1 ~

603 18 2
                                    

Jaren waren voor bij. Zoals elk jaar, maand, uur en minuut zat ik bij het raam, staren naar buiten. De grote glazen waren stoffig en je zag het buitenwereld vaag door de viezigheid dat tegen de glas aanplakte. Maar het was duidelijk genoeg om te zien hoe donker en verlaten deze dorp was. Huizen waren kapot, soms een stuk afgebrand. Er liggen kapotte geweren op de grond. Soms, als je heel goed kijkt, zie je nog sporen van bloed op de stoep. Maar de regen spoelde die meestal weg, alsof er nooit wat was gebeurd. Ik staarde naar elke druppel die naar beneden viel, hoopte soms dat ik ook weg zou spoelen. Alsof ik nooit bestond. De reden dat ik hier, voor het raam zit? Ik wacht op hen. Mijn moeder, mijn vader. Ik kneep in mijn handen. Ik wilde het niet geloven. Ik wilde er ook niet over na denken. Vierjarige-ik kon het verkeerd hebben gezien, of misschien was het een droom dat realistisch aanvoelde. Maar ze kwamen niet, en diep van binnen wist ik ook wel: ze komen niet meer terug. 
Ik schudde met mijn hoofd. De waarheid ga ik niet accepteren. Ik durf het niet. 
Afwezig staarde ik het raam uit. Soms las ik een boek, de ene keer een fantasie verhaal maar ik hield het meest van romantiek. Elk gevoel dat er in het verhaal voorkwam was bijzonder. Ik werd jaloers, ik wou ook blijdschap voelen. Maar ik was alleen, helemaal alleen. Er komt geen prins op een wit paard mij redden zoals in de meeste verhalen geschreven is. Wie komt er nou überhaupt deze uitgestorven dorp in lopen?

Toen mijn ouders een langere tijd niet terugkwamen, besloot ik in hun kamer te rondneuzen. Ik was, ondanks de angst en verdriet, nog steeds nieuwsgierig. Ik schoof 't zware deur van de kast opzij en zag... wapens? Messen, zwaarden. Ik toen, en nu nog steeds, begreep er niks van. Waarom hebben mijn ouders dit in hun kast? Ik zocht verder, kwam boeken, schriften en losse papiertjes tegen. Ze waren niet te ontcijferen, aangezien de woorden amper te zien waren. Sommigen waren weggekrast of expres verkeerd geschreven. Zoveel geheimen, zoveel vragen maar geen enkel antwoord te vinden.  

Ik vond een klein, licht houden zwaardje onder het bed. De punt ervan was scherp, maar bedoel voor een kind. Voor mij? Vanuit een boek dat ik vond, ook onder het bed, oefende ik als ik uit het raam kijken zat was. Hoe je het ding vast moest houden, hoe je moest staan. Rug recht, hand uitgestoken. En terwijl ik dat deed, was ik bang. Bang voor de dood. Alhoewel ik de hele tijd alleen ben, lijkt de dood het ergste wat je kan overkomen. Het zwaardvechten kon ze gebruiken om zich te beschermen tegen vijanden, al leek het niet dat er eentje uit het niets zou verschijnen. Al verschijnt er 1, zou ie het huis moeten binnen dringen. 

Want de laatste belofte van haar ouders gaat ze nooit verbreken

Terwijl ik uit het raam keek, dacht ik aan mijn verjaardag dat vandaag was. De tijd lijkt zo langzaam maar ook zo snel te gaan. Ik ben zestien, maar voel me veel ouder dan dat. Of dat door mijn vermoeidheid komt of omdat ik nog vast zit in 't verleden, dat weet ik niet. 

De zon gaat onder. Ik sta op en ga de trap van 5 tredes omhoog. Daarna plof ik op mijn stoffige bed neer. Het voelt hier zo benauwd dat ik soms moeite heb met ademhalen. Ik dacht na en de vragen schoten door mijn hoofd.

Komen mijn ouders wel terug?
Wat zal er later met me gebeuren?
Waarom hadden mijn ouders zoveel brieven en zwaarden verstopt in het huis?

Wat is het geheim dat mijn ouders hielden?

Ik sloot mijn ogen en zuchtte
Zal ik ooit... antwoord vinden op deze vragen?

_________________

Deel 1 herschreven

I'm you're hope, You're my hope ✔ [#WattyS2020]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu