25 - De duelleer club

384 17 2
                                    

Na het voorval duurde het niet lang voor het dinner alweer begon. Toen ik de grote zaal in kwam liep ik zoals gewoonlijk weer naar Madeline toe. Ik pakte wat aardappeltjes en kippenbouten. Mijn ogen gleden over de Griffoendor tafel. Daar zat Ginny en ze zag er niet goed uit. Haar gezicht was weer grauw, er zaten enorme wallen onder haar ogen en blijkbaar had ze ook gehuild, want haar ogen waar rood. Ik wende snel mijn blik af en focuste me op mijn eten.

Na het eten waren Lyra, Aurora en ik naar de bibliotheek gegaan. Hier konden we ongestoord praten.
'Wat deed Ginny nadat ik weg ging?' vroeg ik toen we bij een tafel achter een boekenkast waren gaan zitten. 'Ze begon zelf ook te huilen.' antwoordde Lyra. Vragend keek ik haar aan. Waarom zou zij huilen? 'Waarom?'
'Ze bedoelde het niet zo, ze had spijt van wat ze tegen je zei.' antwoordde Aurora.
Ik dacht diep na.
'Het komt door dat boekje!' concludeerde ik.
'Er is iets mis met dat boekje en we moeten te weten komen wat.'
'Hoe willen we dat doen?' vroegen Lyra en Aurora in koor.
'Aurora, jij zit in Griffoendor, jij slaapt dus bij Ginny in de kamer?' '
'Ja, hoezo?'
'Wat als jij 's nachts dat boekje stiekem probeert te pakken, dan neem je hem de volgende dag mee naar ons en dan gaan we het onderzoeken.' zei ik.
'Daar kan ik wel voor zorgen.' antwoordde Aurora met een glimlach. 'Wacht. Je zei dat het "duistere magie" bevatte, is het dan niet super gevaarlijk?' vroeg Lyra.
'Dus? Als we hiermee een mysterie kunnen oplossen, wat misschien andere ongelukken voorkomt is het het risico wel waard, toch?'
'Laten we nu maar gaan, de duelleer club begint zo.' onderbrak Aurora. We knikte en stonden op.

Met zijn drieën liepen we weer naar de grote zaal. Het zag er anders uit dan normaal. De vier afdelingstafels waren verdwenen en in plaats daarvan was er een soort van langwerpige podium. Al veel kinderen stonden om het podium heen. Lyra, Aurora en ik liepen naar Harry, Hermelien en Ron die er ook al waren.
'Hey!' begroette ik hun. Alle drie begroette ze ons terug. Niet veel later kwamen ook Jasmijn en Madeline naast ons staan. Ginny daarentegen was nergens te bekennen.
'Beste dames en heren, kan iedereen mij zien? Kan iedereen mij horen?' vroeg professor Smalhart toen hij het podium opgelopen kwam. Hij deed zijn cape af en gooide het in het publiek. Een meisje had het opgevangen en keek helemaal verliefd naar het stukje stof. Ik rolde geïrriteerd met mijn ogen.
'Ik heb professor Perkamentus gevraagd om jullie te leren duelleren. Professor Sneep helpt vandaag mee!' Mijn vader kwam geluidloos het podium op. 'Maak je geen zorgen jullie toverdranken leraar zal niks overkomen.'
Alsof we dat hadden verwacht, het verbaasde me niks als Smalhart straks degene was in de ziekenzaal.
Mijn vader ging tegenover Smalhart staan. Beide staken hun toverstok op, maakte een buiging naar elkaar, draaide zich om en liep met grote passen weg. Ze stonden klaar om te duelleren.
'Bij drie beginnen we!' riep Smalhart. Hij telde af. Bij een schoot mijn vader een spreuk af en Smalhart vloog in de lucht.
'Zou het wel met hem gaan?' vroeg Hermelien bezorgd, nadat Smalhart hard tegen de grond was gevallen. 'Wat boeit dat nou weer?' lachte Ron en ik in koor. Wij waren trouwens niet de enige die moesten lachen. Een aantal jongens ook, maar alle meisjes die waren bezorgd.
'Ik moet zeggen professor Sneep, dit had ik makkelijk aan kunnen zien komen!' zei Smalhart die weer overeind stond. Makkelijk praten achteraf, dacht ik.
'Misschien is het beter eerst aan de leerlingen te leren hoe ze spreuken kunnen blokkeren.' antwoordde de kille stem van mijn vader.
'Dat is een uitstekend idee, professor Sneep.' zei Smalhart en hij keek de zaal rond.
'Laten we vrijwilligers uitzoeken, Potter, Wemel?' riep Lockhart.
'Wemel's stok zal Potter meteen verwonden, dan kan Potter in een luciferdoosje naar de ziekenzaal gedragen worden.' onderbrak mijn vader. 'Misschien iemand van mijn eigen afdeling? Malfidus bijvoorbeeld?' Voordat Smalhart wat kon zeggen had mijn vader Draco het podium al op geroepen.
Dit kon nooit goed komen, Draco tegen Harry. Professor Smalhart liep weg en zei snel
'succes Potter.' tegen Harry. Ook mijn vader was al weggelopen.
Draco en Harry gingen tegenover elkaar staan en je kon de haat in hun ogen zien. Ze deden het zelfde als mijn vader en Lockhart deden.
'Bang, Potter?' vroeg Draco.
'Mocht je willen.' antwoordde Harry terug. Met grote passen liepen ze van elkaar af.
'Bij drie vuur je een spreuk af om je tegenstander te ontwapenen. Alleen ontwapenen, we willen geen ongelukken!.' riep Smalhart.

'1..2..' Smalhart had nog geen eens 'drie' gezegd en Draco vuurde al een spreuk af. Ook Harry vloog nu door de lucht en belande hard tegen de grond. Draco's gezicht was voldaan. Het liefst wilde ik Draco op zijn bek slaan, maar ik hield me in. De val zag er pijnlijk uit, maar Harry wist niet van opgeven. Hij stond snel op en vuurde een spreuk op Draco af. Dit keer was Draco de gene die door de lucht vloog en neer belandde.
Mijn vader keek geïrriteerd naar Draco en trok hem omhoog. Nu keken de twee jongens moordlustig naar elkaar.
'Alleen ontwapenen!' riep Smalhart weer voor de zekerheid. 'Serpensortia!' riep Draco. Een slang spoot uit de punt van zijn toverstok en belande in het midden van het podium neer. Sissend gleed het dier over het podium. Harry keek de slang recht in de ogen aan.
'Maak je geen zorgen, Potter. Ik zal hem wel opruimen voor je.' zei mijn vader terwijl hij naar de slang toe liep. 'Laat mij maar, professor Sneep!' onderbrak Smalhart.
'Alarte ascendare!' De slang vloog in de lucht, maar werd daardoor alleen maar bozer.
Harry liep voorzichtig op de slang af. Hij begon tegen de slang te praten. 'Doe niemand iets aan.' zei Harry. Doodsbang keek Joost naar de slang. Zo te zien was de slang van plan Joost aan te vallen.
'Doe Joost niets aan!' zei Harry. De slang luisterde niet. Nu ging ik voor Joost staan.
'Ga bij hem weg!' siste ik naar de slang. Nu keek de slang mij aan. Voorzichtig knikte ik 'nee'.
'Vipera evanesca.' mompelde mijn vader afwezig. De slang verbrandde weg.
'Wat deden jullie nou weer?' vroeg Joost doodsbang aan mij en Harry. Verward keken we hem aan tot we doorhadden dat iedereen ons aandachtig aankeek. Zelfs mijn vader keek mij aandachtig aan, vreemd.

Our secretWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu