2 ~

488 15 5
                                    

*POV Hope*

Gapend liep ik de trap af. Ik had een droge mond, maar er was amper water. Op een dag zou het op raken, zou ik dan in dit huis sterven? Ik had soms de neiging om het huis uit te lopen, de lucht in te ademen en te vluchten, ergens hier ver vandaan. Maar dat kon niet. Ik wachtte op mama en papa, en ik hield aan mijn belofte

Ik ging aan tafel zitten en mijn buik rommelde. Ik kon een blikje met erwten en wortelen pakken, maar had er geen zin in. Mijn hoofd legde ik op de tafel terwijl mijn handen naar beneden hingen. Besef ik wel hoe erg ik mijn tijd verspil? Ik zit maar, kijk een beetje, lees hier en wat en ga daarna doelloos slapen. Maar dan denk ik, wat kan ik anders doen? Het huis uit lopen... dat kan ik niet. Ik staarde naar 't klok terwijl elk seconde voorbij ging. Ik keek toe hoe mijn leven elk seconde verging, en het deed mijn hoofd pijn doen. Ik pakte de potlood dat op de tafel lag en begon wat te krabbelen op de tafel. Deed ik vaker, en daarna gumde ik het af. Alsof het nooit is gebeurd.

Terwijl ik afwezig een poppetje tekende, schrok ik van het plots gebonk op de deur. Ik liet de potlood meteen vallen en ging rechtop zitten. Nog een gebonk, dit keer harder. Mijn hart begon gelijk sneller te kloppen. Ik stond op en ging op mijn tenen naar de deur toe. Ik drukte mijn rug er tegen aan. Nee, ik was nog niet klaar om dood te gaan! Nog meer gebonk, en toen klonken er stemmen. 
"Hallo, is hier iemand?" Een jonge, diepe jongensstem. Het klonk niet agressief of grof, maar nieuwsgierig. Ik hield me stil. Nu begon de deur te kraken door het geleun van mij. Nu wisten ze vast en zeker dat er iemand was, de domkop die ik ben!
"We weten dat er hier iemand is," klonk een meisjesstem. Een rilling ging door mijn lichaam na het horen van het woord 'we'. "We komen alleen even praten." Mijn intuïtie zei dat ik het moest wagen, maar toch hield me iets tegen. Mijn hand reikte naar de deurklink, maar stopte halverwege. "Hoe weet ik dat ik jullie kan vertrouwen?" zei ik zachtjes. Stiekem hoopte ik dat ze me niet hoorden en weg zouden lopen. Maar dat gebeurde niet. 
"We beloven je dat we je geen pijn zullen doen." Toch aarzelde ik. Mijn trillende hand zette ik op de deurklink en met mijn andere hand pakte ik de sleutel dat onder de deurmat zat. Langzaam draaide ik de sleutel in het slot, zo stil mogelijk zodat er geen geluid uit kwam. Een klik. De deur kraakte en ging een stukje open. Ik stapte gelijk naar achter, er zo ver vandaan. De schaduwen kwamen steeds dichter. Gelijk kreeg ik spijt van mijn domme beslissing. Wat als ze logen? Wat als ze haar gingen doden? 

Toen zag ik hun gezichten. Tot mijn verbazing en opluchting, zagen ze er helemaal niet angstaanjagend uit. Ze leken ongeveer haar leeftijd te zijn, misschien wat ouder. Twee jongens en een meisje. 
"Mogen we naar binnen?" vroeg het vreemde meid. Ik voelde mijn handen zweterig worden, maar knikte. Mijn gevoel zei dat ik hen weer weg moest sturen, maar daar was het al te laat voor.  De drie gingen op 't oude, bijna versleten bank zitten. Nerveus keek ik de drie aan. 
"S-sorry, ik heb niks aan te bieden..." 
"Maakt niet uit," zei een van de jongens. Hij leek al bij 't eerste gezicht de kalmste van de drie. Ik ging tegenover hen zitten. 

Waar kwamen deze drie vandaan? En was het wel de juiste keuze om ze binnen te laten?

__________________
Deel 2 herschreven :)

I'm you're hope, You're my hope ✔ [#WattyS2020]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu