27 - Het dagboek

399 16 3
                                    

Het was vandaag zaterdag dus ik hoefde geen lessen te volgen. In mijn eentje zat ik aan de Huffelpuf tafel. Madeline was ziek geworden en de rest van alle leerlingen zaten zo ver mogelijk als dat ze konden van mij af. Zuchtend at ik mijn lunch op. Aurora had Ginny's boekje afgepakt, dus die zouden Aurora, Lyra en ik straks gaan onderzoeken. Had ik tenminste iets om naar uit te kijken. Ik dronk mijn laatste beetje pompoensap op en stond toen op. Ik voelde de ogen van leerlingen in mijn rug prikken, maar ik besteedde er geen aandacht aan, het ging de hele dag al zo. Ik had Aurora en Lyra uitgenodigd bij mijn kamer, dan wisten we zeker dat we niet onderbroken werden aangezien zij een van de weinige waren die überhaupt van die kamer af wisten.

Ik liep de woonkamer in. Mijn vader zat daar, zoals gewoonlijk.
Uhm, hey.' zei ik ongemakkelijk.
'Hallo.' antwoordde hij terug.
'Vader, is het misschien goed als Lyra en Aurora straks hier komen?' vroeg ik en ik bereidde me voor op het ergste. Hij keek me een moment aan. Ik zag aan zijn blik dat hij er niet mee eens was.
'Ja, is goed.' antwoordde hij uiteindelijk toch maar. Verbaasd keek ik hem aan. Hij gaf toestemming? Tevreden wachtte ik op de meiden.

Na een tijdje werd er op de deur geklopt. Enthousiast sprong ik op uit de bank. Zo snel mogelijk liep ik naar de deur en deed hem open.
'Hey!' riep ik vrolijk. Blij keken ze me aan. 'Kom binnen.' zei ik en ik liet ze binnen.
'Goedemorgen, professor Sneep.' zeiden ze beide beleefd toen ze mijn vader zagen zitten. Mijn vader knikte alleen maar en ging daarna verder met lezen.
'Willen jullie wat drinken? Pompoensap?' vroeg ik.
'Ja, is goed.' antwoordde ze beide. Ik liep naar het kleine keukentje toe en pakte twee glazen pompoensap. 'Alsjeblieft.' zei ik en ik gaf ze beide een glas aan.

We bleven wat praten tot ze allebei hun glas op hadden. Ik ruimde snel de glazen op en nam de meiden mee naar mijn slaapkamer.
'Jouw kamer is zo groot!' zei Aurora vol verbazing. Grinnikend keek ik haar aan.
'Wie slaapt hier nog meer?' vroeg Lyra en ze wees naar het tweede bed.
'Alicia.' zuchtte ik. 'Sinds ze hier op school zit, slaapt ze bij mij op de kamer. Het is best vervelend aangezien zij een van de mensen is die denkt dat ik aan duistere magie doe." vervolgde ik.
Lyra en Aurora liepen op de bank af en namen plaats. Ik deed snel de deur op slot en ging daarna ook op de bank zitten.
'Heb je het bij je?' vroeg ik mysterieus aan Aurora. Ze knikte en haalde het zwarte boekje tevoorschijn. 'Marten Marvolo Vilijn' stond er in gegraveerd. Aurora gaf het boekje aan mij.
'Laten we het dan maar onderzoeken.' zei ik.
Voorzichtig opende ik het boekje. De pagina's waren helemaal vergeeld en ook deze keer was er geen tekst te zien.
'Dat is toch vreemd? Ginny schrijft er al maanden in en er is geen tekst.' zei ik zacht.
'Heb je een veer? Misschien als we iets schrijven gebeurd er wat.' stelde Lyra voor. Dat was wel slim. Ik stond op en haalde een veer en inktpotje tevoorschijn. Snel ging ik weer naast de meiden zitten.
'Laten we dan maar schrijven.' zei ik zacht en ik hield de veer in de aanslag.
Mijn naam is Olivia, schreef ik op de eerste bladzijde. Niet veel later verdwenen de lettertjes. Ik sloeg een bladzijde om, maar ook daar was niks te zien. Verbaasd keek ik de andere aan.
Een tekst verscheen op het lege blaadje.
Hallo Olivia, ik ben Marten Vilijn, ik zie dat je mijn dagboek hebt gevonden... een adrenaline kik ging door mijn lichaam heen.
'Het is een dagboek!' zei ik tegen de andere, alsof ze zelf niet konden lezen.
'Schrijf snel terug dan!' spoorde Aurora mij aan toen de tekst weer verdwenen was.
Hoe komt Ginny aan dit boekje?Schreef ik. Betere vraag kon ik op dat moment niet verzinnen.
Dat doet er niet toe, verscheen er weer.
'Vreemd,' zei Lyra. 'Waarom zou hij het niet willen vertellen?' Daar wist geen van ons drieën een antwoordt op. Toen bedacht ik me iets wat Ron en keer had gezegd, Marten was hier vijftig jaar geleden en heeft speciale diensten aan de school geleverd, wat was dat? Snel schreef ik weer wat op. Je was hier vijftig jaar geleden toch? Wat was er gebeurd? De tekst verdween weer.
De geheimen kamer was geopend, ik heb de dader gestopt, verscheen weer op het blad.
'De geheimen kamer? Is die al eerder geopend?' vroeg Aurora verbaasd. Natuurlijk, Dobby vertelde het.
'Op de nacht dat ik en Harry op de ziekenzaal lagen, kwam er een huiself. Hij waarschuwde Harry dat het verleden zich herhaalde.' vertelde ik.
'En je denkt dat hij daarmee de geheime kamer bedoelde?' vroeg Lyra. Ik knikte. De geheime kamer is opnieuw geopend, kunt u mij vertellen wie de dader was? Schreef ik. Nee, antwoordde hij terug. Ik keek de andere verslagen aan. Zonder Marten zijn informatie kwamen we nergens. Het was cruciaal dat we die informatie kregen!
'Wacht kijk!' gilde Aurora zowat.
Maar ik kan het wel laten zien, laat me je meebrengen 50 jaar geleden. vragend keek ik de andere aan. Hoe wilde hij ons dat laten zien?
Het dagboek begon uitzichzelf te bladeren. 13 juni 1943, stond er bovenin de bladzijde. Opeens stootte het dagboek een enorm vel licht af, waardoor we bijna werden verblind. We deden onze ogen dicht en voor we het wisten waren we ergens anders.
'Wat is er gebeurd?' vroeg Lyra verward.
'Ben jij Marten?' vroeg ik aan een jongen die eruit zag alsof hij rond een jaar of 16 was. Hij negeerde me compleet, hij bleek me niet te horen. 'We zijn in het verleden. 50 jaar geleden.' zei ik tegen de andere.
'Kom op!' riep ik. Met z'n drieën achtervolgde we de jongen. Ondertussen hadden we wel al door waar we ons bevonden, Zweinstein. De jongen bleef stil staan. Vanuit een andere gang kwamen een paar mannen aangelopen, ze droegen een bedekt iets.
'Is dat een lijk?' vroeg Aurora geschrokken.
'Marten? Kom!' riep een oude mannen stem. We keken allemaal op, ook de jongen.
'Professor Perkamentus.' zei Marten en hij liep naar de man toe. 'Perkamentus?' verbaasd keek ik de man aan terwijl we naar Marten toeliepen.
'Hij zag er toen wel wat beter uit.' grapte Lyra. Speels gaf ik haar een stoot.
'Het is nu niet de tijd om grappen te maken!' zei ik terwijl ik m'n lach in probeerde te houden.
'Wat doe je nog zo laat op?' vroeg Perkamentus aan Marten.
'Ik moest met mijn eigen ogen zien of het echt gebeurd was.'
'helaas is het echt gebeurd.' antwoordde Perkamentus.
'En de school? Ze gaan hem toch niet echt sluiten, hè?'
'Ik geloof dat professor Waffelaar geen keus heeft. Is er iets wat je me wilt vertellen Marten?' vroeg Perkamentus en hij keek Marten strak aan.
'Nee niks, professor.'
'oké ga dan maar, voordat ik je straf moet geven.' zei Perkamentus. 'Welterusten, professor.' zei Marten en hij liep weg van Perkamentus. Dit was het teken voor ons om ook weer te gaan lopen.
Het viel me op dit deze keer Marten heel verdacht deed. Heel vaak keek hij over zijn schouder of hij achterna werd gezeten. Langzaam deed hij een deur open en hield zijn stok in de aanslag.
'Ik moet je aangeven Hagrid.' zei Marten kalm tegen een reusachtig gedaante.
'Is dat Hagrid?' vroeg Lyra verbaasd. 'Blijkbaar.' antwoordde ik terug.
'Waar heb je het over?' vroeg Hagrid paniekerig.
'Je weet best waar ik het over heb, Acromantula's zijn geen goede huisdieren.' antwoordde Marten kil. 'Ga opzij!' riep Marten tegen Hagrid en hij richtte zijn toverstok op een enorme kist, die me eerder niet was opgevallen. Marten sprak een spreuk uit en de kist vloog open. Een enorme spin klom er snel uit en ging er vandoor. Marten schoot spreuken op de spin af, maar het had geen zin, de spin was te snel.
'Aragog, nee kom hier!' riep Hagrid naar het beest toe, maar de spin rende zo snel als hij kon weg.
Marten richtte zijn stok weer op Hagrid.
'Je word van school gestuurd, je stok word afgepakt.' zei Marten met een gemene soort van grijns.
'We moeten hem stoppen!' riep ik naar Lyra en Aurora.
'We kunnen niks doen, Olivia, we zitten in een herinnering.' antwoordde Aurora. Alles begon te draaien, snel sloot ik mijn ogen weer en toen ik ze opende zaten we weer op de bank in mijn slaapkamer. Met grote ogen keek ik de andere twee aan.
'Wat is er zonet gebeurd?' vroeg ik verward.
'Hagrid heeft de kamer geopend.' antwoordde Aurora.
'Dat kan niet, ik ken Hagrid, dat zou hij nooit doen!' riep ik zowat uit. 'Wees eens stil joh.' siste Lyra en ze gaf me een waarschuwende stomp. 'Sorry.' zei ik zacht. 'Niemand mag hiervan weten oké?' zei ik. Ze knikte instemmend.
Uit het niets werd er hard op de deur gebonkt.
'Snel, doe dat boekje weg!' siste ik naar Aurora. Aurora stopte het boekje in haar tas en ik liep naar de deur. Voorzichtig haalde ik hem van het slot.
'Waarom was de deur op slot?' vroeg Alicia terwijl ze naar binnen stapte. 'Uhm, ik wilde gewoon niet gestoord worden".'antwoordde ik snel. Alicia keek me achterdochtig aan, maar merkte toen Aurora en Lyra op.
'Leerlingen mogen toch niet van deze kamer afweten?' vroeg Alicia met een rare grijns.
'Hun wel, ik heb toestemming.' antwoordde ik bits terug. Alicia rolde met haar ogen.
'Geweldige kamergenoten.' zei Lyra met een grijns. Ik rolde lachend met mijn ogen.
'Nou, wij gaan weer, doei!' zei ik tegen Alicia en ik trok Aurora en Lyra naar buiten.
'We kunnen niks bespreken als zij er bij is.' zei ik tegen de meiden.
'Wat bespreken?' vroeg mijn vader die plotseling naast ons stond.
'Oh eh...' stamelde ik.
'Een verassing voor Alicia!' zei Lyra snel.
'Aha.' mompelde mijn vader en hij liep weg. Dankbaar keek ik Lyra aan.
'We moeten het tegen Harry, Ron en Hermelien vertellen.' zei ik tegen Aurora en Lyra.
'Morgen vertellen we het aan hun. Verder mag niemand ervan af weten.' zei Lyra.
'Aurora, jij moet het boekje weer terug leggen, zodat Ginny merkt.' zei ik tegen Aurora. Aurora knikte.
'Dan gaan wij maar, tot morgen!' zei Lyra en ze trok Aurora met zich mee.

Our secretWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu