28~

177 4 0
                                    

*POV Hope*

De maan verlichtte onze pad. Het was nu wat makkelijker om langs het bos te lopen. Want iemand zoals ik zou allang zijn gestruikeld of geflikkerd. 
Ik moest Mila steeds wegtrekken van de vallen die er stonden. Voor haar was dit helemaal nieuw en dat was voor mij iets verbazingwekkends. 
Ze wist zoveel maar toch is ze nooit langs deze bos gegaan. 
"Weetje, misschien vraag je je af waarom ik niets van deze bos af weet...," zei ze, alsof ze mijn gedachten kon horen. 
"Maar om eerlijk te zijn, ik weet er alles van. Alleen ik ben zelf bang voor bossen. Als kind was ik een keer verdwaald en ik was daar heel de nacht. En nee dat is geen pretje." 
"Oh..," zei ik. Ik wist niet wat ik erop moest zeggen. Met mij communiceren is überhaupt wel een talent. Ik ben heel awkward. En vooral agressief. 
Laatste tijd vertrouw ik mensen wel meer en dat is een slecht teken. 

Daar liepen we. En ik wist dat we er bijna waren. Ik probeerde mijn gedachte van dat onzin vandaan houden. Jemig, wat bezielt je toch!
Ik had dat soort momenten toen ik jong was. Het is niet dat ik erin geloof..
Sowieso komt het omdat ik iets voor die gast voel. Geen idee wat maar... Oke nevermind. 

We kwamen aan bij de grot. Ik gaf haar een seintje en ik zag aan haar dat ze zenuwachtig was. 
De steen was er niet dus je kon er gewoon naar binnen. 
Langzaam, stap voor stap liepen we het grot binnen. 

Stilte. 

"Jack?" riep ik. 

Stilte. 

"JONGENS!?" 

Stilte. 

Ik rende naar de slaapkamer deuren maar uit shock liep ik naar achter en viel achterover. Mijn hand drukte ik tegen mijn mond en ik voelde me heel misselijk. 
Daar, op het bed, een lichaam. Ik weet niet van wie, maar het is in ieder geval iemand. 
Mila begreep niet helemaal wat er aan de hand was en liep naar me toe tot ze het zag. Ik stond als een gek op en rende naar Jack zijn kamer maar daar was ook niks. 
Onder zijn bed lagen geen brieven meer en van de flessen waren alleen scherven over. 
Ik rende weer naar de andere kleinere kamertjes maar niks. Niemand.
Mijn ademhaling versnelde en keek overal. Geen aanwijzing. Niks. Hier en daar lagen bloeddruppels waar ik misselijk van werd. 
Alle boeken waren weg. Alles was weg. Ik had gelukkig de brief met de slot maar de andere boeken waren ook weg. 
Wat als daar ook brieven in zaten?
Wat als ze ons doorhadden?

Mijn gedachten in chaos en ik kon maar niet stoppen en ik begon te hyperventileren waardoor ik in elkaar zakte. 
"J-jack?" 

Stilte.

"Parel?"

Stilte. 

"IEMAND? ALSJEBLIEFT LAAT DIT EEN DOMME GRAP ZIJN!"

En slechts voetstappen van Mila waren te horen.
Ik had gelijk. Die gevoel had gelijk. Er was iets gebeurd en IK was er niet bij. Als de beste vechter niks had kunnen doen dan waren hun het wel... Die KUT generalen of hoe je ze ook wil noemen. 

Van achter voelde ik hoe Mila mij tegen haar aandrukte. 
Maar het hielp niet.
En dan voelde ik de woede in me borrelen. 

Ik ga ze allemaal vermoorden, allemaal. Stuk voor stuk en NIEMAND zal overblijven

I'm you're hope, You're my hope ✔ [#WattyS2020]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu