~21~

95 9 4
                                    

Om half 12 gaat mijn wekker, en ik druk hem meteen uit om te voorkomen dat Nannie wakker word. Ik sluip uit mijn bed, en kleed me snel om. Ik trek de zwarte trui over mijn hoofd, en schiet de zwarte broek aan. Ik pak mijn zaklamp, en sluip naar beneden. Ik stop de brief in mijn zak, en ik pak een mueslireep uit de la. Je weet maar nooit. Ik pak ook het Zwitserse zakmes van Nannie, voor noodgevallen. Dan loop ik zachtjes naar buiten. Ik heb mijn raam op een kier gezet, zodat ik sowieso het huis weer in kan. Ik trek de deur achter me dicht, en adem de nachtlucht in. Ik ga. Ik ga echt.

Niet veel later ren ik door het bos. Mijn hoofd is helemaal leeg. Ik ren, zo hard ik kan. Ik haak mijn staart aan een boom, en slinger verder. Dan zie ik het weer. De schim. De vreemdeling  die me de brief heeft gegeven. Ik spring uit de boom, en ren op supersnelheid achter de schim aan. De schim stopt met rennen op een grote open plek in het bos.  Ik dacht dat ik de vreemdeling onopvallend had achtervolgd, maar dan hoor ik weer een gedachte in mijn hoofd. Tailor... Je bent er.. We verwachtten  je al.. 'O, ehm, hallo!' Stotter  ik alsof ik net niet als een of andere James Bond achter de vreemdeling aan ben geslopen. 'Maar ik moest hier heen komen, ik zou uitleg krijgen?' Herpak ik mezelf snel. Je hebt het geheim van de brief ontcijferd? Mooi... De vreemdeling komt op me af, en pakt mijn hand.Het bekijkt mijn oren, en mijn tanden. ''Het'' knikt. De goede... De verlorene.... De vreemde doet een stap naar achter. Hij of zij pakt de randen van  zijn of haar capuchon, en zet hem af. Het is een meisje, met een grote rode vlecht. Ze heeft precies dezelfde oren als ik, en wanneer ze lacht zie ik dat ze ook dezelfde tanden heeft. Ik kan alleen maar verstomd naar haar kijken. 'Je hoeft niet zo te staren hoor. En je kan gerust dichterbij komen, ik bijt niet.' zegt ze dan ineens. 'Kom.' zegt ze met een glimlach. Ik volg haar, helemaal gebiologeerd, van het feit dat ze hetzelfde is als mij.

Als we een tijdje samen wandelen kan ik pas weer wat uitbrengen. 'Eh, Mag ik vragen hoe je heet?' vraag ik stamelend. 'Ik heet Xylia. Dat staat voor  ''Zij uit het bos''. ' zegt ze met een glimlach. 'I-ik heet Tailor.' stotter ik. 'Dat weet ik.' 'Hoe kan het dat jij alles van me weet? Wie ben jij? Wat is die brief? Ben jij hetzelfde als ik?' vraag ik dan als een waterval van woorden achter elkaar. 'Ik ben dus Xylia, en ik hoor bij de Simhanadraja-clan. Ik weet alles van je, omdat jij hetzelfde bent als ons allemaal. Jij bent de verlorene waar we jaren op hebben gewacht.' zegt ze met een glimlach. 'Wat? Ik snap er helemaal niets van! Ik zou toch uitleg krijgen?' 'Goed, ik zal het je nog een keer uitleggen.' zegt ze zuchtend. 'Een heleboel jaren geleden kregen het clanhoofd, Dillon, en de clanmoeder Keena een dochter. De leden van de Simhanadraja-clan zijn al vele jaren verborgen in de bossen, en we komen zelden naar buiten. Maar die ene dag moesten we wel. Er waren jagers in het bos, en we zijn naar de buitenwereld gevlucht. De meesten van ons konden zich wel verbergen, en verstopten hun eigenaardigheden in hun kleding. Maar een buitenstaander op straat zag de staart van Keena, en toen was ze de klos. Er waren mensen die haar neer wilden schieten, en voor veel geld aan een dierentuin wilden verkopen. Ze wilden haar allemaal hebben, alleen maar om het geld. Maar Dillon liet dit niet gebeuren, en nam het  voor Keena op. Het werd heel gevaarlijk, omdat iedereen haar wilde hebben, koste wat het kost. Uiteindelijk zijn ze beschoten, en zijn ze weggerend. Keena had haar dochter nog vast, en wilde haar beschermen. Ze rende een steegje in, en legde haar dochter daar neer. Ze wilde dat haar dochter veilig was. Ze rende weg, samen met Dillon. Het was een verschrikkelijke dag. Veel clanleden konden niets doen, omdat we dan allemaal gepakt zouden worden. Sinds die dag is er niemand meer uit het bos gekomen.' zegt Xylia met een ernstig gezicht. 'Wat is er met de dochter gebeurt?' vraag ik nieuwsgierig. 'Tailor.. De verloren dochter... Dat ben jij..' 'Wat!' Ik voel mezelf boos worden.'Dus mijn ouders hebben al die jaren niets om me gegeven, ze hebben me gewoon achter gelaten?' roep ik uit. 'Nee, dat is niet waar. Keena en Dillon zijn later nog met een paar krijgers op zoek gegaan naar de verloren dochter, maar tevergeefs. Je was al weg. Dillon en Keena hebben heel erg lang gehuild en hebben er heel veel moeite mee gehad dat je weg was. Maar na een paar jaar hebben ze het proberen te verwerken.' zegt Xylia verdedigend. 'O... Ik had gewoon altijd het idee..' mompel ik. Ik voel tranen achter mijn ogen opwellen. 'Dat mijn ouders niets om me gaven. Dat ze me gewoon hadden achter gelaten.' Barst ik dan snikkend uit. 'Dat is niet waar. Je ouders geven ontzettend veel om je.' zegt ze troostend. 'Maar hoe hebben jullie me dan gevonden?' vraag ik terwijl ik mijn tranen afveeg. 'Ik was aan het jagen in het bos, toen ik je voorbij zag rennen. Ik wist gewoon dat jij het moest zijn. Ik klom in een boom, en heb je vanuit daar bekeken. Toen ben ik snel terug gegaan en heb ik Dillon gewaarschuwd. We zijn meteen naar je gaan zoeken.'  'Waar wonen jullie dan? Want ik heb jullie echt nog nooit gezien.' vraag ik nieuwsgierig. 'We wonen achter de grote reuzen rotsen. Alle mensen denken dat ze daar niet verder kunnen, dus lopen ze weg.  Maar ze weten niet dat onze hele samenleving er achter ligt.'

Dan begint ze ineens te rennen. Ik ren zo hard als ik kan met haar mee, en haal haar zelfs een keer in. Niet veel later stopt ze. 'Je bent echt snel!' zegt ze verbaasd. 'Anyway, we zijn er.' Xylia loopt naar de rotsen toe, en dan verdwijnt ze achter de struiken die aan de zijkant groeien. Ik volg haar, en zie dan pas dat er achter  de struiken een opening in de rotsen is. Ze doet wat takken opzij, en loopt dan tussen de rotsen door. Ik loop gewoon achter haar aan, en zie dan dat er aan de andere kant inderdaad een hele samenleving is.  Er ligt een groot meer, en er zijn een paar huizen op de grond en in de bomen. Overal zie je mensen vrolijk zwemmen, vissen en plezier maken. Iedereen groet elkaar met een grote glimlach, en ze zien er allemaal intens gelukkig uit.  Ik ben hier nog geen twee minuten, maar ik voel me nu al thuis.

TailorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu