𝟑𝟐 | 𝐇𝐨𝐭-𝐭𝐞𝐦𝐩𝐞𝐫𝐞𝐝

2.9K 79 51
                                    

• POV HOLLY •

'Ik vind nog steeds dat je vandaag bij mij op kantoor moet komen zitten,' gromt Aiden als we in de lift staan.

Voor de zoveelste keer die ochtend moet ik me inhouden om niet naar hem te snauwen. Hij heeft die woorden al minimaal tien keer gezegd in de afgelopen twee uur.

Ik zucht. 'Nogmaals: nee. Als ik vandaag bij jou op kantoor ga zitten, dan weet iedereen gelijk dat er iets tussen ons speelt. En je weet hoe ik over kantoor relaties denk — vooral als het de CEO betreft.'

Aiden draait zijn hoofd naar me toe en grijnst. 'Ben je bang dat je je handen niet thuis kan houden?'

'Ík ben niet het probleem hier,' snauw ik.

Hij rolt zijn ogen. 'Best. Dan ga ik wel bij jou op kantoor zitten.'

'Dat is precies hetzelfde!' roep ik gefrustreerd en zucht dan diep. 'Ik red me prima. En trouwens, als ik hulp nodig heb, dan is Evie altijd dicht in de buurt om me te helpen.'

Ik kijk omlaag naar de krukken waar ik op steun.

Nadat Alice abrupt haar zakenreis in Atlanta had afgebroken vanwege mijn ongeluk, was ze meteen in volle moedermodus gegaan. Ze had zelfs de krukken opgeduikeld uit de kast van toen Matt een paar jaar geleden een gebroken been opliep tijdens het snowboarden op zijn jaarlijkse wintersport vakantie.

'Dit bevalt me niks,' moppert Aiden weer.

Ik besluit zijn geklaag te negeren. Er valt toch niet met hem te praten als hij in deze stemming is.

Het is al heel wat dat ik me door hem naar het werk heb laten rijden en dat hij me — na veel aandringen van zijn kant — naar mijn werkplek mag brengen.

We hadden vanmorgen al bijna slaande ruzie gehad, omdat ik had meegedeeld dat ik vandaag — drie dagen na het ongeluk — weer aan het werk wilde.

Om te zeggen dat Aiden en zelfs Alice het daar niet volledig mee eens waren, is een flink understatement.

Toch heb ik me niks van hun argumenten aangetrokken. Het liefst was ik twee dagen geleden alweer aan het werk gegaan, maar mijn hoofdpijn was toen nog te erg, net als de pijn in mijn bovenbeen.

Nu heb ik ook een zeurderige hoofdpijn, maar ik heb het vermoeden dat dat meer komt van de eigenwijze man die mokkend naast me staat, dan van mijn verwondingen.

De liftdeuren schuiven open op de verdieping waar mijn afdeling zich bevind. Daar treffen we een zeer ongeduldige assistente aan.

'Holly!' Evie schiet de lift in om me te helpen, maar Aiden is haar al voor.

Hij slaat een sterke arm om mijn middel en draagt me zowat de lift uit, nu mijn voeten nauwelijks de grond raken.

Mensen, ik heb krukken! Wil ik bijna schreeuwen.

Met z'n drieën maken we onze weg naar mijn kantoor; ik ondersteund door Aiden — ook al kan ik prima alleen lopen, zelfs al is het dan op krukken — en Evie die me om de paar seconden een bezorgde blik toewerpt.

Inwendig slaak ik een zucht. Ze doen net alsof ik elk moment als een kaartenhuis in elkaar kan storten.

Van de collega's die we op onze route tegenkomen, schenken sommigen mij een bemoedigde glimlach en anderen vragen kort hoe het met me gaat. Daar geeft Aiden dan weer snauwerig antwoord op en probeer ik vervolgens de gekwetste collega te troosten met een verontschuldigde glimlach.

Zo te zien is mijn auto ongeluk als een lopend vuurtje door het kantoor gegaan.

Fantastisch.

𝐋𝐨𝐯𝐞 𝐓𝐨 𝐇𝐚𝐭𝐞 𝐌𝐞Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu