43 - Het duistere teken

292 16 0
                                    

Maanden lang ging het weer goed, geen aanvallen, niets. Ik kon me gewoon rustig richten op school, maar toen op die ene dag ging alles mis, op de dag van 29 mei 1992.

Ik liep zoals gewoonlijk, alleen, door de gangen. Natuurlijk hield ik me nog steeds niet aan de regels, waar ik uiteindelijk toch wel spijt van had. Onderweg naar mijn woonkamer kwam ik namelijk haar tegen, Ginny. Hoewel er geen aanvallen meer waren, ging haar gezondheid alleen maar omlaag.
'Hey Gin!' zei ik vrolijk. Ze kwam op me af gelopen en deed iets, voor een seconde was alles zwart. Vanaf dat moment was ik in een soort van trans. Ik kon nog wel denken, maar ik kon niks doen tegen de dingen die ik deed, het was afschuwelijk, praten lukte, maar me verzetten niet. Ik wist niet wat ze gedaan had, maar wat het ook was, het betekende iets slecht.

We liepen door de gangen, terwijl we geen een woord tegen elkaar zeiden. Ginny kwam met een bakje vol met rode spul aangelopen, eerst dacht ik dat het verf was, maar algauw kwam ik erachter dat het bloed was. Ik rilden van het idee, dat Ginny waarschijnlijk alle kippen van Hagrid zat te vermoorden. Even wilde ik overgeven, maar ik hield het in. 'Ginny, wat gebeurt er?' vroeg ik bang aan haar, maar natuurlijk kreeg ik geen antwoordt. Ze doopte haar hand in het bakje met bloed en begon op de muur te kalken. Ik, die niks ertegen kon doen begon mijn hand ook erin te dopen en op de muur te schrijven. Stoppen, dat wilde ik, maar het kon niet. Langzaam schreven we de opschrift op.
HUN GEBEENTEN ZAL EEUWIG IN DE KAMER LIGGEN stond er geschreven. Ik wist natuurlijk zelf wel wie "HUN" waren, dat waren Ginny en ik.

Ik verwachtte een Basilisk die tevoorschijn zou komen, maar die kwam niet. Nee, inplaats daarvan liep ik achter Ginny aan, op weg naar de meisjestoilet op de eerste verdieping. Eerst snapte ik niet wat we daar te zoeken hadden, maar daar kwam ik vrijwel direct achter. Ginny wees naar de wasbak en ik liep er automatisch naartoe. Ik begon wat te fluisteren, in sisselspraak, ik had geen idee wat ik nog eigenlijk zei, maar dat was wel mijn minste zorg. De wasbak was niet langer een wasbak meer, maar een opening, de opening van dé geheime kamer, dat wist ik zeker.

Ginny sprong eerst in het gat en vrijwel meteen sprong ik erachteraan. Het was een pijpleiding of zoiets. Wat het ook was, het kwam uit op een ruimte die vol lag met botten en een enorme slangenhuid, van de Basilisk nam ik aan. Ginny zag er nu lijkbleek uit en ik vermoedde dat ik er dan ook zo uit zou moeten zien. Waarom ik? Van alle mensen die Ginny onderweg tegen kon komen, koos ze mij om mee te gaan, of was het de bedoeling dat ik mee ging? In stilte liep Ginny verder naar een soort van deur, weer sprak ik sisseltong en de deur sloeg open. Verward keek ik naar de kamer.

De geheime kamer kwam nu echt tevoorschijn. Een jongen van een jaar of zestien stond ons op te wachten, Marten. Ik wist niet wat ik moest doen, naar hem luisteren dat was zeker.
'Ah Ginny, je hebt zoals gevraagd een gast meegenomen.' zei Marten koeltjes, 'en jij bent?' vroeg hij aan mij.
'Olivia Sneep.' antwoordde ik zacht. Hij bekeek me onderzoekend aan en begon daarna verder met praten, 'Nou welkom Olivia, je weet waarschijnlijk niet waarom je hier bent?' vroeg hij met een gemene glimlach.
'Ik weet heel goed waarom ik hier ben, ik ben hier om dood te gaan.' zei ik, proberend niet bang over te komen.
'Aha, je weet dus wel waarom je hier bent, nou ik zal even uitleg geven, zodra Ginny dood is, zal ik herreizen en extra kracht is niet verkeerd. En jij - jij gaat me daarbij helpen.' zei hij. 'Wat bedoel je met "herreizen."' vroeg ik verward.
'Ik, heer Voldemort, zal weer de machtigste tovenaar op de wereld zijn.' antwoordde hij en hij schreef "Marten Asmodom Vilijn" met zijn stok en met een simpele zwaai husselde de letters zich door elkaar. "Mijn naam is Voldemort" stond er in de plaats.
'U bent Voldemort?' vroeg ik verbaasd.
'Wat dacht je anders?' vroeg hij. 'Dat ik die vieze dreuzel naam van mijn vader aanhield?' Ik keek hem strak aan, terwijl mijn hersenen op volle toeren gingen. 'Nee, ik koos een naam die elke tovenaar en heks zou beangstigen zodra ik de machtigste tovernares ter wereld werd. Nou, Olivia Sneep kom je einde tegemoet!'
'En wat als ik bij u aansluit?' probeerde ik snel. Hij keek me verbaasd aan. 'Wat als ik een dooddoener word, net zoals mijn vader?' vroeg ik. 'En hoe weet ik zeker dat je ook echt aan mijn kant gaat staan?' vroeg hij. 'Dat weet je niet.' antwoordde ik uitdagend. Waar kwam al dat lef vandaan? Ginny, die de hele tijd doodstil was, viel opeens op de grond.
'Aha, ik zie dat mijn plan al werkt.' merkte Marten op.
'Wat heeft Ginny u ooit misdaan? Wat heb ik u ooit misdaan?' vroeg ik en ik knielde naast Ginny neer.
'Puur ongeluk.' antwoordde Marten met een nare grijns. Ik pakte Ginny's pols om te kijken of ze nog leefde en gelukkig was dat nog zo. Ik was bang dat dat snel zou veranderen.
'Laat mij een dooddoener worden, als ik u niet gehoorzaam kunt u mij altijd nog vermoorden.' stelde ik voor.
'Wat heb ik aan een elfjarig meisje?' vroeg hij en ik dacht diep na.
'Ik ken veel spreuken en ik kan u helpen met het vermoorden van Harry Potter.' antwoordde ik, het liefst zou ik Harry hier niet mee betrekken, maar ik deed alles eraan om te blijven overleven en zodra ik hier weg was waarschuwde ik Harry gewoon. 'Hoe wil jij dat doen?' vroeg Voldemort spottend.
'Ik ben zijn zus.' antwoordde ik en ik stak mijn pols uit, zodat het kleine littekentje te zien was. Voldemort begon weer te grijnzen,
'Zusje vermoordt broer, een geweldig verhaal.' zei hij. 'Je mag bij de dooddoeners, geef je me arm.' beval hij. Hij leek op dat moment wel op een gestoorde kind. Gehoorzaam stak ik mijn arm - mijn linkerarm, uit en voor ik het door had, zat het op mijn arm, het duistere teken. Ik zakte van de pijn in elkaar. Het brandde enorm, maar ik verzette de pijn. Ik stond op en keek Voldemort recht aan. Het belangrijkste was dat ik het nu misschien wel overleefde, en als ik geluk had kon ik Marten stoppen en Ginny redden, om de rede hoe het gegaan was was ik alleen niet zo trots op, ze zeiden wel eens: eens een dooddoener, altijd een dooddoener.

Our secretWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu