pp zaka
Iedereen weet hoe het voelt om machteloos te zijn. Om je hart 100 keer per seconde te voelen kloppen, je voelt het bloed door je aderen stromen, maar toch zijn je handen koud. Je kan niks zeggen, want het lijkt alsof je keel dicht is, en die zit ook dicht, dicht van verbijstering, van angst, van opgekropte emoties en van die machteloosheid..
Er heerste een dodelijke stilte, ik had net de woorden ''Sou, we moeten eventjes praten'' uitgesproken waarop Sou me met grote ogen had aangekeken. De lieverd, ze schrok zich natuurlijk kapot, ze dacht vast dat ik iets over Saara kwijt wou, maar nee, Saara's naam wou ik niet meer uitspreken, niet meer horen. Als ik haar naam zei, als ik aan haar naam dacht, als ik aan Saara dacht, dan voelde ik mij niet op mijn plek. Dan voelde het alsof ik ergens mee bezig was, waar ik eigelijk niet mee bezig moest zijn. Alsof ik het verkeerde pas had bewandelt, de afgelopen nachten als ik dan de lichaamswarmte van Sou voelde, als zij in mijn armen in slaap viel, als ik haar mooie lichaam streelde, maar toch, nee, het voelde niet als hoe ik wou dat het voelde..
Misschien kwam het doordat ik mijn hart niet open durfde te gooien, doordat ik niet alles kon zeggen, doordat ik rekening moest houden met de toekomst, met het lot. Met de ziekte die Sou in haar lichaam meedroeg.. En die ziekte, die wou ik koste wat het koste voor haar verbergen. Ook nu, nu ik haar moest vertellen dat we naar Ifrane moesten. Nee niet naar Ouarzazate, haar sprookjesstad, maar naar Ifrane. In Ifrane, waar die privekliniek stond, waar ze Sou verder moesten onderzoeken. En hoogstwaarschijnlijk haar ook moesten behandelen en moesten begeleiden de resterende weken van haar zwangerschap. En hoe langer deze verdomde stilte zou duren, hoe minder geloofwaardiger het zou klinken..
''Sou, lievie, je hoeft je geen zorgen te maken, kom op tover is een mooie glimlach op je gezichtje'', ''Wat heeft de dokter tegen jou gezegd zaka?'', ''Ewa, ik heb hem gevraagd hoe het gesteld is met de dokterspraktijken in Ouarzazate onder andere.'' ''ewa safi, heb je dat gevraagd?'', ''ja, en het was het trouwens waard.. Luister Sou, je hebt altijd gezegd dat je Ifrane ook wou bezoeken toch? Waarom gaan we dan niet eerst daarheen en dan daarna insh allah naar Ouarzazate?''. ''Nee, waarom niet andersom? zo blijven we het uitstellen!'', ''Ja maar Sou, er is nog iets, je bent hoogzwanger het lijkt mij niet verstandig om daarheen te gaan, ze leven daar primitief lieve schat, stel er gebeurt iets.. ewa en dan? Ik wil gewoon met een gerust hart kunnen genieten!'', ''Pff.. ewa oke, maar hoe lang blijven we daar in Ifrane?'', ''We zullen zien, eerst gaan we gewoon van de mooie natuur genieten, dan gaan we kijken wat er te doen valt, we kunnen ook gaan skieen daar als je dat wilt, er is genoeg te doen a zine.''. Sou sloeg even haar ogen neer, ze was teleurgesteld, dat kon ik zien.. ''En Sou, vertrouw me oke.'', ''Ik vertrouw je Zaka..'' Ik gaf haar een kus op haar lippen en veegde zoals ik altijd deed haar haren uit haar gezicht. ''Oh ja en voordat ik het vergeet, we moeten in Ifrane ook even een dokter opzoeken, voor nog een aantal onderzoekjes oke?'', ''Alweer? Daar heb ik helemaal geen zin in.'', ''Mehandna men hamloe, het komt wel goed..''
''Zullen we naar het strand gaan?'', vroeg ze aan me. ''Souuuu, we zijn nu bijna bij het hotel, had dat nou ff eerder gezegd.'', ''ye mhekez, draai die auto en rij naar de zee. Ik wil even uitwaaien!''. Ik gaf toe, draaide de auto en zo reden we richting de zee. We stapten uit. Ze pakte mijn hand, ''weet je nog zaka dat we vroeger altijd naar de duinen gingen'' Ik wist het nog, ik had Sou alle plekjes laten zien. Wat hadden we allemaal wel niet samen gedaan. Dagjes naar de duinen, zwemmen in Duinrel, ik had haar leren autorijden, op haar verjaardag hadden we met een luchtballon gevlogen, we waren een keer een weekend naar duitsland gegaan toen ik deze auto daar had gekocht.. Al die momentopnames schoten door mijn hoofd. Sou rende het zand op en ze trok me mee. Ze struikelde, waardoor ik mee struikelde. En daar lagen we dan in het strand met onze kleren aan, als 2 verliefde pubers waar 1 van een dikke buik had, als 2 verliefde tortelduifjes die het leven rozekleurig tegemoet zagen. Ze ging op me zitten en gooide haar armen in de lucht, ''Ye rabieeeeeeeeeeeee, ik hou van je!!!!!!!!'' Ik moest lachen, ''wat lach je a nerdje'', ''souuuuuuuuu ik hou van jeeeee'', schreeuwde ik daarop maar terug. Ook sou moest lachen..
Maar wat we allebei niet wisten, was dat dit misschien wel is de laatste keer kon zijn dat we samen bij de zee zouden zijn....