40 - Niet weer

289 15 0
                                    

Mijn wereld zakte in elkaar. Ik zakte huilend op de grond.
'Vertel me dat je aan het toneelspelen bent!' zei ik met een trillende stem. Ik had mijn ogen dichtgeknepen in de hoop dat als ik ze weer open deed alles gewoon goed zou zijn, maar nee, ik opende mijn ogen en alsnog lag de versteende lichaam van Madeline op de grond. Ik was stiekem in mijn eentje door de school gaan lopen toen ik haar tegenkwam. Ik was blijkbaar ook de eerste die haar gevonden had. Ik voelde aan haar pols om te kijken of ze überhaupt nog leefde, maar haar lichaam voelde als ijs aan. Haar hart klopte nog wel, gelukkig. Ik vermande mezelf en sleurde Madeline heel onhandig naar een lege bezemkast, zodat andere haar niet zouden zien liggen. Ik liet haar daar even achter om naar professor Perkamentus' kantoortje te gaan.

Ik kwam aan bij de enorme waterspuwer.
'Zak met Zuurtjes.' zei ik schor, terwijl er nog steeds tranen over mijn wangen gleden. Er kwam een stenen wenteltrap, als een spiraalvormige roltrap tevoorschijn. Ik stapte de wenteltrap op en liep naar boven toe, tot ik bij de glanzende eiken deur terecht kwam. Voorzichtig klopte ik met de koperen, griffioen vormige klopper op de deur.
'Kom binnen.' hoorde ik een kalme stem roepen vanaf de andere kant van de deur. Ik deed de deur open en liep de mooie, grote, ronde kamer binnen vol vreemde geluidjes. In de kamer hingen vele portretten van ex-schoolhoofden van Zweinstein. Er stond ook een enorm bureau met klauwpoten, waar veel papier op lag. Bij het bureau stond een bureaustoel, waar Perkamentus op zat.
'Vanwaar dit genoegen, juffrouw Sneep?' vroeg Perkamentus en toen zag hij pas mijn betraande gezicht. 'Gaat alles wel goed?' vroeg hij en ik dacht een bezorgde toon te horen. 'M-M-Madeline is v-versteend!' stotterde ik. Perkamentus stond op en liep rustig naar me toe.
'Bedoel je Madeline Brown?' vroeg hij kalm. Ik knikte.
'Kunt u mij naar haar toe brengen?' weer knikte ik.

We kwamen aan bij de bezemkast. Ik deed de deur klink naar beneden en duwde de deur open. Het lichaam van Maddie lag er nog steeds.
'Ik heb haar hierheen gesleept zodat mensen haar niet zouden zien liggen.' zei ik, ik was alweer een beetje gekalmeerd.
'Waar heeft u haar gevonden?'
Ik wees naar de gang,
'precies hier.' zei ik en ik liep naar de plek waar ik Maddie een kleine halfuur geleden had zien liggen.
'Kunt u Madame Pleister voor mij halen?' vroeg Perkamentus aan mij, ik knikte en liep ervandoor. Ik was nauwelijks instaat om te praten. Ik ademde diep in en uit en liep verder richting de ziekenzaal.

Ik klopte op het kantoor deurtje. Madame Pleister deed open.
'Wat is er lieverd?' vroeg ze.
'U moet meekomen, er is een nieuwe versteende!' antwoordde ik. Madame Pleister knikte en liep met me mee naar de gang waar het zich had plaatsgevonden. Ze snakte naar adem toen ze Madeline zag liggen, maar liep toen gauw naar haar toe. 'Ik heb versterking nodig om haar naar de ziekenzaal te kunnen brengen.' zei Madame Pleister, die Maddie voorzichtig op een brancard legde.

Ik liep weg om de eerste de beste leraar tegen te komen en natuurlijk was dat weer mijn vader, hoe verrassend.
'Vader, u moet echt meekomen, er is een versteende en u moet helpen om haar naar de ziekenzaal te brengen!' ratelde ik.
'Wie is het?' vroeg mijn vader verbaasd.
'Madeline, maar hallo, we hebben niet de hele dag de tijd, meekomen!' zei ik en ik liep ervandoor, met mijn vader achter me aan.

'Oh daar zijn jullie eindelijk.' zei Madame Pleister ongeduldig, 'jullie moeten beide meehelpen.' zei ze tegen mijn vader en mij. Verbaasd keek ik haar aan, ik moest blijkbaar ook meehelpen. Project breng-Madeline-naar-de-ziekenzaal ging van start. Ik liep naar de brancard toe en tilde de ene kant terwijl mijn vader de andere kant optilde. Gelukkig was ik best wel sterk en kon ik het wel dragen. Voorzichtig, maar snel liepen we naar de ziekenzaal. Onderweg kregen we allemaal geschokte blikken van leerlingen, maar daar had ik even geen tijd voor. Mijn eerste prioriteit ging naar Madeline, die naar de ziekenzaal gebracht moest worden.
'Leg haar hier maar neer.' zei Madame Pleister en ze wees naar een bed. Ik en mijn vader tilde Madeline van de brancard af en legde haar op het aangewezen bed.
Toen pas kwam het besef weer terug, mijn beste vriendin was versteend. We waren al meteen op de eerste dag met elkaar bevriend en nu verliet ze me. Niet voorgoed, maar wel lang. Ze lag naast het bed van Hermelien. Twee vriendinnen die versteend waren, kon het nog erger? Waarschijnlijk wel, maar daar kon ik nu even niet aan denken. Ik had haar nog zo gewaarschuwd nadat Hermelien versteend was, maar voor haar was het een grote grap. Ik was verdrietig dat ze weg was, maar ook boos dat ze het niet serieus nam.

Ik bleef nog even bij de twee lichamen zitten, maar na een uur was het bezoekuur voorbij en moest ik weg. Ook begon de lunch, dus ik baande een weg naar de grote zaal. Ik liep naar de Griffoendor tafel. Bij Huffelpuf had ik nu toch niks meer te zoeken aangezien Madeline mijn enige vriendin daar was.
'Hey jongens.' zei ik treurig en ik ging naast Harry zitten.
'We weten het... van Maddie.' zei Aurora. Verbaasde me ook niks, nieuws verspreidde zich snel in deze school. Ik maakte een "oh" gezicht en pakte een broodje ei. Ginny was weer afwezig, natuurlijk. Een plotselinge woede kwam in me op, als zij echt degene was die mensen versteend, dan vermoordde ik haar.
'Kreng.' mompelde ik boos. Zei ik dat hardop? Ik schrok van wat ik zei.
'Wie?' vroeg Harry verbaasd. Ja dus. 'Hè? Wat?' vroeg ik nep verbaasd. Ik kon hem niet vertellen over Ginny natuurlijk, dus dan maar doen alsof ik niks gezegd had.
'Wie is een kreng?' vroeg Harry onzeker.
'Waar heb jij het nou weer over?' vroeg ik met gefronste wenkbrauwen. 'Niks, laat maar.' antwoordde Harry verward. Ik zuchtte even luid en at daarna mijn eten op, ik was er wel weer klaar mee voor die dag.

Our secretWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu