VIERENTWINTIG

229 14 3
                                        

Het komt allemaal door mij? Heb ik het goed gehoord? Wat komt door mij?

Onwetend sta ik met open mond in de deuropening. Wat mankeert deze gast? Is hij bipolair? Gister was alles nog koek en ei tussen ons, ik bedoel, ik hoef jullie niet te vertellen wat er op het jacht is gebeurd toch? En na een of ander mysterieus telefoontje was hij ineens weg en nu gedraagt hij zich weer als een klootzak. Ik snap het niet. Ik ben toch niet de gene die achter hem aan zit? Wat komt dan door mij? Waar krijg ik de schuld van?

Kalmpjes schuif ik een plukje haar achter mijn oor en gluur de kamer in. Achraf zit met zijn rug naar me toe en praat aan de telefoon. Ik besluit dan om ervandoor te gaan aangezien hij toch niet wilt praten.

Net op het moment als ik me uit de voeten wil maken, hoor ik het keiharde geluid van brekend glas. Het geluid komt uit Achraf's kamer. Nog voor ik er erg in heb, bevind ik mij in de kamer en vrijwel meteen gaat mijn aandacht uit naar Achraf's bloedende hand. Wat heeft hij gedaan?!!!

'A a chraf.. je hand bloed' stotter ik met trillende stem. Als ik ergens níét tegen kan, dan is het wel bloed maar ik kan hem hier moeilijk met een bloedende hand achterlaten.
'Wat heb je gedaan' vraag ik dan weer terwijl ik me over de schrik heen probeer te zetten. Hij kijkt koud voor zich uit en reageert niet op mij. Zodra ik zijn hand probeer te pakken om de wond te bekijken, trekt hij deze abrupt weg.
'Achraf.. je moet echt naar de dokter.' Hij kijkt me nu enkel aan terwijl ik dit zeg en loopt dan richting de badkamer om er een handdoek omheen te wikkelen. Beduusd staar ik hem aan. Is hij serieus? Niet eens ontsmetten?

Ik kan het niet helpen of ik pak zijn hand vast.
'Achraf dit is ernstig. Je moet echt naar een do.' 'Ik ga niet naar een dokter' onderbreekt hij me bot. Vol spanning kijk ik hem aan. Waarom wil ik hem ondanks zijn kille gedrag nog helpen? Ik slik en haal de handdoek dan rustig van de wond.
'Goed. Geen dokter maar laat mij er op z'n minst naar kijken.' 'Wat weet jij ervan' mompelt hij dan binnensmonds. Vol ongeloof kijk ik op.
'Ik probeer alleen maar te helpen oké' snauw ik. Eigenlijk heb ik niet eens meer zin om te helpen, maar dan denk ik terug aan alles wat hij gister voor mij heeft gedaan, ondanks mijn botte gedrag. De aanhouder wint.

Na het wassen van zijn wond, begeleid ik Achraf naar de grote kamer.
'Ga zitten' zeg ik. 'Ik pak even de verbanddoos.' Achraf stemt knikkend toe, gaat aan tafel zitten op een van de salonstoelen en gooit zijn telefoon minachtend op tafel.
Als ik terug ben neem ik plaats op een stoel tegenover hem, pak zijn hand rustig vast, plaats deze op tafel en verzorg de wond.

'Vaker gedaan?' Vraagt Achraf dan rustig. Ik haal mijn schouders op en knik van nee.
'Eerste keer.' Hij glimlacht en laat me dan verder mijn werk doen.
Op het moment dat ik klaar ben, wil ik zijn hand los laten zodat ik achterover op de stoel kan gaan zitten. Achraf laat dit echter niet gebeuren en grijpt mijn hand weer vast.

'Sorry Sophia' zegt hij schor. Ik kijk hem aan en geef geen antwoord. Er gaat zoveel door mij heen en toch weet ik niet wat te zeggen.
Ik zet een gemaakte glimlach op.
'Zeg wat..' klinkt hij dan weer. Hij zoekt oogcontact maar ik probeer het te vermijden.
'Wat wil je dat ik zeg?' Ik slaak een zucht. 'Ik snap hier niks van -seinend naar onze handen-, ik snap niks van jou. Gister sprong je nog met me van een jacht, vandaag verklaar je dat alles (God mag weten wat) door mij komt. De ene keer doe je zo, dan weer zo. Ik wil absoluut niet kinderachtig overkomen, maar ik word gek van die veelzijdige signalen van je. Net gemengde gevoelens.' Ik maak mijn hand los van de zijne en haal deze door mijn haar. Hij kijkt me aan en werpt zijn ogen dan de andere kant op.
'Dat zijn het ook Sophia.' Zijn antwoord klinkt bijna onzeker. Hij wrijft tegen zijn voorhoofd en vangt mijn blik dan weer. Niet begrijpend staat ik voor me uit. Wat bedoelt hij?
'Die gemengde gevoelens bedoel ik' antwoord hij alsof hij mijn gedachte kan lezen. Even ben ik stil en weet ik niet wat te antwoorden. Daarna besluit ik om alles wat in me opkomt te benoemen. Dit is het moment.

'Dus je geeft toe dat er gevoelens in het spel zijn' vraag ik. Achraf spert zijn ogen open.
'Absoluut. Heb ik dat nog niet genoeg laten merken de afgelopen tijd?' Hij klinkt onzeker.
'Dat heb je wel degelijk, het is alleen..' ik ben stil.
'Alleen wat Sophia?' Ik kijk hem aan en bedenkt wat ik eigenlijk wil weten/vragen/zeggen.
'Vraag en zeg wat je wilt' zegt Achraf dan, wéér alsof hij mijn gedachte leest. Hij schuift zijn stoel nu dichter naar mij toe en op datzelfde moment gaat zijn telefoon over. Snel klikt hij weg maar zijn telefoon blijft belicht en zijn achtergrond blijft zichtbaar. Zij is het probleem. Die verdomde achtergrond.

Achraf ziet dat ik naar zijn telefoon staar en draait deze op zijn beurt om. Ogenblikkelijk schuif ik mijn stoel naar achter zodat ik kan opstaan. Achraf grijpt mijn hand wéér vast en houdt me op mijn plek.
'Sophia..' zegt hij kalm. Ik kijk hem aan met vernauwde ogen en haal mijn wenkbrauw op als vervanging voor een 'wat'.
'Ik haat het als je zo doet.' 'En ik haat haar' pruttel ik dan plots terwijl ik met mijn hoofd naar de telefoon sein. Ik knipper met mijn ogen en sla abrupt mijn hand voor mijn mond. Wat? Heb ik dit nou echt gezegd? Ik hoop zo dat ik droom of dat hij me niet heeft verstaan maar tevergeefs.

Achraf staart me niet gelovend aan en laat mijn blik niet los. Hij is van zijn à propos.
De telefoon gaat dan weer af maar dit keer reageert Achraf niet.
'Moet je niet opnemen' zeg ik kortaf. Achraf haalt een hand door zijn haar, verzit en zo is het even stil.
'Sophia. Is zij het probleem?' Hij haalt zijn telefoon op en showt zijn achtergrond. Ik walg van de blonde dame die tevoorschijn komt. Ik rol met mijn ogen, sta op en blijf even tegenover Achraf staan. Deze staat eveneens op en gaat dan geleund tegen de tafel aan staan. Dan trekt hij me abrupt naar zich toe zodat we maar op een aantal centimeter van elkaar verwijderd zijn. Met zijn niet-verwonde hand strijkt hij een pluk haar achter mijn oren en legt deze dan tegen de onderkant van wang/kaak.

'Zij betekend niets meer voor mij.' Mijn hart maakt een sprongetje bij het horen van deze woorden. We staan oog in oog en laten elkaars blik niet los. Dan leunt hij wat naar voren, zodanig dat ik zijn warme adem tegen mijn gezicht voel.
Dat gevoel.. dat oh zo heerlijke gevoel in mijn buik. Die vlinders.. ik zit op een wolk.
Hij komt nu nog dichterbij en wrijft met zijn duim over mijn onderlip. Ik verstijf en sluit enkel mijn ogen. Op het moment dat ik denk dat hij me wilt kussen, gaat zijn telefoon voor de derde keer af. Achraf stopt abrupt en leunt zijn hoofd naar achter, wendt zich naar zijn telefoon en gooit deze met een smijt op de grond.

'Verdomme. Ik kan het niet.' Ik schrik op, staar hem aan en doe een stap achteruit. Achraf kijkt me versteld aan. Ik weet dat de schrik van mijn gezicht is af te lezen. Op zijn beurt probeert hij mijn beide handen vast te pakken maar ik stribbel tegen en hou mijn handen omhoog als stopteken.
'Raak me niet aan' zeg ik met trillende stem en betraande ogen. Ik heb me nog nooit zo vernederend gevoeld, zoveel geschaamd. Ik voel me afgewezen.

"SAM" (NEDERLANDS)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu