Hoofdstuk 14

88 8 12
                                    

Als Nikita haar ogen opent is het donker, het ruikt muf en het is erg stil. Hier en daar klinkt gepiep van een rat en geritsel. Nikita strekt even haar vingers en ze kijkt even rond. Ze is nog steeds in dezelfde ruimte. Langzaam raakt Nikita gewent aan het donker. Ze ziet een ratje wegschieten terwijl hij een piepend geluid maakt. Waar ben ik, denkt ze en ze probeert zich los te maken. Ze trekt en bijt in het touw, maar zonder resultaat. Plots gaat er een lamp aan en Nikita knijpt haar ogen dicht tegen het felle licht. Ze knippert even en ze ziet iemand staan achter de lamp. Door het donker, achter de lamp, kan ze niet zien wie. Met langzame stappen loopt de persoon naar voren. Zijn witte masker met gescheurde lippen en gaten bij de ogen komt te verschijn. Hij lacht even bij het zien van Nikita. Met een snelle beweging trekt hij de tape van haar mond en Nikita haalt even diep adem. "Wie ben jij en wat doe ik hier?" vraagt ze en ze kijkt de vreemde persoon aan. "Niet zo snel met vragen stellen, hé meiske." zegt de persoon. Nikita kijkt hem met een boze blik aan. "Ik mag vragen wanneer ik wil. En ik wil nu antwoord op mijn vraag." zegt Nikita. Ze probeert stoer over te komen, maar de angst giert door haar lichaam. Ze slikt even als de persoon voor haar komt staan. Hij buigt zich naar voren en zijn ademhaling klinkt vlakbij. "Jij bent erg eigenwijs." zegt hij en hij buigt terug. "Mag ik antwoord?" vraagt Nikita. Het blijft even doodstil. De persoon staat met zijn rug naar Nikita toe en hij houdt zijn handen op zijn rug. Plots draait hij zich om en hij schreeuwt: "Nee!" Dat is duidelijk, denkt Nikita en ze wrijft met haar gezicht langs haar jas om de klodders speeksel eraan af te vegen. "Wat wil je van me?" vraagt ze. Er volgt een stilte. Een doodse stilte. Het enige dat klinkt zijn de trippelende voetjes van ratten die wegrennen. "Geef antwoord." zegt Nikita boos. "Nee." zegt de persoon. Hij knielt neer voor Nikita en hij maakt één van haar benen los. Dan komt hij overeind en hij zegt: "Kan je even strekken." "Fuck you!" zegt Nikita en ze geeft een harde trap tegen zijn knie. De persoon schreeuwt even van de plotse pijn en hij maakt een vuist van zijn handen. "Je bent nieuwsgierig en erg gewelddadig." zegt hij. "Heb ik van mijn broer geleerd. Als iemand gemeen doet of iets anders negatiefs, gewelddadig zijn. Het hoeft niet altijd en Josh doet het ook niet altijd." zegt Nikita en ze glimlacht even als ze het beeld van haar broer voor zich ziet verschijnen. "Wees stil." zegt de persoon en hij geeft een klap tegen Nikita haar slaap. Meteen wordt alles zwart voor haar ogen en haar kin valt op haar borst.

"Weg hier!" schreeuwt Mike terwijl hij achter Jess aanrent. "Omg, wat was dat?" vraagt Jess en ze kijkt even achterom. "Weet ik veel." schreeuwt Mike. "Hier is een brug! Hierheen, Mike!" schreeuwt Jess en ze springt sierlijk over het gat dat in het midden van de brug zit. De brug bestaat uit houten planken die tegen elkaar aan zijn gelegd en gespijkerd. Mike stopt even met rennen als hij voor het gat staat. Jess draait zich om en ze schreeuwt: "Hierheen!" Snel springt Mike over het gat en ze rennen verder. "Het moet een beer zijn!" zegt Mike. "Kijk!" schreeuwt Jess en ze wijst naar een rotswand. Zal Mike het pad volgen of de kortere weg over de wand ondanks het risico? Mike rent naar de wand en hij begint te klimmen. In de wand zitten een soort traptreden, dus het klimmen is niet erg lastig. Hij klimt nog een treden omhoog en Jess klimt op de eerste. Mike gaat rechtop staan en Jess komt naast hem staan. Samen klimmen ze op de laatste treden en Mike klimt op de steile helling zonder traptredens. Hij pakt Jess' uitstekende hand en Jess omhoog trekkend klimt hij omhoog. Jess helpt mee met omhoog komen en al snel staan ze boven. Zo snel als ze kunnen rennen ze verder, de trap op naar de voordeur van de blokhut. Mike rent naar de deur en hij laat de sleutel uit zijn hand vallen. Jess' voet haakt achter iets en e valt voorover op de planken. Snel rent Mike naar Jess en hij pakt haar arm. "Kom. we moeten gaan." zegt Mike. "Ik ben...." schreeuwt Jess en ze trekt zich los. "Mike , pak de sleutel en maak open!" zegt Jess en Mike pakt de sleutel op. Hij rent naar de deur en Jess komt overeind. Hij steekt de sleutel in het slot en ze rennen snel naar binnen. Mike sluit de deur nadat Jess binnen is en Jess zegt: "Dat scheelde niks." Ze probeert op adem te komen en ze zet haar handen in haar zij. Mike wilt wat zeggen, maar hij heeft ademtekort. "Wat?" vraagt Jess en ze kijkt Mike niet begrijpend aan. "Ik had alles onder controle." zegt Mike nadat hij een beetje op adem is gekomen. "Gelul." zegt Jess. "Nee, echt waar. 110 procent." zegt Mike. "Ik heb het gevoel alsof ik een marathon heb gelopen." zegt Jess. "Dat klopt ook ongeveer." zegt Mike en hij glimlacht even. "Was dat een beer?" vraagt Jess. "Moet wel." antwoordt Mike. Jess loopt naar een raam en ze kijkt naar buiten. "Die zijn razendsnel." gaat Mike verder. "Ik heb 'm niet eens gezien." zegt Jess en ze kijkt zoekend naar buiten. Op zoek naar een spoor van hun achtervolger. "Ik beloof je dat hij hier niet binnenkomt." zegt Mike geruststellend. "Hoe weet je dat zo zeker?" vraagt Jess terwijl ze zich naar Mike toedraait. "Omdat beren niet weten hoe zo'n deur open moet." antwoordt Mike. "Ik heb ze autodeuren zien openen." protesteert Jess en ze komt meer naar Mike toelopen. "Wat? Waar dan?" vraagt Mike verbaasd. "Op internet." zegt Jess. "Echt? Nou, dit is niet het internet, Jess! Dit is echt. En ik beloof je dat er geen beer door die deur komt." zegt Mike. "Je hebt vast gelijk." zegt Jess en ze slaat haar armen over elkaar. "Oké. Ik ben bijna gerustgesteld. Bijna." zegt Jess en ze loopt naar de schakelaar. Ze doet hem omhoog. Er gaat geen licht schijnen en ze beweegt hem nog een keer heen en weer. "Het zal eens niet." zegt Jess en ze loopt naar de bank die bij de openhaard staat. "Je zei dat het zo'n gezellig chalet was, Mike. Nou zo gezellig is hij niet." zegt Jess en ze gaat zitten op de bank. " Ja, het tocht nu wel een beetje." geeft Mike toe. "Er is wel een openhaard." zegt Jess met zo'n stem van : breng ik je nu op een idee? "We krijgen het zo ook wel warm." zegt Mike. "Michael, ik ben een dame en dames hechten aan romantiek." zegt Jess. "Oke..." zegt Mike die nog niet echt overtuigd is. "Een dame kruipt met haar man voor een behaaglijk vuur bij een stemmige verlichting." zegt Jess geïrriteerd. "Ik kruip wel op je. Dan wrijf ik je warm." zegt Mike. "Mike?" zegt Jess. "Ja?" "Een vuur en stemmige verlichting." zegt Jess. "Oke. Dame." zegt Mike en hij knikt even. Mike loopt naar de openhaard en hij knielt neer bij een lamp. Hij zet de lamp aan en hij zegt als er een wit blauw lichtje begint te schijnen :"Hier is de sfeerverlichting." Hij staat op en hij buigt zich naar de openhaard toe. Met zijn rechterhand doet hij het deurtje open en hij gooit er twee houtblokken in. De houtblokken zaten in een mand naast de openhaard. "Zo, het hout zit er. Nu nog een lucifer." zegt Mike en hij komt overeind. Mike loopt in de richting van een tafeltje waar de luciferdoosje ligt, als Jess opeens begint te voelen in haar zakken. "Shit. Fuck. Mike?" zegt ze. "Wat?" zegt Mike geïrriteerd. "O, shit!" zegt Jess en ze staat op. "Waar is hij nou?" vraagt ze en laat haar blik over de bank gaan. "Wat dan? Wat is er?" vraagt Mike. "Hij is weg." zegt Jess en ze kijkt onder de bank. "Jess, rustig nou. Wat is weg?" vraagt Mike. "Mijn telefoon, slimmerik." zegt Jess boos. "Ben je 'm kwijt?" vraagt Mike. "Ik heb 'm zeker buiten laten vallen. Nee hè, mijn ouders vermoorden me." zegt ze. "Je kunt toch gewoon een nieuwe..." begint Mike en hij schijnt onder de bank. "Het is al de vierde dit jaar." onderbreekt Jess hem en ze komt overeind. "Oké. Oké. Ik help je wel zoeken." zegt Mike en hij kijkt onder de bank. "Hij moet buiten liggen." zegt Jess nadat ze om haar heen heeft gekeken. "We kunnen maar beter binnen blijven met de beer, of wat het ook is." zegt Mike terwijl hij overeind komt. Jess ploft neer op de bank en zegt: "Oké." Mike pakt het doosje met lucifers van tafel en hij zegt :" Lucky lucky. Ik zet je in vuur en vlam." "Dat wilde je al heel lang zeggen, hé?" vraagt Jess. Mike loopt terug naar de openhaard en hij buigt ernaartoe. Hij doet de lucifer aan en hij gooit hem tussen de houtblokken. "En? Deze jongen kan een fikkie stoken." zegt Mike en hij doet het deurtje dicht. Jess klapt enthousiast in haar handen en ze glimlacht.

Het iedereen. Dit was weer een nieuw hoofdstuk. Wat denken jullie dat Mike en Jess gaan doen? Waarschijnlijk weten jullie het al, maar ja. :)

Nikita heeft het nu erg lastig. De persoon wil niet antwoorden en hij is dat ook niet van plan.

Dit was het hoofdstuk en tot het volgende. :)

Until DawnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu