Hoofdstuk 24

67 6 2
                                    

Zweetdruppels glijden over Nikita's voorhoofd en ze buigt haar hoofd naar haar arm om ze weg te vegen. Haar mascara is uitgelopen door het huilen en haar keel is schor van het schreeuwen en gillen. Voor haar gevoel zit ze al uren in die stoel, maar het is nog geen eens twee uur. Ze snakt naar iets vloeibaars. Iets vloeibaars dat ervoor zorgt dat haar keel niet zo droog aanvoelt. Het is pikkedonker in de ruimte waarin ze zich bevind. Ze hoort gepiep en getrippel van rattenpootjes op de vloer. Plots gaat er een felle lamp aan en Nikita knippert met haar ogen. Diegene die dit allemaal doet vind het leuk om Nikita met haar ogen te laten knipperen. De persoon met het masker komt vanuit de schaduw naar Nikita toegelopen. "Ben je wakker?" zegt zijn robotachtige stem. "Nee. Ik slaap met mijn ogen open." zegt Nikita sarcastisch. "Over een paar minuten heb je een kamermaatje." zegt de persoon en hij begint te lachen. Nikita fronst haar wenkbrauwen, maar nadenken erover doet ze niet. Haar hoofd zit vol mist. "Ik ga je maatje ophalen. Tot zo." zegt de persoon en hij loopt weg. Een doodse stilte volgt en Nikita beweegt geen centimeter. Na drie minuten haalt ze diep adem en ze zucht. Ze beweegt haar pols en het touw snijdt in haar vel. Ze kreunt even en ze stopt met bewegen. Plots ziet ze een uitstekende steen en hij zit op de hoogte van haar vastgebonden armen. Met haar voeten zet ze af en ze rolt, op de stoel met wieltjes, naar de steen toe. Ze zet het touw tegen de steen en beweegt met de stoel heen en weer tegen de steen. Beetje bij beetje gaat het touw kapot. Het touw zat strak om haar pols en het is een hele opluchting om daarvan af te zijn. Ze draait de stoel om en ze beweegt weer heen weer. Ook het andere touw gaat kapot en ze wrijft even over haar zere pols. Dan buigt ze naar voren en ze maakt haar beiden voeten los. Snel staat ze op van de stoel en ze duwt het ding naar achter. In dezelfde ruimte als waar Nikita zich bevind is een deur en aan de deurknop hangt haar tas die ze mee naar buiten had genomen. Uit de tas steekt haar kladblok met de tekening waarmee ze bezig was. Ze pakt de rugtas van de deurknop en ze doet de band over haar schouder. Voorzichtig opent ze de deur en ze ziet een stenen gang. Aan het einde zitten aan de linker- en de rechterkant een deur. Nikita legt haar hand op de deurknop van de rechterdeur en ze wordt lijkbleek als ze ziet wat daarbinnen is. Een tafel met aan beide kant een stoel en boven de tafel zijn twee cirkelzagen. Één boven elke stoel. Wat is dit voor plek, denkt Nikita en ze haalt diep adem. Iets in haar zegt dat ze zich om moet draaien en keihard weg moet rennen, maar Nikita blijft aan de grond genageld. Met bijna onhoorbare passen loopt ze naar de tafel en ze strijkt met haar vingers over het tafelblad. Op het tafelblad ligt een wapen. Ze wil het wapen pakken, voor bescherming, als plots een stem achter haar zegt: "Koekoek." Nikita wil zich omdraaien, maar ze voelt een klap tegen haar achterhoofd en alles wordt donker.

"Wat?" vraagt Emily terwijl ze haar armen over elkaar heen slaat. "Een venster." zegt Matt en hij wijst naar het open raampje. "Fantastisch. Daar past mijn lipbalsem net doorheen." zegt Emily met een geïrriteerde stem. "Kom op nou." zegt Matt en hij draait zich naar het raampje. Er past iemand makkelijk doorheen. Oké, hij moet misschien nog een klein stukje open, maar haar lipbalsem past er niet net doorheen, maar gemakkelijk. "Daar pas je nooit doorheen, kanjer." zegt Emily. Matt draait zich naar haar toe en hij zegt: "Ik niet, maar jij wel." "Ben je gek? Ga jij mijn kont door dat kleine gaatje duwen." zegt Emily. Ze moet er niet aan denken om door het raam naar binnen te gaan om een deur te openen. Nee, dan vergeet ze liever haar lipgloss op te doen. "Ik heb je hele strakke jeans zien aantrekken." zegt Matt. "Pardon?" vraagt Emily verbaasd. "Het is een gave." zegt Matt doordrammend. "Oké." zegt ze en ze duwt Matt aan de kant om erlangs te kunnen. "We doen het." gaat ze verder en ze staat stil voor het raam. Matt loopt naar haar toe en Emily duwt het raam iets verder open. Het is te merken dat het raam al een tijdje niet open is geweest, want hij gaat met moeite open. Het ding piept en kraakt en Emily zucht even als het raam eindelijk ver genoeg open staat. "Geweldig. Daar gaat -ie." zegt Emily en ze stapt op het bankje die onder het raam staat. Ze steekt haar hoofd door het gat en ze trekt zichzelf omhoog. "Kom op nou." zegt ze als ze voelt dat haar kont tegen de rand van het raam aangaat. Ze doet haar been over de rand en dan de ander. Het raam gaat een stukje dicht en het enige wat Matt deed was toekijken. "Omg. Het is hier stikdonker. Ik vind dit niks." zegt Emily nadat ze met een bons op de grond neer was gekomen. "Ik sta hier." zegt Matt geruststellend. "Ik kan niets zien. Er is hier zoveel troep waar ik tegenaan loop." zegt Emily en ze stapt over een doos heen. Matt loopt weg van het raam, naar de deur en hij zegt: "Kun je een klink vinden? Wat dan ook?" Emily kreunt even van afschuw en ze zegt jammerend: "Volgens mij zitten hier spinnen." Ze slaat met haar armen om haar heen om ervoor te zorgen dat ze niet in een spinnenweb loopt en ze voelt plakkerige draden van een spinnenweb tegen haar hand. "Doe voorzichtig." zegt Matt. "Dat is een beetje moeilijk als het verdomme stikdonker is." zegt Emily geïrriteerd. "Ik probeer alleen te helpen." zegt Matt en hij zucht. Soms kan Emily zo'n ontzettende zeurkous zijn. Dan zeurt ze om alles en nog wat. "Bijna... Denk ik...." zegt Emily en er klinkt gerommel van spullen. Dan gaat de deur open en Emily kijkt om het hoekje. "Het is gelukt." zegt ze met een glimlach en Matt loopt naar binnen. "Goed zo. Je bent geweldig." zegt hij en hij geeft Emily een schouderklopje. "Jij bent ook best goed. Dat was goed. Dat deden we goed." zegt Emily. "Kom hier zeker terug." zegt Matt en Emily doet een lichtje aan. Een zwak schijnsel verlicht het station. "Verdomme." zegt Matt en hij kijkt naar de rommel die her en der is verspreid. "Wat is er gebeurd?" vraagt Emily. "Dit is gestoord." zegt Matt. Hoe kan dit? "We waren hier een paar uur geleden nog. Dit moet net gebeurd zijn." zegt Emily. Matt loopt naar een raampje en hij kijkt erdoorheen. Achter het raam zit een kamertje. Op de muur is met iets roods 'Dood dood dood' geschreven. "Wat is er verdomme gaande?" vraagt Matt. "Het moet die vent zijn, die Chris en Ash heeft gepakt. En.... Josh...." zegt Emily een beetje bang. "Hij moet weten dat dit de enige weg terug is." zegt Matt terwijl hij zich naar Emily toedraait. Nee, dit is beslist geen geintje. Ze moeten zo snel mogelijk hulp halen en wel nu.

Hey iedereen, Weer een nieuw hoofdstuk. Jeeee ;) Hopelijk vonden jullie hem leuk. Dit was het hoofdstuk en tot het volgende. :)


Until DawnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu