22 - Pijn

389 20 1
                                    

Ik werd de volgende ochtend pas laat wakker. Ik ging rechtop zitten en besefte pas na een tijdje waar ik nou eigenlijk was. De ziekenzaal.
'Goedemorgen.' zei Harry die al aan het ontbijten was.
'Morgen.' zei ik terug. Ik keek even de ziekenzaal rond en mijn blik stopte even bij een bed die gisteren nog niet bezet was. Een klein jongetje met blonde haren lag helemaal verstijfd op het bed. Dat moet degene zijn die die vorige nacht hiernaartoe was gebracht.
'Kasper krauwel...' zei ik zacht.
Madame Pleister kwam weer haar kantoortje uit gelopen, ze had net als Ginny gisteren had, een dienblad vast.
'Goedemorgen, juffrouw Sneep.' groette ze en ze legde het dienblad weer op het tafeltje neer.
'Dank u wel, mevrouw.' zei ik zo beleefd mogelijk. Madame Pleister haalde weer een rood watje van mijn hoofd af.
'De wond is bijna genezen dus er hoeft geen nieuw watje op.' zei ze met een glimlach. Ik gaf een glimlach terug en madame Pleister verdween weer haar kantoortje in.
Rustig at ik mijn eten op. Hoewel ik die dag al weg mocht uit de zaal, had ik alsnog verlof van school voor een dag, aangezien ik waarschijnlijk pas in de middag weg mocht.
'Best wel eng zo'n versteende lichaam hier.' merkte ik op. Harry knikte instemmend terwijl hij een slok van zijn pompoensap nam.
'Hoe kende je die huiself?' vroeg ik zacht aan Harry. Verward keek hij me aan. 'Van vannacht.' zei ik met een "duh" gezicht.
'Oh, hij viel me lastig toen ik bij mijn oom en tante was.'
'onze oom en tante' verbeterde ik hem.
'Oh ja, ik moet er nog wel een beetje aan wennen.' antwoordde hij met een zwakke glimlach.
'Wel raar, huiselfen doen meestal geen dingen die ze niet mogen doen...' zei ik bedenkelijk. Harry haalde zijn schouders op en dronk zijn laatste beetje pompoensap op.

'Hey!' zei Hermelien vrolijk toen ze de ziekenzaal binnenkwam gewandeld. 'Hebben jullie geen les?' vroeg Harry verbaasd.
'Uitgevallen!' zei Ron met een blij gezicht. Ron ging bij Harry op het bed zitten en Hermelien bij mij.
'Mochten jullie vandaag niet al weg?' vroeg Hermelien.
'Jawel, vanmiddag waarschijnlijk.' antwoordde ik. Hermelien maakte een "oh" gezicht.
'Nog bezoek geweest?' vroeg Ron. Ik voelde hoe ik rood werd. Harry wilde wat zeggen, maar ik was hem voor. 'Alleen Ginny, niks bijzonders.' zei ik snel.

Na ongeveer een halfuurtje waren Ron en Hermelien alweer weg. Ik had barstende hoofdpijn, wat waarschijnlijk van de klap van de dag ervoor kwam. Zachtjes kreunde ik, zulke hoofdpijn als dit had ik nog nooit vaker gehad. Het werd zelfs zo erg dat ik zachtjes moest snikken. Blijkbaar was het niet zacht genoeg, want Harry stond binnen een paar tellen al voor mijn bed.
'Olivia gaat het?' vroeg hij ongerust. Wat is dat nou voor een vraag? Natuurlijk gaat het niet, dacht ik bij mezelf. Door de pijn heen schudde ik mijn hoofd. Harry kwam naast me zitten en trok me in een knuffel.
'Ik ga mevrouw Pleister halen.' zei hij zacht en hij stond op.

Niet veel later kwam een bezorgde madame Pleister aangerend, met een Harry op haar hielen. De pijn was ondertussen niet weggezakt, integendeel, het was juist nog erger geworden.
'Wat is er aan de hand, meisje?' vroeg madame Pleister, die naast me kwam staan. Ik opende mijn mond, maar er kwam geen geluid uit.
'Kijk me aan Olivia, vertel me wat er aan de hand is.' zei madame Pleister nog een keer kalm. Met volle concentratie deed ik mijn ogen open, waarvan ik nu pas door had dat ik ze dicht had. Ik keek recht in de ogen van madame Pleister en ik weet niet waarom, maar dat gaf me energie om te antwoorden.
'Hoofdpijn.' bracht ik uit.
'Potter, onderste laatje, het meest linkse flesje!' zei madame Pleister tegen Harry en ze wees naar een kastje. In mijn ooghoeken zag ik Harry snel naar het kastje toegaan. Harry kwam terug met een flesje in zijn hand, waarvan ik me afvroeg wat erin zat. Ik had niet lang de tijd om na te denken.
'Drink dit op.' zei madame Pleister, die me nog steeds bezorgd aankeek. Gehoorzaam deed ik wat er werd gezegd en niet veel later viel ik in een diepe slaap.

Geschrokken werd ik wakker. Ik lag nog steeds in het zelfde bed. Ik draaide mijn hoofd om Harry te kunnen zien, maar hij lag daar niet meer. Verwoed keek ik op de klok, het was net na drieën. Harry mocht de ziekenzaal waarschijnlijk al verlaten, ik ook, als ik tenminste niet opeens zoveel pijn had gehad. Op dat moment kon ik mezelf wel op me kop slaan, ik had ervoor gezorgd dat ik nog langer op deze saaie plek moest liggen. Ik zuchtte diep en liet mijn hoofd weer in het kussen vallen. Eigenlijk kon ik niks anders doen dan slapen, dus dat deed ik dan ook maar. Ik sloot mijn ogen in de hoop in slaap te vallen, maar zonder succes. Ik was gewoon niet moe.
Gelukkig duurde het niet lang voordat madame Pleister kwam controleren hoe het ging.
'Olivia, gaat het weer een beetje?' vroeg ze vriendelijk. Ik knikte.
'Wat was dat voor drankje?' vroeg ik, waarschijnlijk een of ander slaapmiddel, want ik viel als een blok inslaap.
'Een mengsel van een slaapmiddel en pijnstiller.' antwoordde ze met een glimlach.
'Weet u de oorzaak van mijn plotselinge pijn?' vroeg ik geïnteresseerd.
'Tijdens het onderzoek was niks geks te zien, dus zodra je zegt dat je je goed voelt mag je gaan.' natuurlijk was het voor mij niet zo'n lastige beslissing of ik weg zou gaan, of dat ik juist bleef liggen.
'Ik voel me prima!' zei ik en ik sprong van het bed af. Mevrouw Pleister kijk mij even raar aan, maar herstelde daarna haar blik en gaf een glimlach. 'Het is wel verstandig als je rustig aan blijft doen.' adviseerde ze en ze liep weer weg.
'Ik zal er rekening mee houden. Bedankt voor alle zorg!' vrolijk verliet ik de ziekenzaal weer.

Our secretWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu