95.

134 5 0
                                    

Het was zover. Ik was weer geland in Amerika. Ik was zenuwachtig. Noa zei dat ze me op zou komen halen. Maar dat was nu ook de enige persoon waar ik me hier nog op kon verheugen. Ze had me verteld dat Dylan boos op me was. Hij kon niet begrijpen dat ik zijn broertje zo gekwetst had. Cole was een week zijn appartement niet uitgekomen. Maar daarna leek het weer super goed met hem te gaan. Hij deed alles weer als vanouds en leek me niet te missen. Dat deed me misschien nog wel het meeste pijn. Het boeide hem niet. Hij ging verder met zijn leven. Want híj had nog wel een ander leven in New York. Met Riverdale kon hij ook binnenkort weer verder gaan.

Vanuit het vliegtuig liep ik regelrecht door naar de bagage banden. De stoel naast me was de hele vlucht leeg geweest, Cole had hem natuurlijk geboekt. Bij de bagage banden zag ik mijn koffers gelijk liggen en handig slingerde ik ze op een karretje die ik voort duwde richting de uitgang. Op naar Noa. De automatische schuifdeuren schoven voor me open. Overal stonden mensen te wachten op vrienden of familie, sommigen zelfs met spandoeken. Maar Noa was er niet. De gedachten dat ook zij niets meer met me te maken wilde hebben spookte door mijn hoofd rond. Het maakte me verdrietig, maar boos tegelijk. Boos op mezelf. Hoe kon ik zo denken over een van mijn beste vriendinnen. Hoe durfde ik het in mijn hoofd te halen. Ik pakte mijn telefoon en belde haar, ze had ook geen berichtje gestuurd dat ze later zou komen dus dat was de enige oplossing die ik zag. Ik hoorde dat er op genomen werd.
"Hey No! Waar ben je. Ik zie je nergens."
"Noa is not coming." Klonk de stem van Dylan.
"Dylan what do you mean?"
"I mean that you have to find your own way home." En met die woorden hing hij op. Hij probeerde iedereen tegen me op te zetten. Wat was dit. Er liepen tranen over mijn wangen, maar toch liep ik stug door naar de taxi standplaatsen waar ik een taxi aanhield. De taxi chauffeur keek me bezorgd aan toen hij mijn betraande gezicht zag, maar ik negeerde het. Ik gaf hem mijn adres en zweeg de rest van de rit.

In mijn appartement aangekomen was alles nog zoals ik het achtergelaten had. Of Noa had bij Dylan geslapen, of ze had er gewoon geen rommel van gemaakt. Ik zette mijn koffers in mijn kamer neer en plofte op de bank neer. Toen besefte ik het me pas echt. Ik was iedereen kwijt, behalve Fien maar die was nog in Nederland. Ik barstte in huilen uit.

New York City | C.S.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu