7 ~

301 10 0
                                    

*POV Jack*

"Kijk wat je hebt gedaan!" Parel keek me kwaad aan. Mijn boosheid begon stukje voor stukje te verdwijnen, en schuldgevoel kwam naar boven. Al bleef ik het steeds ontkennen. "Waarom moest je dat nou zeggen?" vervolgde ze. "Ze heeft zelfs een van haar boeken laten liggen."
"Dus? Niet mijn probleem."
"Je ging te ver man," zei Lary. En als Lary dat zegt, dan is het zo. Ik zuchtte. Ik kon de tijd niet meer terugdraaien. 
"We moeten haar terughalen," zei Parel. "Dat meid kent de weg terug niet, en wie weet gebeurd er wat!" Na die zin richtte ze haar blik naar mij. En de rest volgde. 
"Wat? Ik?" Mijn ogen werden groot, en tegelijkertijd begon het keihard te donderen. "Jij bent gek!"
"Jij bent hier voor verantwoordelijk. Je moet het rechtzetten. We laten geen mensen alleen, dat weet je toch?" zei Alexander. Ik keek Alexander smekend aan. Door een of ander vreemdeling die we allemaal pas een dag kennen moest ik mezelf nat laten regenen. Maar ik had geen keus, draaide me om en liep naar mijn kamer. Ik pakte mijn jas en deed de capuchon gelijk om. Vandaag was niet bepaald mijn dag. Ik besloot een rugzak met water en wat eten mee te nemen. Ook propte ik een handdoek erin, voor het geval. Paar messen, en andere zelfverdedigingsspullen. Je wist maar nooit waar die vieze Jokarick mensen vandaan konden verschijnen. Ik hoorde iemands voetstappen en draaide m'n hoofd om. Thomas zat geleund tegen de deuropening. "Wil jij straks even door haar boek bladeren?" Ik wierp hem een vage blik toe. "Hoezo dat dan?
"Gewoon. Jij houdt toch van boeken? Wie weet, leren we haar zo beter kennen." Ik zuchtte geïrriteerd. Protesteren had geen zin, aangezien iedereen vond dat het mijn schuld was. Tja, en misschien was dat ook wel zo. 

Ik liep Hopes kamertje in, en zag het boek al op de grond liggen. Langzaam pakte ik hem op en bekeek hem van beide kanten. Het leek een oud boek te zijn, maar toen ik hem open sloeg leek het juist nieuw en duur. Ik bladerde door de bladzijdes heen, en had al begrepen dat dit zo'n cliché verhaaltje was. Tot ik een raar briefje zag, tussen bladzijde 140 en 141. Voorzichtig haalde ik het eruit en vouwde hem open. Het was een beetje stoffig, en sommigen woorden waren haast niet te lezen. Toch nam ik een poging. 

"Hope als je dit leest wil ik sorry zeggen dat ik je niet alles kan vertellen. Niet alle geheimen die ik en je vader van je verborgen hielden. Ik wil wel zeggen dat je iets voor me moet doen. 

Ik wil dat je Jack, Parel en Lary vindt. Ik kan je niet in 1 brief uitleggen wie ze zijn en waarom je dit moet doen.
Het spijt me Hope."

Ik las het nog een keer, en nog een keer. Was dit serieus? Moest wel, want de brief was overduidelijk niet nu net geschreven. Maar Hope kende ons helemaal niet, en ze zocht niet naar ons. Ik wou haar ernaar vragen maar herinnerde me weer dat ze weg was. Ik liet het boek op 't bed ploffen en rende door de zaal, het grot uit. Het donder klonk nu harder dan ooit, dus ik moest snel wezen. 

Rennend dwaalde ik door het bos, op zoek naar Hope...

_____________________

Deel 7 herschreven

I'm you're hope, You're my hope ✔ [#WattyS2020]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu