Mike's ogen kijken vol pijn naar zijn vingers en hij houdt zijn tanden stijf op elkaar om niet te schreeuwen. Hij houdt het mes stevig vast in zijn hand en er glijdt een druppel bloed langs zijn vinger op de grond. Niet alleen op zijn pink en ringvinger, die vastzitten, zit bloed, maar ook op zijn andere vingers, doordat het bloed op spetterde door de plotse klap van de berenval. Hij moet er niet aan denken om zijn vingers te amputeren en hij heeft het gevoel dat iets steeds meer dichterbij komt. Hij duwt het mes, van bovenaf, in de klem en met al zijn kracht probeert hij het zo ver open te krijgen dat hij zijn vingers kan bevrijden. Het stuk mes die in de berenval is gestoken breekt af en de klem komt terug tegen de vingers aan. Mike schreeuwt het uit en er klinkt licht gegrom. Mike weet dat hij moet opschieten en hij steekt opnieuw het mes, vanaf de bovenkant, in de berenval. De berenval gaat een stukje open nadat Mike met al zijn kracht opnieuw probeert om zijn vingers te bevrijden van dat vreselijke ding. Hij heeft liever zijn vingers dan dat mes. Een mes kan hij altijd nog krijgen of zelf maken, maar zijn vingers krijgt hij niet terug. De puntige dingen van de berenklem gaan een stukje uit Mike's bebloede vingers. Plots breekt het mes opnieuw af en de klem klapt weer dicht. Met zijn tanden op elkaar schreeuwt hij en hij stampt op de grond ookal lost dat niks op. Een klein stukje ijzer zit nog vast aan het handvat van het mes, maar het is groot genoeg om hem opnieuw tussen de 'tanden' van de berenklem te zetten. Er klinkt weer licht gegrom en het klinkt veel meer in de buurt dan de eerste keer. Als hij nu niet opengaat amputeer ik wel, denkt Mike. Anders ben ik dood door de wolf. Hij doet zijn tanden stevig op elkaar en hij zet het laatste stukje ijzer in de klem. Hij gebruikt al zijn kracht en millimeter voor millimeter gaan de helften van de klem uit elkaar. Met het idee dat het mes opnieuw gaat afbreken en dat hij zo meteen zijn vingers moet amputeren gaat Mike verder met openmaken. Nog drie millimeter en mijn vingers zijn vrij, denkt Mike en hij kijkt naar de helften die nog iets verder uit elkaar gaan. Wanneer de drie millimeter is behaalt trekt hij zijn vingers en het mes met een snelle beweging eruit en de helften van de klem klappen weer tegen elkaar. Vrij. Zijn vingers zijn vrij. Hij heeft ze nog allemaal. "Godzijdank." zegt Mike opgelucht en hij gooit het laatste stuk mes weg. Het is kapot en niet meer te gebruiken. Een paar druppels bloed spatten op de grond en Mike bijt op zijn lip. Zijn vingers zijn misschien wel vrij, maar de pijn gaat niet weg. "Ah. Fuck." zegt Mike en hij zucht even. Waarom moest hem dit overkomen? Hij pakt de olielamp van de grond en hij kijkt naar een nieuwe ruimte achter een open deur. Plots komen er gedachte binnen over Jess. Jess..., denkt Mike. Waar zal ze zijn en hoe is ze eraan toe? Zal ze nog leven? Hij loopt naar de nieuwe ruimte en zijn aandacht wordt getrokken door een houten kast. De kast bestaat eigenlijk uit drie verticale planken met daartussen een paar houten planken. Op één van de planken staat een glazen pot en er zit iets in. Mike loopt naar de pot toe en hij houdt de olielamp erbij om te kijken wat het is. Een bijna onmenselijk hoofd zit in de glazen pot met een soort water. "Het wordt hier steeds gezelliger." zegt Mike en hij fronst zijn wenkbrauwen. Het is een vreemde schedel. Eigenlijk is het niet echt een schedel, want er zit een vel over het bot. Zijn lege oogkassen zijn amper te zien. Het vel is gerimpeld en strak over het bot. Mike doet de lamp naar beneden en hij stapt naar achteren. Van wie was dat vreemde hoofd, denkt Mike en hij draait zich om. Aan de andere kant van de ruimte staan koelcellen voor lijken. Het lijken net enorme ovens. Er zijn twee rijen. Een op de grond en de andere op de andere koelcellen. Een paar deurtjes zijn open, maar er zijn er ook een paar dicht. Mike loopt naar een dichte koelcel en hij pakt het handvat van de deur vast. Het trekt met een zwaai het deurtje open. Wolkjes damp zweven uit de koelcel en een lijk wordt zichtbaar. Hij trekt de plaat, waar het lijk op ligt, naar zich toe en het lijk kijkt met dode ogen naar het oneindige. "Walgelijk." zegt Mike. Een paar sprietjes haar zitten aan het hoofd van het lijk en zijn tanden zijn bruin. Niet goed gepoetst, denkt Mike en hij glimlacht even. Een paar gedeeltes van zijn gezicht is bebloed en sommige stukjes vel zijn weg. De mond van het lijk gaat een stukje open en met een piepend geluid kruipt er een rat uit. Verbaasd kijkt Mike de rat na die de ruimte uitschiet. Plots ziet hij een groene kaart in de borstzak van de kleren van het lijk. Mike pakt de kaart uit zijn borstzak. Het is een kaart om deuren mee te openen. Dus ook de deur naar de ruimte waar de man liep met de wolven. "Oké... We gaan kijken." mompelt Mike en hij stopt de kaart in zijn broekzak. Hij loopt naar een gesloten deur in de ruimte. Naast de deur zit een pasjeshouder waar in het rood gesloten op staat. Mike pakt het pasje uit zijn zak en hij steekt hem in de houder. Het geluid van slot dat opengaat klinkt en het rode wordt groen en er staat open. Mike opent de deur en hij haalt het pasje uit de houder. Hij stopt het pasje terug in zijn broekzak en Mike loopt door de opening waar eerst een deur zat. Op de grond ligt een snoer en in de hoek staat een rolstoel. Mike loopt een andere ruimte in en een trap is voor Mike. Mike zet zijn voet op de treden en hij loopt omhoog. Zijn schaduw glijdt over de muur. Als hij de hoek omloopt is er een tweede trap en Mike zucht even. Iets verder van de trap zit een gat in de muur, maar Mike besteed er geen aandacht aan. Hij wil net de trap oplopen als er geblaf klinkt en de kop van een wolf steekt door het gat. Met een ruk draait Mike zich om en zijn ogen worden groot bij het zien van de wolf. Mike draait zich terug naar de trap en hij begint naar boven te rennen. De wolf rent achter hem aan en Mike rent een derde trap op. Na het naar boven rennen is er nog een vierde trap en Mike slaat een paar treden over om nog sneller boven te komen. Hij kijkt even achterom en de afstand tussen de wolf en hem is kleiner dan hij had verwacht. Snel rent hij verder en hij slaat een hoek om. De wolf blijft blaffend achter hem aanrennen en Mike slaat nog een hoek om. De wolf gromt even, maar blijft rennen. Mike rent met snelle passen door een deuropening en hij sluit de deur met een klap achter zich. De wolf knalt tegen de deur en hij piept even. De klap van de deur galmt na door de ruimt e waarin Mike zich bevind. Een tweede klap klinkt, maar het komt ergens anders vandaan. In de ruimte waar Mike zich in bevind zit een groot, rond raam en hier en daar is het glas gebroken. De klap klonk vanachter het glas. Een heel stuk onder Mike is de ruimte waarin de man zich bevind en Mike kijkt door het glas. De man loopt de ruimte uit en hij sluit een hek achter zich. Ik moet hier weg, denkt Mike. Hij heeft vast de deur dicht horen gaan en nu komt hij naar Mike toe. "Een gezellige plek voor een psychopaat." zegt Mike en hij stapt weg van het raam. Mike stapt naar achter en hij kijkt om zich heen. Hij moet hier weg.
Hey iedereen,
Zozo. Een nieuw hoofdstuk. Sorry dat ik alweer zo lang niet heb geupload. Ik ben ook van plan om nu om de dag te uploaden. Mike heeft zich lekker in de nesten gewerkt, maar hij heeft zijn vingers nog :) Dit was het hoofdstuk en tot het volgende. :)
![](https://img.wattpad.com/cover/50893296-288-k983674.jpg)
JE LEEST
Until Dawn
FanfictionAls een paar tieners op vakantie gaan in een huisje in the Blackwood Mountais gaat er iets vreselijks mis. Twee meisjes verdwijnen en blijven spoorloos. Na een jaar gaan de tieners weer op vakantie naar het huisje met het zusje van de meisjes. Als e...