96~

63 5 0
                                    

*POV Jack*

We waren al uren onderweg. Zo voelde het tenminste. We namen geen pauze al werd erom gevraagd. De pijn in mijn borst probeerde ik te negeren want de pijnstillers werkten niet meer.
Mijn hoofd bonsde de hele weg door.
"Jack..," klonk de uitgeputte stem van Parel. "Kunnen we... alsjeblieft niet even tien minuutjes gaan zitten?"
"Nee."
"Jack, toe nou! Onze mensen zijn uitgeput. Hoe wil je dat ze gaan vechten?" Ik wierp haar een kwade blik toe.
"We hebben genoeg pauzes gehad. Ze hadden genoeg tijd om uit te rusten." Ze opende haar mond maar er kwam slechts een zucht uit. Ik wilde niet 'even zitten'. Het enige wat ik wilde is Hope. Ik dacht.. dat we haar hadden gevonden.
Ik opende de deur vol hoop dat ik haar zou vinden, dat ik haar tegen me aan zou drukken en haar nooit meer zou loslaten.

Maar hoop leidt alleen maar naar teleurstelling.

We waren nogsteeds in het bos wanneer we hinnekende paarden achter ons hoorden. Ik draaide me met een ruk om en iedereen stond dreigend al klaar met hun zwaarden in hun handen.
De paarden denderden naar ons toe en stopten voor ons neus. Het waren vijf mannen. Allemaal keken ons kil aan. God, ik heb hier geen tijd voor..

"Zijn jullie de Haponers die op zoek zijn naar Hope?" Mijn ogen werden groot. Hope..
"Ja," riep Lary. "En wie mogen jullie dan wel niet zijn?"
"Wij dienen onze heer Elias. Jullie hebben een dag, of om precies te zijn, twintig uur om terug te keren naar de hut."
"De hut?" ik keek hem vragend aan. "Is dit een val?"
"Nee. Claude zorgde voor problemen. Maar onze heer Elias heeft het opgelost en Hope is nu weer bij de hut.
Als jullie er binnen twintig uur niet zijn gaat zij op de brandstapel. Het kind zal dan ook sterven." Voordat we ook maar iets konden doen draaiden ze de paarden om en reden weg. Versteld stond ik achter, even niet wetend wat ik moest doen of denken.
Brandstapel... Twintig uur.. brandstapel..

"Jack." Ik keek om naar Xavier die me doodserieus aankeek. "We moeten terugkeren naar de hut. We hebben twintig uur. Het is slim als we even uitrusten, tot kracht komen en daarna naar de hut gaan." 
"Ja," zei Josephina meestemend. "Van hier tot daar is het een paar uur. Als we nu rechtstreeks terugkeren zullen we door onze uitgeputheid niet ver komen."
Ik knikte. Ze hadden gelijk.
"Goed. Tien uur is genoeg?" Iedereen stemde in. 

....

Het was al avond. De tenten waren al opgezet en iedereen zat al binnen te slapen of andere dingen te doen. Maar ik zat buiten, bij het open haard. Ik trok mijn jas en trui uit en keek naar het verband. Het zat helemaal onder het bloed. Ik zuchtte.
Het maakt niet uit. Het gaat vast wel over.. na de oorlog zal het wel genezen. 
Ik pakte de pillen weer tevoorschijn en slikte er vijf in. Ze hielpen een heel klein beetje maar niet zoals ze de eerste paar keren hielpen. Nu als ik elke keer loop voel ik een steek.

Ik keek omhoog. Het was volle maan en de sterren waren kleine lichtpuntjes in de hemel. Ik voelde me plots erg moe. 
Maar dat was ik altijd al..
Moe van dit leven. Moe van al dat pijn, val al dat geren, van al dat gezeur. Ik ben van alles moe. Daarom moeten we deze oorlog hoe dan ook winnen.

Ik zal er hoe dan ook voor zorgen dat WIJ dit winnen

I'm you're hope, You're my hope ✔ [#WattyS2020]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu