TWEEËNVEERTIG

187 11 5
                                    

Halsoverkop zit ik in de taxi onderweg naar het trainingscomplex. Ik heb zojuist te horen gekregen dat Achraf een ongeluk heeft gehad en meer konden ze mij niet vertellen.

Overstuur ren ik door het trainingscomplex, opzoek naar de eerste beste die mij meer kan vertellen.
Ik ben hier nog nooit geweest. Alles is zo groot. Ik weet me geen weg te vinden.

'Is er iemand? Alsjeblieft, kan iemand me helpen.' Mijn geschreeuw galmt door het complex.
'Mevrouw Haddaoui?' Klinkt een stem van achter me vandaan. Ontdaan draai ik me om.
'Ja dat ben ik' piep ik.
'Hallo mevrouw, mijn naam is Hans Daans. Ik ben van de technische-staf.' De wat oudere man glimlacht nuchter en steekt z'n hand uit.
'Waar is mijn man?' Klink ik beroerd, zijn begroeting compleet negerend. 'Wat is er met hem aan de hand?' Vervolg ik.
'Mevrouw, als u heel even gaat zitten.' Klinkt hij dan akelig kalm. Ik slik een brok weg. Mijn buik gaat flink tekeer.
'Alstublieft, ik moet weten wat er met hem aan de hand is. Waar is hij? Ik wil naar hem toe.'
Meneer Daans schraapt zijn keel, legt zijn hand voorzichtig op mijn schouder en zucht. Nee, nee, nee. Laat het niet waar zijn alsjeblieft!
'Het spijt me mevrouw..'
Ik staar meneer Daans vol ontzetting aan.
'Achraf heeft een ernstig ongeluk gehad. Hij heeft tijdens het trainen een harde bal tegen zijn achterhoofd gekregen waarna hij knock-out ging, viel,- en ook nog eens hard op zijn hoofd terechtkwam.
Hij is tot op heden nog buiten bewustzijn. De artsen zijn bezig met hem en in de tussentijd regelen mijn collega's een spoedvlucht terug naar Nederland.'
De grond zakt onder mijn voeten vandaan. Het word donker om me heen. Ik voel me zwak. Nee, nee, neeee!!!!!

Enkele minuten later wordt ik wakker. Mijn hoofd spint.
Gedesoriënteerd blik ik om me heen. Waar ben ik? En waarom lig ik op een brancard?!!
'Mevrouw Haddaoui, u ligt hier omdat u zonet bent flauwgevallen.' Klinkt een jonge man, alsof hij mijn gedachte kan lezen. Wat is hier aan de hand?
Snel sluit ik mijn ogen om ze vervolgens weer vliegensvlug te openen. Ik weet het weer!
'Achraf!!!' Sis ik.
'Rustig aan mevrouw Haddaoui.' Klinkt meneer Daans dan terwijl hij de kamer binnen komt lopen.
'Achraf wordt nu per traumahelikopter vervoerd naar Nederland. Daar staat het beste team van artsen klaar om hem te behandelen.'
'Ik wil met hem mee.' Piep ik met een gebroken stem. 'Breng me alsjeblieft naar hem toe.' Meneer Daans glimlacht liefelijk.
'Ik begrijp u volkomen mevrouw, maar dat gaat helaas niet. De traumahelikopter is uitsluitend voor de patiënt en artsen.
U vertrekt over enkele minuten naar het vliegveld waar een andere helikopter op u wacht en deze meneer', -gebarend naar de jonge arts naast mij- 'gaat met u mee.'

Niet veel later zit ik in de helikopter, onderweg naar Nederland.
Ik staar onbewogen voor me uit. Door de koptelefoon klinkt geluid, het zijn stemmen, duidelijke stemmen maar ik hoor niet wat ze zeggen. Ik ben niet geconcentreerd. Het enige wat ik nog hoor is de stem van meneer Daans die echoot door mijn hoofd. "Achraf heeft een ernstig ongeluk gehad." Mijn ogen lopen vol bij de woorden.
Ik kan Achraf niet missen. Nog niet, nooit niet en zeker niet nu we onze kleine verwachten. Ik verstijf. Ik ben zwanger..
Voorzichtig strijk ik met mijn hand langs mijn buik. Ik ben dit wondertje helemaal vergeten door al deze omstandigheden... hoe kon ik?!
Ik vouw mijn armen voor mijn buik en zo blijf ik gedurende de resterende tijd van de vlucht zitten. Mijn lieve, kleine wonder.

Na een kleine uur, -die voor mij aanvoelde als een eeuw-, kom ik aan in het ziekenhuis. Radeloos sta ik in de lobby om me heen te staren.
De families zijn intussen op de hoogte gebracht en Achraf's familieleden zijn meteen vertrokken vanuit Spanje dus ik verwacht ze hier rond de avonduren. Mijn familieleden komen nog geen half uur later het ziekenhuis in-gesneld.

Mama haast zich als eerst naar me toe en knuffelt me stevig.
'Oh liefje!!!' Ze strijkt met haar handen langs mijn haar en over mijn rug en ik breek. Voor het eerst vandaag beginnen mijn tranen te vloeien.
'Mam' snik ik. 'Ik wil hem niet kwijt.'
Ik voel hoe de rest van het gezelschap mij nu ook omhelst. Een ware groepsknuffel.
Mijn vader trekt me als laatst in zijn armen.
'Lieve schat, alles komt goed.' Hij drukt een kus boven op mijn hoofd.
'Waar is Achraf nu? Heb je al wat meer gehoord?' Vervolgt hij dan. Ik trek me terug uit zijn greep en knik van nee.
'Het enige wat ik weet is dat het ernstig is en dat ze hem hebben vervoerd naar dit ziekenhuis.' Ik veeg mijn tranen weg.
'Oké schat.'
Papa gebaart wat naar Samuel en draait zich vervolgens weg om te bellen. Samuel haast zich richting de informatiebalie en ik blijf achter met de rest van de familie.

Rond half zeven 's avonds zitten we met z'n alle in een wachtkamer. We zijn zonet eindelijk -pas- van informatie voorzien. Achraf wordt nu dus al enige tijd onderzocht. Wat er precies wordt onderzocht? Dat weten wij ook niet. De artsen doen erg geheimzinnig en de mensen van de voetbal die zijn ook bijna niet te spreken over de situatie.

We zijn enkele uren verder en nog steeds weinig tot geen informatie.
Er heerst een pijnlijke stilte en de spanning is om te snijden.
Ik zit met opgetrokken benen op een van de vele stoelen in de wachtkamer. Mijn ogen zijn rood en mijn gezicht is bleek door angst, stress, onzekerheid, slaapgebrek en honger.
'Hier Soof, je moet wat eten.' Klinkt mama dan alsof ze mijn gedachte kan lezen. Ze houdt een sandwich in haar hand.
Ik negeer haar volkomen en staar roerloos voor me uit. Nee ik wil niet eten. Hoe kan ik nou aan eten denken terwijl mijn man voor zijn leven vecht?
Terwijl ik dit denk gaan mijn gedachte ineens weer naar mijn buik. Ik moet niet zo egoïstisch zijn en wat meer denken aan hem/haar. Ik ben het zo aan het verwaarlozen.
Ik draai me naar mama en neem het broodje uit haar hand.
'Dank je.'
Mama glimlacht en kijkt toe hoe ik een eerste hap neem. Nog voor ik de hap kan doorslikken, schiet ik overeind en haast ik me naar de dichtstbijzijnde toilet. Ik moet spugen. Ik kan het eten en de geur niet hebben.

'Sophia' hoor ik mama dan terwijl ze tegen de toiletdeur aanklopt. 'Doe open alsjeblieft.'
Voorzichtig open ik de deur. Mama kijkt me vragend aan. Ik op mijn beurt wend me richting de kraan en was mijn gezicht met koud water.
'Ik wil je wat vragen Sophia.' Onderbreekt mama dan.
'De afgelopen tijd zijn mij een paar dingen opgevallen.. ben je misschien niet zw....'
Nog voor zij haar zin kan afmaken, klinkt het alsof er buiten in de wachtruimte van alles aan de hand is. Mama en ik kijken elkaar geschrokken aan en snellen dan gauw naar de menigte in de wachtkamer.
Daar staat een arts van midden vijftig. Hij heeft zijn operatiekleding nog aan. Mijn vader wijst dan mijn richting op waarnaar de arts zich naar mij wendt.

'Mevrouw. Ik begrijp dat u de vrouw van meneer Haddaoui bent?' Mijn keel is droog.
'Ja.' Piep ik onzeker met trillende onderlip.
'Ik heb helaas slecht nieuws. Door bijkomende bewustzijnsstoornissen, neurologische symptomen en CT-bevindingen hebben we ontdekt dat meneer Haddaoui hersenletsel heeft opgelopen, om precies te zijn: traumatisch hersenletsel, want het letsel is een gevolg van een ongeval ofwel trauma.
Meneer heeft schijnbaar een behoorlijk harde klap tegen het hoofd gehad waardoor het hersenweefsel is beschadigd. Hierdoor is er schade aan de buitenkant van de hersenen ontstaan en ook de bloedvaten die de hersenen van zuurstof voorzien zijn beschadigd geraakt. Ve.......'

'Hersenletsel....' herhaal ik stotterend. Mijn benen voelen aan als pudding en voor ik het weet zak ik neer op de grond. Hersenletsel.....

"SAM" (NEDERLANDS)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu