VIERENDERTIG

192 11 4
                                        

'P p papp..' stotter ik zacht. '¿Qué haces aquí?'
'Ook hallo!' Antwoord hij droog terwijl hij zijn aktetas op de grond legt en zijn armen wijd opent, doelend op een knuffel. Gauw ga ik rechtop staan en knuffel hem stevig.
'Ik zag je zitten dus ik kwam even groeten.' Zegt hij terwijl hij over mijn haar strijkt.
'Maar je zat toch in het buitenland?' Piep ik verward. Hij grinnikt.
'Ik heb toch geappt dat ik eerder terug ben van mijn zakenreis. Heb je de groepsapp niet gelezen?'
Ik knik van nee. Dat waren dus al die appjes..
'En jij, met wie ben je hier? Eleanor?' Papa duwt me van zich af en kijkt quasi zoekend om zich heen. Shit. Wat moet ik ik hemelsnaam zeggen?!

Ik slik een brok weg maar nog voor ik wat kan uitbrengen komt een employé op ons afgelopen.
'Meneer, uw gezelschap is er.' Zegt ze dan terwijl ze gebaart naar een gereserveerde tafel waar twee mannen in pak staan te wachten.
'Dank je.' Knikt papa vriendelijk.
'Nou je hoort het Soof, ik moet ervandoor.' Zegt hij terwijl hij zijn aktetas oppakt.
'Ben je hier nog of zie ik je thuis?' Vraagt hij. Op datzelfde moment zie ik Achraf in de verte aan komen lopen.
'Uhm thuis. Ik ging eigenlijk nu weg.' Stotter ik gauw.
'Oké schat.'
Ik glimlach gemaakt en papa maakt zich uit de voeten richting zijn gezelschap.

Snel schuif ik mijn stoel aan en been richting de bar om af te rekenen.
Zodra ik heb betaald haast ik me naar buiten. Zonder ook maar om te kijken weet ik dat Achraf achter me aankomt.
'Sophia. Soof.' Roept hij. Sorry Achraf, niet hier.

'Ben je soms boos dat ik zolang wegbleef?' Vraagt Achraf meteen zodra we de auto instappen.
'Ik kan er niets aan doen. Ik kwam wat fans tegen.' Verontschuldigt hij zich vervolgens.
Geïrriteerd gooi ik de deur van de auto dicht.
'Ik ben niet boos.' Piep ik.
'Sophia, wil je me dan alsjeblieft uitleggen wat er aan de hand is?' Achraf klinkt bloedserieus.
'Mijn vader zit daar Achraf.' Gebaar ik naar The Harbour Club.
'Net toen jij weg was zag hij me zitten dus kwam hij groeten. Gelukkig had hij een meeting en moest hij meteen weg anders was hij gebeleven en dan had hij ons samen gezien.'
Achraf kijkt me vragend aan.
'En daarom ben jij boos? Omdat hij ons samen zou zien en ik hem zou ontmoeten?'
Ik wrijf met mijn hand over mijn gezicht voordat ik hem gefrustreerd door mijn haar haal.

'Wat is het probleem? Ik heb je moeder toch ook ontmoet?' Vervolgt Achraf. Ik knik.
'In eerste instantie wilde ik zelf niet dat mijn vader ergens vanaf zou weten, simpelweg omdat ik me schaamde. Je bent m'n eerste vriend, weet je.. maar nu, nu wil ik hem maar al te graag over je vertellen, alleen..'
'Alleen..?'
'Volgens mijn moeder wilt hij -en tevens ook zijzelf- niets weten van deze relatie. Niet voordat het "officieel" is.'
'Officieel?' Herhaalt Achraf vragend. Ik knik weer.
'Trouwen.'
Achraf fronst. 'Wat? Je moeder wilt dat we trouwen?'
Ik zucht. 'Niet meteen natuurlijk. Ze bedoelt alleen dat als een relatie echt serieus is en als men in de gelegenheid is om met elkaar te trouwen, dat dan kan via de islamitische regels en dat natuurlijk de voorkeur heeft.'
Ik zie hoe Achraf aandachtig naar me luistert. Hij zucht dan diep en houdt een paar seconde lang helemaal stil.

'Sorry maar daar ben ik het niet echt mee eens.' Onderbreekt hij de stilte.
'Niet eens met?' Klink ik vragend.
'Of trouwen of..'
'Achraf.' Onderbreek ik hem. 'Mijn moeder vindt het prima dat we "verliefd zijn" en "elkaar willen leren kennen" maar ze heeft liever niet dat wij "te koop lopen" met onze relatie gezien jouw fame en mijn "bekende" achternaam. Ze zegt dat er roddels ontstaan als wij constant gezien worden samen en daar heeft zij, noch mijn vader zin in.'
'Was dat dus de reden dat je zo raar deed vandaag? Omdat je niet gezien mag worden met mij?'
Ik haal een wenkbrauw op.
'Nog niet.' Corrigeer ik hem. 'Ik mag en wil nog niet gezien worden met jou. Niet zomaar op straat of voor een hotel en al helemaal niet zoenend of op bekende plekken zoals The Harbour Club. Me moeder is gewoon te bang dat iemand ons ziet.'

'Oké duidelijk. Maar stel nou dat wij echt niet willen trouwen?' Vervolgt Achraf.
Pardon?
'Je zou niet willen trouwen?' Vraag ik terwijl ik mijn wenkbrauw ophaal. 'Waar leidt deze relatie naar toe dan?'
'Jawel, tuurlijk wel, alleen.. niet nu. Om heel eerlijk te zijn denk ik dat wij daar nog te jong voor zijn.'
'Spreek voor jezelf.' Bits ik. De woorden zijn eruit voor ik er erg in heb.
Achraf fronst. 'Ik dan.' Verbeterd hij zichzelf. 'Ik denk dat ik er nog niet klaar voor ben.' Achraf verzit zodat hij mij goed kan aankijken.
'Dus.. wat moeten we dan Soof?'
'Dat leg ik je zojuist uit: dan moeten wij uit de spotlight blijven en onze relatie koester houden.'
'Dus we worden eigenlijk gedwongen om onze relatie geheim te houden tot we besluiten te trouwen?'
'Mijn moeder dwingt ons tot niks en nogmaals, ze vraagt ons niet om meteen te trouwen. Ze attendeert ons er alleen op om onze relatie te beschermen.'
Achraf zucht diep en haalt een hand door z'n haar.

'Toen ik een relatie had met ...' Achraf houdt abrupt stil als ik hem met een verbijsterend gezicht aankijk.
'Waag het niet om mijn relatie met jou, met die van haar te vergelijken.' Snauw ik dan terwijl ik mijn vinger ophoudt.
'Ik probeer alleen te zeggen dat ..' sust Achraf voorzichtig. Hij weet dat hij het nu heeft verknalt.
'Wat probeer je te zeggen?' Onderbreek ik hem dan weer. 'Dat wij onze relatie net als die van jullie openbaar moeten maken zodat hij daarna op de klippen loopt, wil je dat? Probeer je dat soms te zeggen.' Snauw ik. Achraf staart me ontstelt aan.
Ik voel dat ik borrel van woede en probeer deze te onderdrukken en zo ontstaat er een pijnlijke stilte.

Onderweg naar het hotel probeer ik uit alle macht niet meer te denken aan onze ruzie en alle woorden van daarnet. We kunnen het nu toch niet meer terugdraaien.

Enkele minuten later stop ik de auto achter het hotel en houdt nog steeds stil. Achraf opent het portier maar nog voor hij uitstapt draait hij zich voorzichtig naar me toe.
'Ga je niets zeggen Sophia?' Klinkt hij dan erg voorzichtig.
'Ik ben uitgesproken.' Bits ik na enkele seconde terug.
'Ik niet.' Mompelt hij.
Schouderophalend kijk ik hem aan. 'Volgens mij heb je genoeg gezegd.'
'Kom op Soof, ik wil niet met ruzie uit elkaar.' Probeert hij dan weer. Pfgh.
'Dat had je moeten bedenken voordat je over je ex begon. En als je het niet erg vindt, ik wil nu graag naar huis.' Ik gebaar zonder na te denken naar de deur. Als dit geen boosheid is dan weet ik het ook niet meer.

'Zet je me uit je auto.' Grapt Achraf quasi cynisch. Ik zie nergens de lol van in dus ik negeer hem volkomen.
'Ja dus.' Mompelt hij dan binnensmonds. Ik houdt nog stil.
Heel voorzichtig pakt hij m'n hand vast en plant er een zachte kus op. Hij weet dondersgoed dat hij het heeft verknalt door over z'n ex te beginnen dus hij probeert het nu op alle mogelijke manieren goed te maken.
'Ik app je oké.' Probeert hij nog een laatste keer. Ik knik enkel en trek m'n hand dan terug.
Achraf glimlacht gemaakt, stapt dan uit de auto en beent richting het hotel.
Ik voel dat mijn tranen opkomen.
Ulgh. Ik hou zo van deze sukkel.

"SAM" (NEDERLANDS)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu