Hoofdstuk 19

21 5 0
                                    

BINE

Malik stond op me te wachten toen ik thuis kwam. Hij had zijn armen gekruist en keek me ongeduldig aan. 'Waarom duurde dat zolang?' vroeg hij. 'We hebben al gegeten.' Hij duwde een bord met koude vis voor mijn neus.

'Het was een beetje uitgelopen,' antwoordde ik met een mond vol. Die vervloekte rapporteringen waren een hel. Ze waren saai en vermoeiend.

'Wat zeiden ze?'

'Dat ze al lang wisten dat de Spiegelaars vreemd deden.'

Dat verbaasde Malik. Hij trok zo'n grappig gezicht. Ik had zin om een foto te nemen als bewijs zodat ik het in zijn gezicht kon wrijven telkens wanneer hij deed alsof hij de baas was.

'Ik snap het niet. Waarom hebben ze ons dan hierheen gestuurd?'

'Ik heb exact dezelfde vraag gesteld.'

'En?' Malik zat op zijn tanden te knarsen. Ik kon zien hoe gespannen zijn kaak was. Die gast moest echt eens leren te ontspannen (alhoewel ik zijn zenuwen wel begreep).

Ik liet mijn kin op mijn hand rusten. Ik had geen zin om het Malik te zeggen. Hij zou in een tirade uitbarsten. Dat had ik echt niet nodig. Toch kon ik niet anders. De taak alleen uitvoeren zou me nog meer werk hebben gekost. Bovendien zouden onze meerderen me dan op mijn kop geven. 'Ze denken te weten waarom de Spiegelaars zich zo gedragen.'

'Wat heeft dat met ons te maken?'

'Wel, blijkbaar doen de Spiegelaars al vreemd sinds de Verbanning van Senan. Niet alleen dat maar de Spiegelaars in Antwerpen gedragen zich het extreemst.'

'Zeg me alsjeblieft niet dat we hier zijn om de Bannelingen in het oog te houden?'

Ik klapte droog in mijn handen. 'Hoera, je hebt de lotto gewonnen.'

'Alle werelden nog aan toe! Dit kunnen ze toch niet maken?' Malik wreef als een maniak in zijn haar.

'Zie het als een promotie. Nu moeten we in ieder geval niet meer Verkennen.'

'Hebben ze dat gezegd?'

'Nee.'

'Dan moeten we nog steeds Verkennen. We krijgen gewoon meer werk opgezadeld.'

'Je kan het nog steeds zien als een promotie,' zei ik trachtend hem te kalmeren (niet dat ik ook maar een woord meende).

'Een promotie? Het is eerder een degradatie. Ze doen dit om ons te kwellen. Wie wil er nu dagenlang zijn Verbannen zus observeren?'

Malik deed altijd alsof hij de volwassene was. Hij was echter degene die het meeste leed vanwege de Bannelingen, vanwege zijn permanente Verkennersstatus. Het was moeilijk voor hem om zijn situatie onder ogen te komen. Bovendien was hij degene die altijd zeurde over onze opdrachten, die de orders in twijfel trok. Ik was simpelweg een talentloze beginneling met weinig motivatie. Ik probeerde niet te veel na te denken. Het zou er mijn leven niet leuker op maken.

'Ze doen dit niet om ons te pesten, Malik. Dit is een test. Als we het goed doen kunnen we Boodschappers worden.' Het was een leugen voor eigen bestwil. Nekana – Maliks moeder – had me na de aankondiging gevraagd om ervoor te zorgen dat Malik geen domme dingen deed. Ik mocht eender welke methode gebruiken. Dit leek me de minst vermoeiende.

Hij keek me met gespleten ogen aan. 'Ik geloof je niet.'

Ik slaakte een diepe zucht. 'Dat is jouw probleem, niet het mijne.'

'Hoe vaak moeten we rapporteren?'

'Een keer in de week.'

'Hebben ze gezegd waar we op moesten letten?'

'Nee. Ik denk persoonlijk dat ze wat problemen ondervinden met de onderhandelingen. Als de Spiegelaars zich raar gedragen wegens de Bannelingen hoe komt het dan dat we dat nu pas weten? Je zou nog denken dat we de controle aan het verliezen zijn.'

'Dat mag je niet zeggen, Bine.'

Ik keek hem met een verveelde blik aan. 'Ik ga naar mijn kamer.'

'Ik heb nog vragen.' Malik versperde mijn weg.

'Stel ze morgen. Ik ben moe.' Hij hield me niet tegen. Ik denk dat hij de informatie nog wat moest verwerken.

____________

Alweer, sorry. Ik was gisteren ziek. Hoop dat het jullie wat duidelijker wordt.

Het meisje waar niemand naar kijktWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu