10 - Medelijden

520 20 1
                                    

De rest zat er nog, nou ja, Lyra, Hermelien, Harry en Ron zaten er, dus ik liep naar ze toe.
'Hey.' zuchtte ik. Ze groette me allemaal terug.
'Wat wilde die Sneep van je?' vroeg Harry nadat ik was gaan zitten naast Hermelien, maar voordat ik wat kon zeggen zei Ron:
'Ik mag die Sneep niet, het is echt naar mannetje.' en hij maakte een walg gezicht. Ik keek hem woedend aan, hij beledigde mijn vader.
'Hoe durf je zo over mijn...'
'je wat?' vroeg Harry toen ik mijn zin niet afmaakte.
'Mijn vader!' riep ik uit, wat had het ook voor zin om het verborgen te houden, ooit komen ze er toch wel achter.
'Wat!' riep Hermelien iets te hard, waardoor talloze kinderen onze kant op keken. 'Sneep is jouw vader?' vroeg ze nu wat zachter, ik knikte. 'Dat had ik echt nooit verwacht,' zei Harry verbaasd.
'Waar is Draco?' vroeg Lyra opeens. 'Ja, waar heb je die sukkel gelaten?' vroeg Ron.
'Praat niet zo over hem' zei ik, verbaasd keken ze me allemaal aan. 'Hij heeft me gered.' legde ik uit. 'Gered waarvan?' vroeg Hermelien bezorgd.
'Oh, misschien van het feit dat ik bijna werd geslagen door mijn vader.'
'Wat! Probeerde hij je echt te slaan?' Hermelien sloeg haar hand voor haar mond.
'Maak je maar geen zorgen, ik ben het wel van hem gewend. Soms heeft hij gewoon woedeaanvallen.' zei ik triest en keek naar Hermelien die nog steeds niet kon geloven dat 'professor Sneep' zo agressief was. 'Ik wist dat hij niet aardig was, maar dat hij echt zo erg was...' zei Harry met grote ogen.
'Dus als ik het goed begrijp heeft Draco, dé Draco Malfidus, mijn broer, jou gered?' Vroeg Lyra vol ongeloof, niet snappend waarom haar broer iets aardigst deed.
'Eigenlijk wel ja, hij nam de schuld opzich, waardoor we weg mochten.'
'Ongelofelijk, ik wist niet dat hij aardig kon zijn.' zeiden ze alle vier in koor. 'Maar wacht eens, als Sneep jouw vader is, wie is dan jouw moeder?' vroeg Hermelien na een tijdje bedenkelijk.
'Eerlijk gezegd heb ik geen enkel idee wie mijn moeder is.' zei ik schouderophalend.
'Hoe kan je dat nou niet weten?' vroeg Ron en hij keek naar me alsof ik dom was.
'Ik weet het niet, omdat het me nooit vertelt is!' beet ik hem toe.
'Waarom niet?' vroeg Hermelien vol met medelijden in haar stem.
'Weet ik niet, maar altijd als ik er over begin wordt mijn vader boos, ik weet wel dat ik op haar lijk.' treurend kijk ik naar de grond.
'Wanneer is de laatste keer dat je er naar vroeg?' vroeg Harry bedenkelijk. 'Uhm, geen idee, misschien een jaar geleden al.' antwoordde ik. 'Hoezo?'
'Nou kijk, wat als je het nu nog een keer vraagt, misschien geeft hij dit keer wel antwoordt!' zei hij opbeurend. Ik keek hem in zijn groene ogen aan, een glimlach kwam op mijn gezicht tevoorschijn.
'Dat zou best kunnen lukken, maar nu nog niet, hij is nu nog te boos.'
'laten we het dan morgen doen, dan moet je hem tot die tijd natuurlijk geen rede geven om boos te worden.' zei Hermelien.
'We?' vroegen we alle vier in koor.
'Ja natuurlijk, wij wachten buiten de deur, dan kan je ons meteen vertellen wat hij gezegd heeft!' zei Hermelien vrolijk. 'En Harry en Ron gaan wel mee toch? En Lyra, ga jij ook mee?' Ze keek de drie kinderen hoopvol aan.
'Natuurlijk gaan wij met jullie mee!' zei Harry met een grijns naar Ron. 'Dan ga ik ook mee!' zei Lyra met een glimlach. Dankbaar keek ik ze alle vier aan.
'Waarom doen jullie zo veel moeite voor mij?' vroeg ik verbaasd, maar blij.
'Dat heb ik toch al gezegd? Omdat we graag iets doen voor onze vrienden.' zei Hermelien met een brede glimlach.
'Ehm, het is al best wel laat, ik moet gaan, anders wordt mijn vader misschien weer boos." zei ik toen ik op mijn horloge keek.
'Oké, tot morgen.' zeiden ze en ik liep weg. Ik liep naar mijn woonkamer. Toen ik voor de deur stond twijfelde ik even, stel mijn vader zou in de woonkamer zitten, dan zou het echt ongemakkelijk worden. Langzaam deed ik de deur open, gelukkig, mijn vader was er niet, niemand was er. Rustig pakte ik een glaasje pompoensap en liep naar mijn kamer. Ik deed mijn deur op slot, zodat niemand naar binnen kon. De rest van de middag ben ik gaan lezen, in de avond heb ik snel gegeten in de grote zaal, zonder ook maar een woord tegen iemand te zeggen en na het eten heb ik weer verder gelezen, totdat ik in slaap viel.

Our secretWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu