81~

81 4 0
                                    

*Elias*

Ik was onderweg naar het bos waar de hut zich bevond (waar Hope op dit moment verbleef). Ik had zoals gewoonlijk eten mee en overwoog om wat kleding mee te nemen. Ze moet hoe dan ook overleven. Tot Jack komt.
Het gedachte liet me al grinniken. Ik kan niet wachten tot hij er is. 
Ik liep door het sneeuw maar hoorde voetstappen achter mij. Ik stopte en ik wist meteen wie het was.
"Wat heb je hier te zoeken," zei ik kil. Ik draaide me om en keek hem recht in de ogen. Zijn emotieloze blik maakte me geïrriteerd.
Zijn handen waren beiden in de jaszakken. 
"Ben je nogsteeds van plan om dat te doen?" vroeg Claude zuchtend.
"Tuurlijk," antwoordde ik met een grijns. "Wat kan me stoppen?"
"Ik," antwoordde hij onverwachts. Ik? Claude? Ha, laat me niet lachen. Ik zal hem neerhalen en niks kan me stoppen. Maar het moet volgens plan gaan. 
"Dreig je me nou?"
"Als je het zo wil noemen... Ik wil alleen zeggen dat je plan gaat mislukken."
"Denk je dat echt?" zei ik. "Je weet dat ik Per-.."
"Ze zijn bang, lafaards. Denk je echt dat ze ter hulp gaan schieten?"
"Claude, wat wil je nou eigenlijk?" zei ik ongeduldig. "We waren partners en ineens liep je weg. Oorzaak? Door je stomme verleden. Het is niet mijn probleem wat je mee hebt gemaakt."
"Wat ik wil..." Er verscheen een grote grijns en het maakte me bang. Bang? Hah, laat me niet lachen. Bang voor Claude? Hulpeloze wezentje dat oh zo graag dood wil maar niet durft. En toen hief hij zijn hand die een brief vasthield. De brief vouwde vanzelf uit. Ik schrok van de tekst en keek hem aan.
"Claude dit zijn geen grapjes.."
"Zeker niet," antwoordde hij arrogant. "Ik ga er hoe dan ook ervoor zorgen dat jij gaat verliezen."
"Hah, Ik verliezen? Geloof je het zelf?"
"Met deze brief..." Hij keek mij aan en daarna naar het brief. "Ik zal ervoor zorgen dat Perlshaw uitgemoord is. En dan ben jij de volgende." Ik begon te lachen. Wat voor onzin komt er nu uit zijn mond? Mijn plan zal slagen. Hoe dan ook.

"Lach maar," zei hij terwijl Claude zijn rug naar mij richtte. "Maar wie het eerst lacht lacht het laatst." Na die woorden liep hij weg, zonder nog een blik naar mij te richtten. Ik keek vol afschuw naar beneden. Tsk, wie denkt hij wel dat die is?
Ik vervolgde mijn pad. Mijn humeur was helemaal verpest en ik kon wel iemand wurgen.
Ik was boos op mezelf. Waarom ben ik bang voor die sukkel? Hij kan niks met zo'n nutteloos brief. Het zal niks meer betekenen als Hope en haar kind dood is. Helemaal niks.
Wat wil hij ermee bereiken?

En dit allemaal door zijn verleden. Misschien moet ik hem eraan herinneren dat dat het werk was van HAPONERS. 
God, waarom werkte ik überhaupt met hem samen? Hij weet wat ik wil doen. Veranderen heeft inmiddels geen zin, het is al aan de gang.

Aangekomen bij het hut duwde ik de oeroude deur en gooide het eten en de kleding op de tafel. Hope zat in het hoekje met haar ogen gesloten, rillend van de kou. Ik deed mijn dikke jas, nog dikker dan die van haar, uit en pakte die van haar af. Ze opende haar ogen. Ze keek me vol walging aan. Ze zag er erg lelijk uit. Haar gezicht bleker dan normaal, dunner dan eerst. En nu haar haar was geknipt werd haar gezicht er niet beter van. 
"Waarom neem je de moeite om hier nog te komen," zei ze met een schorre stem. "Je kan me of dood laten gaan door de kou of me gewoon naar die verdomde kasteel brengen." Ik liep naar haar toe en leunde tegen het bed aan. Ik voelde haar koude adem tegen mijn gezicht en zag de angst in haar ogen. Geweldig.
"Het is voor nu een beetje saai. Maar Jack zal er al snel zijn en dan zal alles spannender worden," fluisterde ik in haar oor. Ze keek me met doodsangst aan. Ik stond weer rechtop, draaide me om en liep weg.

Alles gaat zoals IK dat wil en niemand zal in MIJN weg zitten

I'm you're hope, You're my hope ✔ [#WattyS2020]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu