Ik zit een tijdje bij Nannie, als de verpleegster binnen komt. 'O, hallo!' zegt ze verrast. 'Ik ben Tailor stel ik mezelf voor. 'Aangenaam kennis te maken. Ik ben Eva.' zegt de verpleegster met een glimlach. 'Ik vind het heel jammer, maar ik moet Nannie meenemen. We gaan onderzoeken hoe de hartaanval heeft kunnen gebeuren. En dat moet zo snel mogelijk , want Nannie is heel zwak. Ze heeft moeite met ademhalen, en ze kan slecht praten zoals je ziet.' legt ze uit. 'Ja, tuurlijk. Ik ga wel even wat te drinken halen en zo.' mompel ik. 'Weet je zeker dat je hier zo lang wilt blijven? Het kan best even duren?' 'Nee, ik blijf in het ziekenhuis. Ik wil het weten wanneer er nieuws is.' zeg ik vastberaden. 'Oke, prima. Ik zal het doorgeven.' zegt ze met een glimlach.
Ik loop de gang door en kijk een beetje rond. Voor een ziekenhuis ziet het er echt heel netjes uit. De deuren zijn in alle kleuren van de regenboog geschilderd, en dat maakt het tot een heel vrolijk geheel. Maar omdat ik zo aan het rondkijken ben, zie ik niet wie me tegemoet lopen. Dan voel ik plotseling een klap tegen mijn schouder, en een seconde later lig ik op de grond. Ik kijk omhoog, en wil degene die tegen me aan is gelopen eens goed de waarheid zeggen, maar dan kijk ik in de allermooiste ogen die ik ooit heb gezien. 'O sorry... Ik zag je niet..' mompelt hij. 'Eh, maakt niet uit. I-I-Ik moet gaan.' stotter ik. Hij helpt me omhoog, en zonder hem verder nog aan te kijken loop ik de gang uit.
Ik loop de hoek om, en loop naar het restaurant. Ik loop naar de balie, en bestel mijn drinken. 'Ik wil graag één Vanilla Latte en een Cheesecake alstublieft.' 'Tuurlijk, komt eraan!' zegt de vrouw vriendelijk. Ik loop naar een vrije tafel en ga zitten. Ik plug mijn oortjes in, en zet Spotify aan. Na een paar minuten komt de restaurant medewerkster mijn Vanilla Latte en mijn Cheesecake brengen. Ik bedank haar vriendelijk, en neem een flinke slok van mijn Latte. Ik scroll een beetje door mijn Instagram, schrijf wat op Wattpad, en maak wat selfies voor Snapchat als ik ineens een hand voor mijn gezicht zie zwaaien. Ik kijk op, en mijn ogen kijken weer in dezelfde blauwe ogen die ik daarstraks ook al tegenkwam. Ik doe één oortje uit, en kijk hem vragend aan. 'Hai? Wat is er?' vraag ik verbaasd. 'Is deze plaats nog vrij?' vraagt hij met een glimlach. 'Ja hoor, je mag die stoel wel hebben, er komt toch niemand meer.' zeg ik schouderophalend. 'Dat vroeg ik niet. Ik vroeg of deze plek nog vrij was.' zegt hij lachend. Ik kijk hem vragend aan. 'Wat bedoel je?' 'Mag ik bij je zitten?' vraagt hij glimlachend. 'Eh, ja. Sure.' Ik haal mijn voeten van de stoel tegenover me, zodat hij daar kan gaan zitten. 'Dus, waarom ben je hier?' vraagt hij. 'Mijn moeder heeft een hartaanval gehad. Ik ben bij haar op bezoek. Ze zijn nu onderzoek aan het doen hoe dit kon gebeuren. En jij? Waarom ben jij hier?' vraag ik hem. 'Ik heb Migraine. Ze hebben wat testen gedaan om te kijken in welke periodes ik Migraine aanvallen heb. En ik heb mijn nieuwe medicijnen gekregen.' verteld hij. 'Migraine? Dat is toch gewoon hoofdpijn?' vraag ik verbaasd. 'Dat is echt een enorme kutopmerking.' zegt hij geïrriteerd. 'Hoezo? Ik snap niet waarom je je zo aanstelt. Het ís toch gewoon hoofdpijn? Waarom moet je daar per se zo'n moeilijk woord voor gebruiken? Aanstelleritis, dat heb jij.' kaats ik geïrriteerd terug. Wat een aansteller zeg. Hoofdpijn heeft iedereen wel eens. Deal with it. Hij zend me een kwade blik toe, en zonder nog iets te zeggen staat hij op. Voordat hij wegloopt kijkt hij me nog even gekwetst aan. Shit, heb ik dat gedaan? Maar ik besef het te laat, want hij loopt al weg. 'Nee, wacht! Jongen!' roep ik gestrest. 'Kom terug!' Ik ren achter hem aan, en grijp hem bij zijn hand. 'Laat me los!' roept hij geïrriteerd. 'Sorry, kom alsjeblieft terug.' zeg ik bijna smekend. 'Migraine is toch gewoon hoofdpijn? Hoe kun je dat zeggen? Weet je wel hoe kut ik me voel door die ''aanstelleritis'''?' roept hij kwaad. 'Nee?' mompel ik. 'Het is net alsof er constant hamers op mijn hoofd aan het slaan zijn, ik zie zwarte vlekken voor mijn ogen, iedereen die praat klinkt ineens 100 keer harder, en tot overmaat van ramp weet ik nooit wanneer het komt. Het kan altijd gebeuren, ik kan zo uit het niets een aanval krijgen. En dat maakt me gek oké? Helemaal gek!' gaat hij verder. 'En dan zijn er ook nog van die mensen zoals jij die altijd zeggen dat ik me aanstel.' zegt hij met tranen in zijn ogen, en ik zie dat hij ze probeert in te houden. 'Sorry. Ik wist niet dat het zo erg was...' mompel ik beschaamd. Wat moet deze jongen het zwaar hebben, altijd mensen die terwijl je zo veel pijn hebt, ook nog over je oordelen. En dat heb ik ook gewoon gedaan. Ik schaam me echt. We staan elkaar een tijdje aan te kijken, niet goed wetend wat we moeten zeggen. 'Hai, aangenaam kennis te maken. Ik ben een idioot, een bevooroordeeld persoon, en een bitch. Alias, Tailor.' zeg ik glimlachend terwijl ik hem de hand schud. Hij begint te lachen. 'Hai. Ik ben een aansteller, huilebalk, en een mietje. Alias, Travis.' zegt hij glimlachend. Op de een of andere manier, blijft hij steeds maar in mijn ogen kijken. Niet dat ik dat heel erg vind. Want zo kan ik nog even verdrinken in zijn prachtige blauwe ogen.
JE LEEST
Tailor
FantasyTailor is nieuw. En vreemd. Dat is wat iedereen altijd over mij denkt. Maar niemand weet wat ik écht ben. Zelfs ik weet dat niet helemaal. Je ziet niets aan me, ik heb een normaal gezicht, die vaak verscholen is in mijn capuchon. Maar toch ben ik n...