New York City | C.S.

97.

"Tomorrow, dinner, together." Zei Harry serieus. "I will pick you up at 6.30." Ik zuchtte. Ik had het super gezellig gehad met hem. Maar ik kon echt niet met hem over straat. Ik wilde niet met hem gezien worden en dat had meerdere redenen. De eerste was Cole. Ik wilde hem terug. Al wist ik dat ik daarvoor zou moeten vechten. De tweede reden was Harry zelf. Hij was mega beroemd. Het was onmogelijk om even te eten in een restaurant zonder dat het daarna op sociaal media zou staan. En de laatste reden was vooral mezelf; ik wilde niet toegeven dat ik Harry wel aardig vond tegenwoordig. Toch knikte ik naar hem. "I will be there." Wat had ik mezelf aangedaan, was wat er als eerste door mijn hoofd heen ging toen Harry de deur van mijn appartement sloot. Maar ik bedacht me ook dat het goed voor me was. Ik had eindelijk wat afleiding. Ik zou eindelijk niet meer de hele dag aan Cole, Dylan en Noa denken. Eindelijk.

Diezelfde dag nog stond Noa ineens voor de deur. Ik vroeg haar wat ze kwam doen, maar voordat ze ook maar iets zei of leek te reageren op wat ik vroeg rende ze huilend in mijn armen. Ze bood haar excuses meerdere malen aan. "Het spijt me zo dat ik je heb laten stikken. Ik wilde het helemaal niet. Maar ik dacht als ik aan hun kant sta kan ik misschien proberen alles goed te maken tussen iedereen." Snikte ze. Ik glimlachte. Dat was mijn Noa. Ze wilde geen ruzie, ze wilde het juist rustig houden. "Het is niet gelukt he?" Ik duwde haar van me af en keek haar aan. "Nee. Cole heeft een vriendin." Daar brak mijn hart. Cole was doorgegaan met leven. Dit was het meest pijnlijke ooit. Hij had een vriendin, nu al. Zo kort nadat hij duidelijk had gemaakt dat hij een relatie wilde met mij. Nadat hij met mij mee was gegaan naar Nederland. Wat had ik gedaan met mijn stomme kop. "Ik heb alles verpest." Zuchtte ik en niet veel later zaten Noa en ik samen huilend op de bank.
"Heb je een foto van haar?" Ik keek Noa aan. Ze was een wazige vlek door alle tranen in m'n ogen. Noa knikte en draaide voorzichtig haar telefoon mijn kant op. "Godverdomme. Meen je dit?" Ik sprong op van de bank en trok mijn schoenen aan. "Lynn wat ga je doen?" Noa rende naar me toe en pakte me vast. "Ik ga hem vertellen wat ik denk." Ik schudde Noa van me af. Ze kon me echt niet tegen houden. "Lynn!" Noa kwam naar me toe. Ik draaide me om. Ik stond al in de deur opening. "Je kan me niet tegen houden No. Het is klaar. Ik heb het al verpest. Maar ik kan nog wel zeggen wat ik denk." Noa zuchtte. "Wacht nou gewoon even. Ik doe ook m'n schoenen aan. Ik ga mee. Ik sta achter jou, snap dat dan." Er verscheen een grijns op mijn gezicht en al gauw ook op die van Noa. Ik knuffelde haar. "Wel snel dan want ik ben nu nog boos. Dan kan ik hem goed uitschelden." En zo renden we niet veel later door het hele trappenhuis heen naar beneden. Buiten adem hielden we een taxi aan.

"Wat ga je tegen hem zeggen?" Noa keek me nieuwsgierig aan. "Dat hij me gewoon wilde omdat ik hard to get was. Dat hij me nooit echt leuk heeft gevonden. Dat hij al die tijd tegen me gelogen heeft." Noa knikte grijnzend. "That's my best friend." We begonnen allebei te lachen. "Hoe is het met Dylan gegaan trouwens? Aangezien je de hele tijd daar was." Noa maakte een gebaar alsof ze moest kotsen. "Breek me de bek niet open. Ik ben helemaal op hem afgeknapt. Hij was de hele tijd zo onaardig en negatief over jou. Ik kon het soms echt niet meer aan. Ik heb hem zelfs een klap in zijn gezicht gegeven." De woorden van Noa maakten me aan het lachen. Hierdoor besefte ik maar al te goed dat ze mijn beste vriendin was. "Hoe reageerde hij daarop?" Noa negeerde me. Ze keek uit het raam, maar aan haar gezicht te zien had ze mijn vraag dondersgoed gehoord. "No, ik weet dat je me gehoord hebt. Reageer." Noa zuchtte en keek me met een poker-face aan. "Toen hadden we seks." Nu begon ik te schateren van het lachen. Natuurlijk was het helemaal niet leuk. Maar het feit dat Noa hem duidelijk nog onweerstaanbaar vond was erg grappig. Zeker omdat ze dat helemaal niet wilde vinden. "Stop met lachen en wees boos op Cole. Ik vond je leuker net." Noa keek me quasi boos aan en sprong toen uit de auto. Het was duidelijk dat ik de taxi moest betalen.