deel 72

541 13 0
                                    

pp zaka

Kom, loop even mee'', ik pakte saara bij haar hand en trok haar mee naar de tuin. ''Hier doe deze jas aan, het is koud''. Het was al donker buiten, er hing een frisse wind, ik kon de zee horen. Hoe haar golven omsloegen in schuim, hoe het zeewater circuleerde. Ik had altijd al van de zee gehouden. Van mijn eerste levensjaar tot mijn 9e had ik in een stad aan zee gewoond. Zodra het warm begon te worden, pakten we altijd de bus naar zee, destijds was martil ''ons'' strand geweest. Dat is nu wel anders, het ooit zo mooie stadje aan zee, is nu omgetoverd tot een drukke, vieze, vervuilde badplaats.. Maar goed, terug naar die nacht.

We liepen met zn 2en, heel zachtjes, voetje voor voetje, want het was niet de bedoeling dat iemand wakker zou worden. We namen plaats op de veranda, zo'n 30 meter verder lag de zee, het gaf een rustgevend gevoel. We zaten naast elkaar, maar hielden elkaar niet vast. Er was ook zoveel gebeurd, het voelde allemaal nog steeds zo onwerkelijk aan, hetzelfde gold voor Saar. Ze voelde zich schuldig, ik had het meteen al aangevoeld. Ze was ook bang hoe de buitenwereld erover zou denken, mijn schoonfamilie, Mo etc. ''Saara, we doen toch nix verkeerd?'', had ik haar gezegd. ''Ik ben gewoon blij dat je hier bent, bij mij.'' We hadden veel gepraat, ik had haar alles verteld over hoe ik Sou had gevonden, haar bijna was kwijtgeraakt, haar weer vond, en haar voorgoed kwijtraakte. Als ik het zo allemaal vertelde, had het veel weg van een liefdesdrama. Ik had haar verteld over de bevalling, over alle emotionele momenten, over de kleine. ''weet je hoe mooi ze is awla, echt een prinsesje...'', saara had geglimlacht, ''je bent gewoon vader geworden, qoeli, kleine zaka is groot geworden yak'', ''ik ben altijd al groot geweest''. Ons gesprek verliep soepel, af en toe met een snik hier en daar, afgewisseld door wat flauwe grapjes. ''zaka, hoe hebben jullie haar genoemd?'' Het was voor mij al meteen duidelijk geweest hoe ik haar zou willen noemen. ''Ze heet Souhaila.''

En natuurlijk had ik haar gevraagd over Nabil, hoe het zat tussen hun 2. ''Slecht, het is nooit goed gegaan.. ik hield mezelf en hem voor de gek.. kijk schat, dat ik met hem ben getrouwd wil absoluut niet zeggen dat ik van hem hou, of ooit gehouden heb. Ik moest wel, ik kon mezelf niet langer kwellen, nog voor ik hem ontmoette, viel ik elke nacht in slaap met jouw naam op mijn lippen, hij was afleiding voor mij. We deden leuke dingen, ken kie thalla fija, hij had een goeie carriere, een baan, een huis, zag er leuk uit. Iwa ja, wat wou ik nog meer? ... Maar het ging sowieso al fout, vanaf het begin van ons huwelijk al. Hij was de eerste voor, maar ik voelde er niks bij. Zijn aanrakingen lieten me koud, en op een gegeven moment had ik er zelfs moeite mee om hem alleen maar een kus te geven. Hij zocht zijn toevlucht ergens anders, bij iemand anders. Maar het boeide me niet eens meer, kan je nagaan..''. ''Kifash het boeide je niet? vond je het niet erg?'', ''ik vond t erger voor mijn ouders, dan voormezelf.. het moet vreselijk zijn als je als moeder of vader hoort dat jouw schoonzoon een buitenechtelijke relatie heeft. En je weet hoeveel er gepraat wordt zaka, er gingen ook zoveel verhaaltjes rond over jou en souhaila. Het is heel amsterdam rondgegaan, geloof mij maar. De een zei dat jullie voorgoed daar zouden blijven wonen, de ander zei dat Souhaila een miskraam had gehad en daarom in Marokko wou bijkomen, wat ook rondging was dat jullie beiden een ander hadden en noem maar op. Waga meh ken diehashie fiehoem, toch maakte ik me zorgen. Ik hoorde ook niks van jou, het enige waar ik me aan vasthield was wat je toen had gezegd, die laatste keer dat ik je zag voordat je naar marokko ging weet je nog. Je zei dat ik geduld moest hebben, en vetrouwen moest hebben in Allah. Ik weet niet of ik nou ben beloond daarvoor..'' '' ik weet t ook niet schatje..''

Want of het nou wel zo vanzelfsprekend was dat ik en Saara ons leven nu verder zouden delen.. Daar had ik mijn twijfels bij, en zij helemaal. Het leek allemaal wel zo vanzelfsprekend, we hielden van elkaar, en ik had haar nodig, echt nodig, met haar voelde ik me compleet. Maar kon het wel? Geen haast, geen haast.. We zouden alles wel zien.

''Morgen moet ik vroeg opstaan, ik weet niet eens of het het wel waard is om deze laatste paar uurtjes nog te gaan slapen, het zal zo licht worden toch.. maar mohim, morgen wordt een zware dag, eerst gaan we naar de moskee om te bidden, en dan brengen we sou naar haar laatste rustplaats..'', ''wat ga jij doen saar? ik weet t niet, weet je wat t is, je moeder heeft me meegevraagd om te helpen, maar ben ik nu wel de juiste persoon? ik bedoel, je moeder miskina, weet niets van dit alles. en dat wil ik ook zou houden, niemand hoeft te weten wat er allemaal aan de hand is toch?'', ''iwa ja, ik zet je morgenochtend af fe dar djelna (ons huis) als je wilt?''.. ''misschien kan ik beter hier blijven, op de achtergrond? ik wil dat je met de volle 10000% bij sou bent morgen, en niet bij mij.. in gedachtes dan.'', ''ja maar saar, sjoef, daar gaat dit nu allemaal om. ik heb altijd al van jullie alle2 gehouden, als ik met jou was dacht ik aan haar, maar als ik met haar was, dan dacht ik aan jou. Het enige verschil was, dat ik met haar getrouwd was, en niet met jou. En mijn liefde voor Souhaila is onbeschrijfelijk, maar wel evenaarbaar.. denk ik.. Als ik jou zie, doet dat me alleen maar goed, dat doet geen afbreuk aan wat ik in mijn hart voel, voor jou, of voor haar.....'' het leek wel alsof ze me steeds niet in mijn ogen durfde te kijken, ik wou haar kin optillen en haar dwingen, maar ik kon het beter nu zo laten.. ''nee, ik blijf hier, dat is beter..'', ''iwa mehkeejn moshkel (geen prob.)..''

En we zouden het ook allemaal wel zien. Ik liep met saara mee de kamer waar haar bed stond, voor de deur bleven we even stilstaan. Een flashback, het leek wel net als vroeger, dat ik haar thuis afzette. ''slaap lekker'', zei ze me zachtjes, ''ik zal t proberen, jij ook, en lievie maak je niet druk oke..'' ze knikte, opende de deur en sloot hem zachtjes. Ik stond voor een gesloten deur, en ik vroeg me af hoe lang het nou duren voordat ik die deur, figuurlijk, kon openen en de rest voorgoed achter mij kon laten.

We reden weg, mijn neef zat naast mij, zijn vrouw achterin. Saara bleef met de 2 kleintjes bij het huis. Het was nog vroeg, de weg was vrijwel leeg. Heel anders dan in de zomer, als er file's stonden van de stad naar het strand toe. Bij rinkoun stopte ik de auto, om warme stokbroden te halen bij de bakker. Het was meer een gewoonte, dan dat ik het nodig achtte. Nog een klein stukje, ik sloeg rechtsaf bij de rotonde en evenlater parkeerde ik de auto voor het huis waar mijn ouders en zusjes verbleven. Ik had geen van allen nog gezien, alleen saara.. Ik klopte aan en mijn moeder opende de deur.. ''Salem a weldi'' Ze omhelsde mij, ik had haar gemist... Ik zag mijn jongste zusje in pyama om de hoek kijken. Met rooie ogen rende ze op mij af, ik tilde haar op en liep zo de zitkamer in, waar ik iedereen zag ontbijten. Ze zaten allemaal om de lage ronde tafel. Amina legde de stokbroden erbij. Mijn ''Salem aleikum'', werd met een ''aleikum salem'' beantwoord. Ik voelde de ogen op mij gericht, mijn moeder duwde me op de bank, ''ftar, ftar a weldi.. sjoef kifash walitie, d3aaftie bezef.'' (ontbijt mijn zoon, kijk hoe je bent geworden, je bent heel erg afgevallen), ''bezzef bezzef'', zei mijn zusje nadia. Ik nam plaats naast Mo, we omhelsden elkaar even. ''gecondoleerd a sahbi'', zei hij zacht. ''soekran a gaj..''

We aten verder in stilte. Ik wou opstaan, om de tafel af te ruimen, maar mijn moeder duwde me terug. ''glis glis, nadiaa zjmee3 hadshie'' (zit, nadia ruim dit op). Mo wenkte me even mee, zoals hij altijd deed, zijn hoofd een beetje scheef en dan een korte beweging naar rechts of links.

''Ik heb je gemist man ye lange tijd geleden'', zei ik. ''woelahilla, ey zaka, als je maar weet dat iedereen achter je staat weet je, je krijgt de groeten van alle jongens uit de buurt, en ze bidden voor jullie.'', ''dank je'', ''je ziet er niet goed uit man, beetje bijtanken he, je weet toch dat dit het lot van Allah was.... '', ''iwa ja, maar dat wil niet zeggen dat het makkelijk te accepteren is.'' , ''fhemt fhemt, ik heb je kleintje gezien man, tbarkelah mooi kindje, allahi slah '', amin a brada, ik heb haar souhaila genoemd.'', ''mezian mezian.... niemand had dit verwacht man, maar souhaila, lah rahma, was een goeie meid, ze had een puur hart, inshallah zal ze de djenna mogen betreden..'', ''inshallah.. inshallah''. ''maar luister dan a zaka, wat zijn dat voor grappen met saara?'', ''hoezo??'', ''iwa ik weet dat jullie vannacht in 1 huis hebben geslapen, kijk a broertje, ik hou van je toch, je bent me beste vriend, maar dat kan niet man..'', ''ik heb haar met geen een vinger aangeraakt, wash hmakti? ik ben domgeweest ja, maar dat wil niet zeggen dat ik nog steeds dom ben'', ''iwa als je maar weet wat je doet, ik zei tegen haar vanne blijf in NL, maar el 3ajla meh brahtshie dsme3'', ''mo, het maakt niet uit, ik vind t goed dat ze er is, je weet hoe alles is gegaan tussen ons toch, wat allah voor ons heeft voorbestemd, zal gebeuren...'', ''safi safi, je hebt gelijk..'' we omhelsden elkaar weer even, ik was blij dat ik me beste vriend nog steeds aan me zij had. Dit was echte vriendschap. Ik had de afgelopen tijd de kans gehad om meer ''echtheden'' te mogen leren kennen. Het echte houden van, het echt onvoorwaardelijk van mekaar houden, het echte missen van, en het echte lot, het enige en ware geloof, het accepteren en het leren accepteren. Met elke stap die ik zette, zette ik een stap verder op t pad die iedereen moest bewandelen. En niemand wist wanneer dat pad zou eindigen, onverwacht, of verwacht, het zou op een dag afgelopen zijn....

elhoub wa el kdoeb (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu