Hoofdstuk 43

574 36 6
                                    

Als door de bliksem getroffen zit ik rechtop.
Ik kijk mijn eigen kamer rond.
Hij gaat met zijn hand naar mijn sluiting...
Vage herinneringen komen omhoog van gisteravond.
Maar... Dat was toch bij Stephan thuis?
Plots schiet er een gedachte door mijn hoofd.
Zou het...
Snel schud ik die gedachte weer van mij af.
Hij zou dat nooit doen...
Toch blijft er iets in mij knagen.
Ik ga rechtop zitten, om daarna direct weer te gaan zitten.
Zwarte vlekken vormen zich voor mijn ogen en ik kan mijn maaginhoud moeilijk binnenhouden.
Heel voorzichtig probeer ik het weer, en sla er dan uiteindelijk toch in om uit bed te komen.
Langzaam loop ik de trap af.
Mijn moeder zit aan de keukentafel te werken.
'goedemorgen schat' zegt ze als ze me opmerkt.
'een slok te veel op gister nacht, of niet soms?' zegt ze met een knipoog.
Direct wordt ik rood.
'euh mam, weet jij hoe ik gister thuis ben gekomen?' zeg ik een beetje beschaamd.
'oh dat was zo schattig' zegt ze met een speels lachje rond haar mond.
'Stephan kwam binnen met jou in zijn armen, en je was helemaal buiten westen.'
Ik word nog roder als ik dat hoor.
'hij zij dat je een slok teveel ophad, en dat je bij hem thuis in slaap bent gevallen.'
Een enorme opluchting overvalt mij.
Je bent gewoon in slaap gesukkeld, je moet je niet zo aanstellen....
En nu moet ik het stemmetje in mijn hoofd toch gelijk geven.
Hoe heb ik dat ooit van Stephan kunnen denken?
Ik geef mijn moeder een kus, waarna ik, nog steeds heel voorzichtig, weer naar boven loop.
Weer schieten er vage herinneringen door mijn hoofd.
Heb ik dit verzonnen?
Ik zal het wel gedroomd hebben.
Opgelucht ga ik op mijn bed zitten.
Maar toch ben ik wel boos op mezelf.
Hoe had je dat kunnen denken?
Maar dan gaat mijn telefoon.
Ik kijk op mijn schermpje en zie dat het Stephan is.
Eigenlijk wil ik nu niet met hem praten, ik voel me nog steeds schuldig over wat ik dacht.
Ik druk op het rode knopje.
Ik zal toch ooit met hem moeten praten, hij heeft toch niks misdaan?
2 minuten later gaat mijn telefoon weer over, en ik besluit nu toch om op te nemen.
'hallo?' hoor ik de stem van Stephan door de telefoon klinken.
'ja, Elisa hier.'
Een tijdje blijft het stil.
'euh, hoe gaat het nu?' hoor ik dan uiteindelijk toch.
'wel wat beter.' geef ik antwoord.
Ik twijfel even of ik het hem moet vragen, maar ik doe het dan toch.
'eh, Stephan?'
'ja?'
'weet jij wat er gisteravond gebeurt is?'
Het blijft stil.
'dat zal ik nooit meer vergeten.'
Ik schrik.
Zijn stem klinkt opeens anders, en het maakt me bang.
'ho-hoe bedoel je?'
Hij negeert mijn vraag en gaat gewoon door.
'oh Elisa toch, weet je het dan echt niet meer?'
Ik kan niets uitbrengen.
Zijn stem klinkt beledigd, maar niet verrast.
Misschien zelfs een hint sarcasme?
Hij wacht mijn antwoord niet af.
'het was geweldig, werkelijk waar. Was ik je eerste? Dat is toch altijd het beste...'
En dan dringt het door me door.
Alle herinneringen komen terug.
Het medicijn in mijn drankje, de kamer, zijn handen...
Ik ben gebruikt, gedrogeerd, verkracht.
'hoe kon je?'
Ik wou dat die woorden uit mijn mond kwamen, maar het enige wat ik kan uitbrengen zijn snikken, eindeloze watervallen van tranen.
Ik hoor een klik, en weg is hij.
Iemand van wie ik ooit hield, heeft mij gebruikt alsof ik niks waard ben.
Ik wil het niet meer, ik wil weg. Ik wil nergens meer aan denken en verdrinken in mijn eigen tranen...
Mijn telefoon gaat weer af, en mijn hand gaat naar het rode knopje.
Ik wil hem nooit meer spreken.
Maar dan valt mijn oog op de foto die op mijn schermpje is verschenen.
De moeder van Jaiden?
Waarom zou zij mij bellen?
Ik wil ophangen, maar dan denk ik terug aan een gesprek wat ik ooit met haar heb gehad.

'elisa, zou ik toevallig je nummer mogen?'
ik kijk haar vragend aan.
'wees maar niet bang.' zegt ze met een knipoog.
'ik bel alleen maar als er een noodgeval is.'

De snikken komen nog steeds zacht uit mijn mond, maar ik neem dan toch op.
'elisa?' klinkt het wanhopig uit de telefoon.
Ik knik, maar bedenk me dan dat zij dat niet kan zien.
'ja' komt er krakend uit mijn mond.

'je moet nu naar het ziekenhuis komen. Het is Jaiden, hij ligt in coma.'

~
I'M BACK!
en sorry voor dit hoofdstukje hehehhe...
Wel een extra lange omdat ik zolang niet meer had geschreven!

The Boy And The BucketlistWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu