Nesmiah
'Niet huilen,' zeg ik. De Zonnester huilt te veel. Het is verontrustend. In de zeer korte tijd dat ik haar ken heb ik haar al te vaak in deze toestand gezien. Haar leven moet ondraaglijk zwaar zijn geweest. Ik kan het me bijna niet inbeelden. Hoe moet het zijn om door iedereen genegeerd te worden? Hoe overleef je zoiets? Het is een wonder dat ze eigenlijk alleen maar huilt. Het is een wonder dat ze niet gek is geworden, dat ze geen einde heeft gemaakt aan haar leven.
Ik zou het niet aankunnen. De Verbanning was al erg genoeg. Wat als Senan me ook had weggestoten? Wat als niemand mijn aanwezigheid zelfs maar had opgemerkt? Ja, vaak ben ik het gezelschap van andere mensen beu, maar ik ben dan degene die beslist of ik ze wil zien of niet. Het zou vreselijk zijn om te worden verlaten door de hele wereld. Zo eenzaam. Enkel je eigen gezelschap om je te vermaken. Niet dat je eigen gezelschap zo slecht is. (Er zijn namelijk talrijke dingen die je enkel te weten kan komen op jezelf. Dat zijn het soort van dingen die de mensheid vandaag de dag al te vaak vergeet dankzij de uitvinding van de televisie en smartphone. Ze kunnen niet meer alleen zijn met hun gedachten, bang voor wat er zou gebeuren. Bang voor de verveling die mogelijk een opwelling van creativiteit of originaliteit teweeg zou brengen.) Toch zijn er ook dingen die je enkel te weten kan komen via het contact met anderen. Dat is wat Solène mist.
'Ik meen het, Solène, je bent het beste wat me is overkomen.' Mijn leven was zo monotoon. Het voelde alsof de wolken werden opengebroken om zonlicht door te laten op de dag dat ik haar voor het eerst zag. Ook al ben ik gestrest over de Familie, ook al maak ik me zorgen om Solène, het voelt alsof er een enorme last van mijn schouders is gelaten. De teleurstelling die ik daarstraks voelde toen ze niet in mijn kamer was leek de zwaarte terug te brengen. Met de Zonnester naast mijn zijde voelt het alsof ik eindelijk kan ademen. Ik weet niet waarom ze dat effect op me heeft, maar ik kan haar niet laten gaan. Ik wil het niet.
Solène zit te trillen over haar hele lijf. De snikken komen in zachte klanken uit haar mond, alsof ze die probeert de onderdrukken.
'Alles komt goed,' probeer ik haar te sussen. 'Ik zal je niet alleen laten. Als je wilt zal ik bij je blijven en dan moet je nooit meer alleen zijn.'
SolèneHaar woorden maken me nog meer overstuur. Weet ze dan niet dat ze nooit nooit mag zeggen? Ik heb al zoveel mensen geobserveerd, al zoveel mensen hun beloftes van 'nooit' en 'altijd' zien verbreken. Het zijn eerder de woorden van een vloek dan van een zegening. Mensen zijn niet bedoelt voor de eeuwigheid.
De enige troost die ik daarop kan bedenken is dat Mia mogelijk niet is zoals alle andere mensen – ze kan me nu eenmaal zien. Toch vind ik die gedachte helemaal geen troost. De angst die ik voor haar voel, maakt dat ze mogelijk niet de prins is van mijn verhaal. Voor zover ik weet kan ze ook de heks zijn die me dit heeft aangedaan. (In zover dat verhaal enige waarheid draagt.)
Ik kijk haar recht in de ogen aan. Ze hebben een ingewikkelde kleur. Ze zijn lichtbruin met donkerbruine strepen in verweven en een zwarte rand. Ze zijn mooi en zien er zo onschuldig uit. Ze zien eruit zoals die van elk ander mens.
'Ik geloof je niet,' zeg ik met een verbazingwekkend vaste stem. Het is denk ik de eerste zin die ik op een normale toon heb uitgesproken.
Nesmiah
Uit shock haal ik mijn hand weg van haar hoofd. Mijn eerste reactie is om te vragen waarom. Dat is echter een belachelijke vraag waar ik het antwoord al op kan raden. Natuurlijk gelooft ze me niet. Haar hele leven is ze genegeerd, was het alsof ze niet bestond. Hoe kan je ook iemand zonder aarzelen vertrouwen? Het is begrijpelijk dat ze va me wegliep die eerste keer. Het is normaal dat ze dacht dat ik een hallucinatie was. Het is zeker niet vreemd dat ze me niet gelooft op mijn woord.
'Oké. Ik zal proberen je te overtuigen.'
De Zonnester bestudeert me. Ik sta gespannen, wachtend op haar goedkeuring. Die komt niet. Ze gaat om me heen, kruipt in mijn bed en trekt de dekens over haar heen. Waarschijnlijk haar manier om te zeggen dat dit gesprek afgelopen is.
JE LEEST
Het meisje waar niemand naar kijkt
FantasyGenegeerd worden is vreselijk. Het knaagt aan je, maakt je twijfelen over jezelf. Solène wordt genegeerd. Al haar hele leven lang. Het soort van negeren dat zij meemaakt is echter niet normaal. De mensen doen het niet expres, het is alsof ze niets a...