90~

80 4 0
                                    

*POV Hope*

Paar uur geleden waren we aangekomen in Lunary. Claude had de hele weg niks gezegd. Had ik hem beledigd?
Ahja, daar moet ik niet te lang over nadenken.
En nu zit ik hier, in het kasteel van Lunary, in een slaapkamer. Als ik wil, kan ik nu vluchten. Maar waar kan ik heen? 
Precies. Nergens.
Ik weet de weg niet, het is nogsteeds winter. En met die krampen die ik nu heb kom ik niet ver. 
De pijn is erger dan normaal en dit keer niet alleen in mijn buik maar ook in mijn borst. 
Ik had een slecht gevoel maar ik wist maar niet waarom. Misschien was ik gewoon bezorgd? 

Ik staarde uit het raam. De zon ging langzaam op. De lucht kleurde zich oranje en roze. De lichtstralen schenen door de takken van de bomen.
Een rilling ging langs mijn lichaam gevolgd door een zucht. 
Wat is Claude in vredesnaam van plan? Hij heeft de brief, hij heeft mij. Maar ik weet zeker dat Elias zich niet laat verliezen. Hij komt me halen.
Misschien is dat het!
Claude wil hem hierheen lokken om vervolgens.. hem te vermoorden? Maar wat zal er daarna volgen?
Wat gaat die met mij doen? 

Weer zuchtte ik. Wat is dit vermoeiend. Toen ik de deur open deed voor de vier vreemdelingen had ik nooit gedacht dat dit zou gebeuren. Had ik maar de deur niet open gedaan. 
Naar mijn mening, beter dan dit. 
Maar ik schudde al snel die gedachte van me weg. Ik zou dan Jack nooit hebben ontmoet, nooit liefde hebben gevoeld die ik nu voel..
Ik zou nogsteeds in mijn eigen leugens leven. 

Er werd geklopt op de deur en er verscheen een jong vrouw. Ze had een angstig gezicht wanneer ze binnenliep.
"Mevrouw ik heb hier wat pillen.. voor uw buikkrampen. Ze verzachten de pijn maar u zal nogsteeds wat voelen." Ze liep naar me toe en gaf me drie pillen. Snel draaide ze zich en wou ze weglopen.
"Wacht!" riep ik. Ze stopte, draaide zich om en keek me nog banger aan dan net. Moeizaam stond ik op en pakte ik een trui uit mijn kast. Vervolgden duwde ik de trui in haar handen.
"Breng dit naar uw kinderen." Ze keek me vol verbazing aan. Daarna boog ze en kuste ze mijn hand.
"Erg bedankt mevrouw! Ik zal u eeuwig dankbaar zijn!"
En toen verliet ze mijn kamer met een blije gezicht. Ik besloot zelf ook de kamer te verlaten. Maar al snel ging de deur weer open en dit keer verscheen Claude. Hij had een.. vreemd gezichtsuitdrukking. Moeilijk om te beschrijven..
"Ga je nog zeggen wat je wil of blijf je daar zo staan?" Hij liep naar me toe en stond zo dicht bij me dat ik zijn warme adem tegen mijn gezicht voelde.
Voor de duidelijkheid, hij is iets jonger dan ik maar hij.. lijkt zo volwassenen. 
"Ik wil jou.."
"Ben je helemaal betoeterd!" Ik probeerde hem van me af te duwen maar het bracht geen effect. Ik ga eraan.
"Misschien wel..," fluisterde hij.
"Doe even normaal!" Maar hij pakte mijn hand vast en duwde me op het bed. Ik had nooit gedacht dat hij zoiets in staat was. Hij begon zijn kleding uit te trekken. Ik probeerde weg te komen maar hij hield me tegen. 
"Claude ik ben zwanger!" zei ik hulpeloos. Maar hij zei niks. En wanneer hij me wou aanraken gilde ik.
"Wees stil.."
"JIJ VIEZERIK!" Ik begon hem te schoppen maar het hielp niet.

Hij bedekte mijn mond maar de deur ging open en de vrouw aan wie ik de trui gaf verscheen er. Achter haar stonden er een groep mannen. 
Claude keek hun dodelijk aan. 
"Heb ik jullie toestemming gegeven?"
"Laat mevrouw met rust!" riep de vrouw aan wie ik de trui gaf. 
"Ik had je gewaarschuwd. Ik weet waar je woont. Ik zal ervoor zorgen dat binnen enkele minuten je hele gezin uitgemoord is." 

Ze keek hem ontdaan aan en weer verscheen er angst in haar ogen. 
Ik moest hier wegkomen nu hij afgeleid was. Maar het kon niet. De raam zat dicht en ik ben op een van de hoogste verdiepingen. 
De mannen renden toch naar binnen en sloegen Claude neer. Eentje pakte mijn arm maar ik werd teruggetrokken. Claude liet zich niet zomaar neerslaan. Al was hij jonger, hij was sterk. 
Ik kneep mijn ogen dicht om niks van dit allemaal te kunnen zien. Ik hoorde hoe sommigen vluchtten en de deur dicht werd gegooid. 
"Alsjeblieft, doe het niet," smeekte ik snikkend. Maar hij drukte zijn mond tegen de mijne. Een ruwe kus die smaakte naar bitterheid. Terwijl die van Jack juist zacht en zoet was.
"Het spijt me..," fluisterde hij in mijn oor.
"Idioot," kon ik nog net uitbrengen. De tranen rolden over mijn wangen.


Jack... Waar ben je?

I'm you're hope, You're my hope ✔ [#WattyS2020]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu