~01~

131 8 0
                                    

Ik klap mijn dagboek dicht, en leg hem onder mijn kussen. Dan spring ik uit bed, en pak mijn tekenspullen. Ik houd ervan om buiten te tekenen, dan krijg ik veel inspiratie.  Nannie woont best wel in the middle of nowhere, en ze heeft een enorme tuin. Dat is heel fijn, want zo ziet niemand mij hoe ik echt ben. Thuis kan ik echt mezelf zijn, en kan ik mijn staart overal voor gebruiken. Ik gris mijn oortjes van mijn bureau, en  ik gooi mijn raam open. Dan klim ik voorzichtig op het grote rieten dak. Ik ga op mijn hurken zitten, klaar om te springen. Ik zet af, en grijp met mijn staart naar de enorme treurwilg die in de tuin staat.

Het lijkt niet eens meer op een tuin, meer op een park, zo groot is het. Nannie heeft ook een vijver in haar tuin, met allerlei dieren en vissen. Ik klem mijn staart om een van de takken, en ga in de treurwilg zitten. Ik kijk om me heen, en zie tussen de bladeren een vogelnestje. Ik weet meteen wat ik wil gaan tekenen, en ik zet een paar schetslijnen. Ik zet Without you, van Avicii op, en zing zachtjes mee. 'You said you'd follow me anywhere.But your eyes tell me you won't be there. I've gotta learn how to love without youuu..' De tekening is bijna af, maar net wanneer ik mijn laatste lijntjes wil zetten, hoor ik mijn naam. 'Tailor! Kom, ik ga even naar het bos met Layla!' Layla is het kleine teckeltje van Nannie. Ik heb haar 2 jaar geleden met Nannie uitgezocht. Ik spring uit de boom, en land op mijn hurken. 'Ja leuk!' Nannie schrikt op. 'Kind! Laat me toch niet altijd zo schrikken! Hoe jij uit die boom springt, mijn hemel!' Ik glimlach. 'Ik kom toch altijd op mijn benen terecht, dat weet je toch.'

Even later lopen we samen in het bos, vlakbij ons huis. Ik hou van het bos, ik kan er zo hard rennen als ik wil, en door de bomen slingeren. Ik zie er dan wel redelijk uit als een normaal meisje, maar ik kan veel harder rennen dan alle mensen die ik tot nu toe ontmoet heb. Ik kan ook heel goed klimmen, en ruiken. Alleen ik moet me altijd overal beheersen. Iedereen zou het heel raar vinden als ik zomaar door de bomen zou slingeren. Dus ik verstop mijn staart altijd onder mijn kleding, en mijn gezicht gaat vaak schuil achter mijn capuchon. Ik heb weliswaar een normaal gezicht, maar ik wil niet dat mensen dichtbij komen. Ik wil niet dat mensen iets van me weten, of ik iets van hen. Ik zou  soms het liefst onzichtbaar zijn. Dat zou alles veel makkelijker maken.

Ik slinger door alle bomen in het bos, en laat me soms even vallen, om daarna weer heel hard weg te rennen. Maar als ik weer eens in een boom zit , zie ik ineens een schim langsrennen. Vreemd.... Het lijkt wel alsof die schim net zo hard rent als ik. Maar dat kán niet. Niet om op te scheppen, maar geen mens is zo snel als ik. Ik spring uit de boom, en ren op mijn allersnelst achter de schim aan. Ook al is hij snel, ik ben nog altijd sneller. Ik snijd de schim af, waardoor hij wel móét stoppen. Het is een jongen. Maar dat kan helemaal niet! Geen enkele normale jongen is zo snel als ik. 'Wat ben jij?' vraag ik verbaast. Ik verstop mijn gezicht zoals altijd weer snel in mijn capuchon, en ik krul mijn staart op achter mijn jas.  'Ehm, een mens, zoals iedereen. Als je mij nu even wilt excuseren, ik was net bezig met mijn hardlooprondje.' stamelt hij nerveus. Dan rent hij weer op topsnelheid weg, en laat hij mij verbaast achter. Maar ik heb het gezien. Hij had er ook een. Een staart.  Net zoals ik.



TailorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu