Hoofdstuk 15

73 6 0
                                    

"Heel mooi." zegt Jess en ze in haar handen klapt. "Zo, jongedame." zegt Mike terwijl hij zich naar Jess toedraait. "En nu?" gaat hij verder. Jess zucht even. "Ik denk.... Hadden we maar wat alcohol." zegt ze. "Als ik dat eerder had geweten." zegt Mike en hij krabt even aan zijn achterhoofd. "Ik weet het niet. Ik ben nog niet in de stemming." zegt Jess een beetje onzeker. "Doe ik iets verkeerd?" vraagt Mike. "Nee, nee. Ik bedoel... Je bent gewoon anders dan ik dacht. Snap je? Het ligt niet aan jou." zegt Jess. "Jess.." begint Mike. "Ik vind je echt heel leuk. Geef me nou een kans." zegt Mike terwijl hij naast Jess gaat zitten op de bank. "Je zult er geen spijt van krijgen." gaat hij verder. Hij legt zijn hand op Jess haar hand en ze glimlacht. "Je hebt in elk geval zelfvertrouwen." zegt ze glimlachend. "Mike, de luiken." zegt ze en Mike trekt zijn hand weg. "Wat is daarmee?" vraagt hij. "Kun je sluiten?" vraagt Jess. "Er is daar niemand." zegt Mike en hij zucht even. "Het voelt alsof iemand naar ons kijkt. Dat vind ik niet fijn." zegt Jess en ze kijkt even naar de luiken. "Jess, er is niemand." zegt Mike. "Ik vind het echt niet fijn." dramt Jess door. "Vooruit dan maar." zegt Mike en hij staat op. Hij loopt naar het raam, als plots zijn aandacht wordt getrokken door een wapen dat ernaast in een hokje hangt. "Jess!" zegt hij en hij pakt het wapen. "Moet je dit zien." gaat hij verder en hij draait zich om, om het wapen aan Jess te laten zien. "is het een vuur?" vraagt Jess sarcastisch. "Nee, veel cooler." zegt Mike. Hij zet het wapen tegen zijn borst en hij neemt een stoere houding aan. "Hoe vind je me zo?" vraagt Mike en Jess gaat goed zitten. Ze zet haar hand onder haar hoofd en ze zegt: "Waarom stellen mannen zich zo aan als ze een wapen hebben?" "Niks?" zegt Mike terwijl hij het wapen omhoog houdt. Jess houdt haar handen vragend een eindje omhoog, met zo'n blik van: Oké, lekker boeiend. "Oké...." zegt Mike en hij zucht. "Ze zal nooit begrijpen wat wij voor elkaar voelen." zegt Mike tegen het wapen terwijl hij het terughangt. Mike gaat voor het raam staan en hij pakt één van de luiken. Hij sluit hem en het maanlicht schijnt door de kiertjes. Mike sluit ook het andere luik en hij zegt: "Zo, de luiken zijn dicht." Hij draait zich om en hij loopt met langzame stappen naar Jess. "Waar waren we?" vraagt hij. "Sorry, ik ben gewoon bang en het valt niet mee om de schijn op te houden." zegt Jess plots. "Welke schijn?" vraagt Mike en hij gaat snel naast Jess zitten. "Dat ik zo zelfverzekerd en sexy doe. Terwijl ik van binnen eigenlijk nogal onzeker ben." legt Jess uit. "Jess, dat meen je toch niet?" vraagt Mike. "Wat?" zegt Jess verbaasd. "Je hebt niets om onzeker over te zijn." zegt hij. "Je moest eens weten." zegt Jess. "Dat doe ik ook." zegt Mike. "Iedereen is onzeker, ik ook. Maar jij pakt het goed aan. Al is het een façade, het werkt wel." gaat hij verder. Jess glimlacht. "Misschien wel." zegt ze. "Ja, en dat is echt opwindend." zegt Mike. "Echt?" vraagt Jess verbaasd. "Nou en of." zegt Mike. "Kom hier." zegt Jess en ze schuiven dichter naar elkaar toe. "Nu weet ik hoe ik jou moet aanpakken." zegt Jess. "Ik ben er echt aan toe om aangepakt te worden." zegt Mike flirterig. Hij houdt zijn handen bij de rits van haar jas en Jess gaat klaar zitten. Ze staan op en draaien een beetje om elkaar heen. Jess' jas ligt op de grond en Mike trekt ook zijn jas uit. Snel trekt hij zijn shirt over zijn hoofd en Jess gaat zitten op de bank met opgetrokken knieën. Ze zet haar voeten op de bank en Mike zet zijn been ook op de bank. Hij buigt zich naar voren om Jess te zoenen, als er plots gerinkel klinkt van glas uit de slaapkamer van de blokhut. Mike gaat staan en Jess pakt haar knieën vast. "Mike! Wat was dat?" vraagt Jess angstig. "Weet ik niet!" zegt Mike. "Vooruit, ga dan kijken. Nu graag!" zegt Jess en ze trekt haar knieën meer naar zich toe. Mike pakt de zaklamp van de grond en hij loopt naar het gangetje die naar de slaapkamer gaat. Er klinkt muziek door de blokhut. Het eerste wat Mike ziet als hij de slaapkamer inloopt is het gebroken glas van het raam. Op de grond ligt een telefoon, waaruit muziek klinkt. Hij pakt de telefoon op en hij bekijkt het even. "Het is je telefoon!" roept Mike tegen Jess die in de deuropening van de slaapkamer staat. "Wat? Hoe kan dat nou?" vraagt Jess verbaasd. "Weet ik veel." zegt Mike terwijl hij door het raam kijkt. "Hij vloog door het raam." gaat hij verder en Jess loopt naar hem toe. "O, verdomme." zegt ze en ze grist de telefoon uit zijn handen. "Wat?" zegt Mike, verbaasd door de reactie van Jess. "Die eikels zijn ons natuurlijk gevolgd om een grap uit te halen, net op het moment dat we wilden beginnen." zegt Jess boos en ze zucht even. Dan loopt ze met grote, snelle stappen naar de voordeur en ze zwaait hem open. Meteen voelt ze de koude wind en sneeuwvlokjes dwarrelen naar binnen. Ze stapt naar buiten en ze begint te schreeuwen: "Stelletjes eikels, ik weet dat jullie er zijn! Wat willen jullie?"

Op een andere plek, maar met uitzicht op Jess, staat iets naar haar te kijken. Het beeld vanuit zijn ogen is oranje en als Jess beweegt wordt ze wit.

"Onze avond verpesten?" schreeuwt Jess verder. "Nou, jammer dan. Dat lukt jullie nooit! Want Michael en ik gaan neuken! Inderdaad ja! We gaan seks hebben! En het wordt lekker! Dus geniet ervan! Dat doen wij ook!" schreeuwt ze nog voordat ze naar binnen gaat en ze sluit de deur. Met haar rug naar de deur zucht ze en ze zegt: "O, kom op nou." Mike wil naar haar toelopen, als plots het glas van het raam van de deur breekt en er komen twee armen naar binnen. Een van de handen trekt Jess in het kozijn van het raam en Jess gilt het uit. Jess probeert trapt met haar benen om zich heen, op zoek naar iets wat de hand tegenhoudt. Want de hand, het iets met die hand eigenlijk, wil niks liever dan Jess meenemen. De hand is niet menselijk groot, maar groter en het heeft lange en scherpe nagels. Het glas rondom haar nek breekt en ze begint nog harder te gillen als ze voelt dat het breekt. De hand houdt haar haar vast en Jess klemt haar handen om de arm. Haar groene ogen kijken angstig, maar Mike is verstijft van angst. Hij durft geen stap te zetten. Een laatste stukje glas breekt en Jess wordt naar buiten gesleurd, de nacht in. Haar gil galmt na door het bos en de gordijnen wapperen heen en weer. Jess is weg en dit keer was het geen grap van haar, om Mike te laten schrikken. Het enige dat aangeeft dat er iets is gebeurd is het gebroken glas.

In een kring staan Ashley, Chris, Josh, Sam, Emily, Matt, Mike en Jess. Met veel ruimte tussen elkaar en een angstige blik. Bang draait Nikita rondjes om haar as, in het midden van de grote kring. Plots komen er twee personen de kring inlopen. Ze dragen een zwart monnikspij. De kap verbergt hun gezichten. Ze lopen langs Josh en zijn vrienden en Nikita kan alleen maar toekijken. Ze slikt als één van de twee een mes pakt vanuit zijn/haar monnikspij en hij/zij zwaait het heen en weer. De persoon stopt met lopen als hij/zij voor Mike staat en hij/zij steekt in één beweging in zijn buik. Mike valt schreeuwend op de grond en er ontstaat een bloedplas. Jess gilt en de persoon steekt in een snelle beweging door haar keel. Bloed spuit rond en Jess valt happend naar adem op de grond. De andere persoon haalt ook een mes vanonder zijn/haar monnikspij vandaan en hij steekt Matt en Emily neer. De ene persoon loopt naar Chris en de ander nar Ashley en ze steken tegelijkertijd in hun buiken. Het leven vloeit langzaam weg uit Ashley en ze valt tegen Chris aan, die door het plotse gewicht en de pijn op de grond valt. Mike heft zijn hoofd op en hij begint te schreeuwen als hij Jess ziet liggen. Hij wil naar Jess toe kruipen, maar hij valt weer neer. "Stop! Alsjeblieft. Stop!" gilt Sam en ze grijpt Josh zijn arm. Beschermend pakt Josh haar vast en hij kijkt met een boze blik naar de twee personen. Sam begint te huilen en tranen rollen over haar wangen. "Kunnen jullie wel!" schreeuwt Josh boos. Nikita wil wat zeggen, maar haar lippen lijken wel op elkaar geplakt. De personen lopen naar Sam en Josh toe terwijl ze over de lijken van de anderen stappen. Sam begint te gillen en Josh gaat beschermend voor haar staan. "Hou op! Waarom vermoorden jullie onschuldige mensen?" schreeuwt Josh. "Omdat zij ons hebben vermoord." zeggen de personen en ze slaan de kap van hun hoofd. Daar staan ze. Hannah en Beth. "Hannah?" vraagt Sam angstig. "Beth?" vraagt Josh verbaasd. Hannah en Beth knikken alleen maar en ze steken Josh en Sam neer. Met een snelle beweging trekken ze het bebloede mes uit de lichamen en ze draaien zich naar Nikita die angstig begint te ademen. Haar ademhaling gaat snel en haar blik gaat naar Josh, haar broer. "Josh!" schreeuwt ze en Hannah en Beth lopen naar Nikita toe. "Nee! Ga weg!" gilt Nikita en ze wil wegrennen. Haar voeten lijken wel vastgeplakt en het enige dat ze kan is wachten tot Hannah en Beth bij haar zijn. "Ik heb niks gedaan." gilt Nikita. "Dat weten we." zegt Beth. "Maar je hoeft geen pijn te voelen door hun dood." zegt Hannah. "Waarom vermoordden jullie Sam en Josh?" vraagt Nikita. "Sam heeft Hannah niet tegengehouden en Josh heeft ons niet geholpen." zegt Beth. "Maar Josh was zat. Chris ook. Dat zei Sam." zegt Nikita. "Stop met praten. We verlossen je van de pijn." zegt Beth. Ze houdt het mes omhoog en bloed druipt ervan af. "Nee!" gilt Nikita en ze houdt beschermend haar handen voor zich.

Met een gil opent Nikita haar ogen en ze voelt zweet over haar voorhoofd glijden. Het was een droom. Een nachtmerrie. Hannah en Beth zijn niet dood. Niet vermoord, denkt Nikita en ze haalt diep adem. "Ze komen terug." fluistert ze zacht, ookal kan niemand haar horen. De persoon is weg en voor de rest zijn er alleen maar ratten. "Ze zijn niet dood. Ze komen terug." fluistert Nikita en ze glimlacht zwak.

Hey iedereen. En toen was Jess weg. Poefff. Verdwenen. Maar wie of wat heeft haar meegenomen en hoe zit het met Nikita. De persoon laat niks weten van zijn identiteit.
Dit was het hoofdstuk en tot het volgende. :)

Until DawnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu