel zitten, en gooi mijn tas op de grond. Ik heb echt geen motivatie om huiswerk te maken, en ik krabbel wat in mijn schrift. Ik teken een kat, en persoonlijk vind ik hem heel grappig. Dan hoor ik ineens dat er iemand naast me komt zitten. Ik kijk opzij, en zie dat het Marcus is. Hij lijkt echt heel down. Ik weet wat hij allemaal heeft gedaan, en ik heb het hem nog zeker niet vergeven, maar dit vind ik toch wel een beetje zielig. En ik weet dat ik diep in mijn hart nog steeds van hem hou. Er schiet een gedachte door mijn hoofd die me een beetje doet glimlachen. Ik schrijf wat om de tekening heen, en schuif mijn schrift naar Marcus toe. No bad thoughts, not today motherfucker staat er omheen. (Zie de bijgevoegde afbeelding). Ik kijk naar hem, peilend wat hij ervan vind. Maar dan lacht hij. Een geweldige, mooie, schattige, prachtige, leuke, echte lach.
JE LEEST
Tailor
FantasyTailor is nieuw. En vreemd. Dat is wat iedereen altijd over mij denkt. Maar niemand weet wat ik écht ben. Zelfs ik weet dat niet helemaal. Je ziet niets aan me, ik heb een normaal gezicht, die vaak verscholen is in mijn capuchon. Maar toch ben ik n...