44 - De geheime kamer

286 15 0
                                    

Net nadat ik een hele uitleg over hoe hij Potter zou moeten vermoorden, hoorde ik een hard kabaal van de andere kant van de geheime kamer komen. Volgens mij had Voldemort het niet gehoord, want hij ging gewoon verder met vertellen hoe hij de machtigste tovenaar ter wereld zou worden. Natuurlijk wilde ik die Voldemort weg hebben, maar ik was nu officieel een dooddoener, dus ja, ik moest hem wel gehoorzamen. Die Voldemort was zo slecht nou ook weer niet, hij gaf me een plek in de kamer waar ik even kon uitrusten. Ik maakte me ontzettend zorgen om Ginny, ze was stervende. Nog even en ze leefde niet meer. Op de een of andere manier lukte het me toch om te slapen. Er lag een bijna dode lichaam niet ver van me vandaan en ik ging gewoon slapen, wat een vreselijk mens was ik. Nou ja, nu paste mijn vader en ik beter bij elkaar.

'Ginny, wordt wakker, wordt wakker!' riep iemand paniekerig. Ik opende mijn ogen.
'Ze wordt niet wakker.' hoorde ik een andere stem zeggen, wat klonk als die van Voldemort.
'Marten? Wat bedoel je ze wordt niet wakker?' vroeg de stem weer en ik zweer dat ik die stem herkende, ik kon gewoon even niet plaatsen waarvan. Ze voerde een kort gesprekje en langzaam sloop ik richting de kamer.
'Jij - jij bent Voldemort.' zei de jongen.
'Heel goed. Ik ben de machtigste tovenaar van de wereld!' zei Marten. 'Perkamentus is de machtigste in de wereld!' beet de jongen hem toe en nou herkende ik zijn stem wel, het was mijn bloedeigen broer.

Ik liep naar de twee jongens toe. Zodra Harry mij zag werden zijn ogen groot,
'Liv? Wat doe je hier? Ga weg nu!' bulderde hij beschermend. Ik keek hem schuldig aan, lieve Harry, hij had nog geen idee, wat voor monster zijn zusje was geworden.
'Dat gaat niet.' antwoordde ik koeltjes, waardoor Harry me verbaasd aankeek.
'Je weet niet wie hij is, je moet echt gaan!' smeekte Harry en hij wees naar Marten.
'Ik weet heel goed wie hij is.' beet ik hem toe. Marten stond er alleen maar stok bij te grijnzen. 'Het spijt me, Harry.' zei ik bijna geluidloos en ik strookte mijn arm op. Ik durfde nauwelijks zelf naar het teken te kijken. Harry keek er geschokt naar, 'D-dat kan niet!' schreeuwde hij. Ik keek verdrietig naar de grond, ik voelde me ontzettend schuldig nu ik zo voor hem stond. Marten begon uit het niets sisselspraak te praten en de Basilisk kwam tevoorschijn. Het beest was tien keer erger dan dat ik me had kunnen voorstellen. Harry begon te rennen voor zijn leven, maar viel toen op de grond. Ik beet op mijn lip en wilde weg kijken. Mijn broer zou vermoordt worden, recht voor mijn neus. Ik snapte nu waarom ik geen Griffoendor was, ik zou het voor hem op moeten nemen, hem helpen, maar ik deed niks, ik stond aan de grond genageld. Alles had ik ervoor over om het te overleven, zelfs het leven van mijn broer en mijn vriendin. Ik hoorde dat iets aangevlogen kwam, ik keek nog steeds weg, maar hoorde dat de basilisk gilde - in hoeverre je het gillen kon noemen - maar ik wist niet eens dat dat beest geluid kon maken. Was hij dood? Om erachter te komen, moest ik toch echt mijn ogen open doen. Voorzichtig opende ik mijn ogen. Ik vloekte in mezelf. De basilisk was nog steeds in leven.
'Hij is misschien blind, maar hij kan je alsnog horen!' riep Marten van naast me. Er was nog hoop, hoop dat Harry het overleefde. Harry rende weer weg en hij verdween uit het zicht.

'Dus... alles kits?' vroeg ik droog aan Marten. Als je toch aan zijn kant moest staan, kon je beter bevriend met hem worden, toch? Marten keek me raar aan.
'Wat? Ik dacht even een leuk gesprek met u voeren.' mompelde ik schouderophalend. Nu keek hij me geïrriteerd aan,
'Het gaat goed.' mompelde hij. Ik moest mijn lach inhouden, niet iedereen had zo een random gesprek met de heer van het duister. Mijn ogen schoten naar Ginny toe, naar haar levenloze lichaam.
'Waarom heeft u van alle mensen Ginny gekozen, ze is puur bloed?' vroeg ik licht boos.
'Dat heb ik niet gekozen.' antwoordde hij, waardoor ik alleen maar nog verwarder werd. Ik besloot er niet op in te gaan, ik ben er achter gekomen dat Voldy best wel chill kon zijn, maar volgens mij vindt hij het alsnog niet erg als hij me moest vermoorden. Na een tijdje hoorde ik geen geluid meer en ik was even bang dat Harry verslonden zou zijn door de basilisk. Totdat hij weer aankwam gerend, zonder basilisk.

Ik keek hem verbaasd aan, maar het enige wat ik terug kreeg was een boze blik. Hij vondt me een verrader, wat logisch was. Hij voelde hetzelfde als dat ik voelde toen ik erachter kwam dat mijn vader een dooddoener was, misschien was dit wel erger, Harry en ik hadden een echte goede band. Hij rende op Ginny af, maar op dat moment kwam de basilisk weer tevoorschijn. Harry stond verschrikt op en wilde wegrennen, maar toen verscheen er in de oude hoed, die naast me lag, een zwaard. Zonder na te denken, trok ik het zwaard uit de hoed.
'Harry!' riep ik en ik gooide het zwaard naar hem, die hij toen opving. Hij klom het beeld op, terwijl de basilisk hem aan probeerde te vallen. Hoewel ik het dood eng vond, bleef ik wel kijken. Marten keek me boos aan.
'Sorry... hij is mijn broer, ik kan hem niet laten sterven.' zei ik. Harry haalde uit naar de Basilisk, maar miste. Harry viel een stuk naar beneden en verloor het zwaard. Hij deed alle moeite om het zwaard te pakken, wat hem ook lukte. Harry haalde weer uit en dit keer stak hij het zwaard door het hoofd van de basilisk. De slang viel dood op de grond en Harry strompelde naar beneden. Hij liep weer op Ginny af, maar viel toen naast haar op de grond. Ik zag hoe Harry een tand uit zijn arm trok, een basilisk tand. 'Grappig hoe snel het gif van een basilisk zich verspreid in het lichaam, je hebt misschien nog een minuut te leven.' zei Voldemort. Harry was half dood en kon dus niks doen, dit moest ik zelf regelen. Ik rende naar Ginny toe en trok het dagboek uit haar handen.
'Wat ga je doen?' vroeg Voldemort licht paniekerig. Ik keek hem met een grijns aan, pakte toen de basilisk tand, die naast Harry lag, en stak hem in het dagboek. Rode inkt kwam er uit gestroomd, ik klapte het boek dicht.
'Nee stop!' beval Voldemort, maar ik luisterde niet, ik stak de tand nog een keer in het dagboek. Harry keek toe hoe Voldemort openbarstte en verdween. Meteen toen Marten weg was, werd Ginny wakker. Ze keek ons geschrokken aan.
'Olivia, het spijt me zo, ik had je niet mee moeten nemen, ik wist niet wat ik deed!' ratelde ze, 'en Harry? Ik was het, ik heb de kamer geopend, maar ik wilde het niet, Marten dwong me ernaar. Oh Harry, je bent gewond!' zei ze tegen Harry.
'Ginny, Liv, luister goed, ga terug naar de ingang, daar staat Ron op jullie te wachten, wees snel.' zei Harry.
'We laten je niet alleen!' riep ik. 'Besef het dan, ik ga zo dood!' riep Harry woest naar mij, alsof het mijn schuld was, wat het ook een soort van was. Op dat moment kwam een rode feniks aangevlogen. Het beest landde naast Harry neer.
'Je was geweldig Felix, maar ik was niet snel genoeg.' zei Harry tegen het beest. De feniks boog zijn kop naar Harry's wond en begon er tranen op te laten vallen. We keken alle drie toe hoe de wond langzaam heelde. 'Natuurlijk, feniks tranen, hebben helende krachten.' mompelde Harry, 'Het is goed, het is afgelopen, het is niets meer dan een herinnering.' zei Harry tegen ons en hij stond op.

Our secretWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu