11 - De vraag

518 23 3
                                    

Ik werd vroeg wakker, ik had die nacht echt heel slecht geslapen, omdat ik te exited was voor vandaag. Ik wist niet waarom ik zo blij was, want waarschijnlijk ging mijn vader toch weer boos worden als ik om mijn moeder vroeg. Ik stond op en deed mijn gordijnen open. De zon scheen al in mijn ogen. Ik liep de badkamer in, pakte een douche en deed daarna een zwarte blouse met een spijkerbroek aan. Ik keek op de klok, het was half negen. Ik had nog maar een half uurtje om te ontbijten, zo snel als ik kon liep ik naar de grote zaal, ik kwam na 5 minuten al aan. Ik ging naast Madeline zitten. 'Goedemorgen' zei ik vrolijk. 'Vanwaar zo vrolijk?' vroeg Madeline verbaasd, waarschijnlijk omdat ik normaal een ochtendhumeur heb. 'Gewoon.' zei ik schouderophalend en ik pakte een broodje met spek. 'Wat ga jij vandaag doen?' vroeg ik enthousiast aan haar.
'Niks bijzonders, denk ik.' antwoordde ze en ze legde haar boek weg. 'En jij?'
'Ik ga wat met m'n vader bespreken, maar verder niks bijzonders.'
Nadat ik mijn eten op had stond ik op en liep naar de bibliotheek. Ik liep naar een werktafel en pakte mijn leerboek, ik moest voor morgen nog wat huiswerk afmaken. Na ongeveer 2 uur had ik eindelijk alles af. Het duurde nog één uur voor de lunch er was, dus ik besloot maar een wandeling te maken. Ik stond op bracht mijn boek snel naar mijn kamer en ging door de school lopen. Ik liep over het binnenplein, diep in gedachte over vanmiddag. Toen ik opeens uit mijn gedachte werd gerukt, ik was weer tegen iemand aan geknald. Waarom gebeurt dat mij nou altijd weer?
'Oh- ehm, sorry' mompelde ik.
'Maakt niet uit.' hoorde ik een bekende stem zeggen. Ik keek op en keek recht in de kille, grijze ogen van Draco. Geen van ons beide keek weg.
'Oh hoi.' zei ik droog.
'Hey.' grijnsde hij. Ik besloot maar om het oogcontact te verbreken, en toen merkte ik pas dat we echt super dicht tegenover elkaar stonden. Snel stapte ik een stap naar achteren. 'Hoe - hoe gaat het met je?' vroeg ik om de stilte te verbreken.
'Best wel goed, met jou?'
'Goed, geweldig zelfs.' zei ik blij, toen ik weer dacht aan het plan.
'Vanwaar zo blij?'
'Oh uhm, privé redenen.' antwoordde ik.
Met gefronste wenkbrauwen keek Draco me aan.
'Je kan me heus wel zeggen wat je van plan bent.' zei hij. 'Ik ben best wel te vertrouwen.'
'Laat me niet lachen.' zei ik. 'Draco Malfidus, dé Draco Malfidus, te vertrouwen?'
'Oké, ik heb dan misschien niet een al te beste reputatie, maar geloof me als ik zeg dat ik te vertrouwen ben.'
'Het zal wel.' lachte ik. 'Maar de lunch begint zo, dus ik moet gaan.' We zeiden beide gedag en onze wegen scheidde.
Niet veel later kwam ik in de grote zaal aan. Na de lunch zouden ik, Lyra, Hermelien, Harry en Ron afspreken. Ik keek even rond of ik de andere al zag. Het kostte niet veel moeite om ze te vinden. Ik ging zitten en pakte wat eten. Ik at het zo snel mogelijk en stond daarna op, Lyra stond ook op, maar de rest nog niet. Ik bleef wachten achter de deur van de grote zaal. Lyra kwam al vrij snel naast me te staan.
'Laten we hier wachten tot ze er zijn.' zei ik en Lyra knikte instemmend. Ik ging tegen de muur staan en liet me zelf naar beneden glijden. Lyra volgde mijn voorbeeld en samen zaten we op de grond.
'zin in?' vroeg ze. Ik knikte.
'Heel erg, ik heb er bijna niet van kunnen slapen' zei ik vrolijk.
'Mooi zo' lachte ze. 'Daar zijn ze' en ze wees naar de opening van de grote zaal. Snel stonden we op en liepen we naar Hermelien, Harry en Ron.
'Hey!' zeiden Lyra en ik in koor.
'Hey.' glimlachte de anderen.
'Laten we maar meteen gaan, ik kan echt niet nog langer wachten.' zei ik blij en ongeduldig tegelijk. De anderen schoten in de lach. Al kletsend liepen we naar mijn vaders kantoor.
'Wij blijven hier staan, als hij je wat aan probeert te doen moet je gewoon roepen, dan komen we je redden.' zei Harry.
'Komt goed.' Ik klopte drie keer aan. Geen reactie. Ik klopte nog een keer drie keer aan, weer geen reactie. Nu deed ik de deur gewoon open, hij was er niet. Dat betekende dat hij in de woonkamer zat, maar daar mochten de andere niets van afweten. Ik liep terug naar de rest. 'Hij is er niet.'
'Waar zou hij zijn denk je?' vroeg Hermelien. Ik twijfelde, moest ik het vertellen? Als ik het vertel kom ik misschien wel in de problemen, maar mijn vrienden moeten de waarheid weten. Ik zuchtte.
'Ik denk dat ik wel weet waar hij zit.' zei ik met een hoog stemmetje.
'Oké... waar?' vroeg Hermelien. 'Beloof me eerst dat jullie hier nooit een woord over gaan zeggen tegen andere.' zei ik zacht.
'Beloofd' zeiden ze alle vier tegelijk. Ik zuchtte weer.
'Oké, volg mij dan maar.' en ik liep vooruit.

'Hij zit hier, waarschijnlijk.' en ik wees naar de deur van mijn woonkamer. 'Nou oké, wij wachten hier, schreeuw als we moeten helpen' zei Harry weer. Ik liep naar de deur, keek nog even naar de andere en liep daarna naar binnen. Ik had gelijk, daar zat de man die ik al een hele dag niet meer had gesproken, mijn vader. Hij zat op de bank de ochtendprofeet te lezen, ik liep rustig naar de bank toe en ging tegenover hem zitten.
'Vader, kan ik even met u praten?' vroeg ik trillerig. Hij keek op uit zijn krant en knikte.
'Daar gaat hij dan.' fluisterde ik en ik kreeg een misselijk gevoel in mijn buik. 'Kunt u mij alsjeblieft vertellen wie mijn moeder is?' mijn vader keek mij geschrokken aan.
'Alsjeblieft vader!' smeekte ik zowat. 'Waarom wil je dat weten?' vroeg hij, duidelijk niet wetend wat hij zou moeten zeggen.
'Omdat het best wel iets belangrijks is!' antwoordde ik.
'Ik kan het niet zeggen.' zei hij nu met opgeheven stem.
'Waarom niet?' vroeg ik nu ook met een opgeheven stem.
'Gewoon niet.' zei hij geïrriteerd. 'Alsjeblieft vader, u kunt het niet voor altijd verbergen.' Mijn vader wist niet wat te doen.
'Ik heb een idee.' zei ik. 'Vertel dan alleen de naam.' stelde ik voor. 'Oké, mijn best.' verbaasd keek ik mijn vader aan, gaat hij nou eindelijk zeggen wie mijn moeder is?
'Lily.' zei hij zacht.
'Lily?' vroeg ik.
'Ja, Lily Evers, en nou wegwezen!' zei mijn vader. Met een glimlach liep ik de kamer weer uit. Meteen kwam de rest naar me toe gerend.
'Hoe ging het?' vroeg Lyra enthousiast.
'Hij heeft haar naam gezegd!' zei ik bijna springend van blijdschap.
'En? Wie is het?' vroeg Hermelien nieuwsgierig.
'Lily.'
'Lily?' vroeg Harry met gefronste wenkbrauwen.
'Ja!' zei ik nog steeds springend.
'Zo heette mijn moeder ook.' zei hij meer tegen zichzelf dan tegen ons.

Our secretWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu