April
Verbaasd kijk ik hem aan. Wat bedoelt hij?
Adams vader ziet de blik in mijn ogen en kijkt me vol haat aan.
"Nutteloos en nog dom ook. Hebben je ouders je het nooit verteld? Door hún schuld werd ik uit de roedel gegooid, door die wolven heb ik hard moeten vechten voor een roedel, ík heb mijn eigen roedel gesticht. Jouw vader was een nutteloze béta, het is maar goed dat hij nu in het ziekenhuis ligt."
Geschokt kijk ik hem aan. Hoe weet hij dit?
Adam lijkt nu ook ineens te kunnen bewegen. Hij gromt laag en gevaarlijk, en Adams vader lacht.
"Zoon, ik ben teleurgesteld in je. Je bescherm een rouge, en voor wat? Iets wat je liefde noemt? Liefde maakt mensen zwak. En daarom, zoon, zal jij nooit zo'n goede Alpha zijn als ik."
Adam springt boven op zijn vader, die achterover valt, maar zich snel herpakt. Hij gooit Adam van zich af, en kijkt me woedend aan.
"Als ik jou was zou ik rennen, rouge. Dat mijn zoon hier nu de leiding heeft wil niet zeggen dat ik geen inspraak heb. Jouw ouders zijn gehaat bij packleden en laten die nu net weten dat zij in ons ziekenhuis liggen." Duivels grijnst hij naar me.
Adam en ik kijken elkaar met grote ogen aan. Adam verandert in zijn wolf, en linkt me dat ik snel moet gaan. Hij springt op zijn vader, en samen rollen ze vechtend over de gang. Ik probeer snel langs ze te komen en vlieg de trap af. Ik bots bijna tegen Silke op.
"April! Waarom heb jij zo'n haast?" Vraagt ze. Ik leg snel uit wat er gaande is en Sanne biedt aan om te helpen: "Rennen, zo snel als je kunt. Ik bel het ziekenhuis en beveiliging. Ga snel!"
Ik beuk bijna de deur naar buiten in. Verander met een sprong in Dana en scheur al mijn kleren uit. Ik sprint zo snel als ik kan, tussen alle geschrokken mensen door, over de wegen. Normaal is het twintig minuten lopen, maar ik sprint het denk ik in vijf minuten voordat het rode kruis boven de deur in zicht komt.
Ik storm door de deur van het ziekenhuis, alle blikken negerend. Er komen een viertal mensen naar me toe, waarschijnlijk om me de deur te wijzen. Ik grom vervaarlijk en probeer kalmte te bewaren. De mensen nemen afstand en ik ren de deur door, naar de ziekenhuis kamer van mijn ouders. Ik vlieg over de trappen en door de gangen, alles en iedereen omver rennend.
Als ik aankom bij hun kamer hoor ik veel lawaai ervandaan komen, maar als ik probeer binnen te komen merk ik dat de deur op slot zit. In pure paniek neem ik afstand van de deur en probeer ik de deur te breken. Ik hoor een zachte kraak, maar de deur begeeft het niet. Ik probeer wanhopig nog een keer, en met al mijn kracht breek ik de deur.
Eenmaal binnen verstar ik. Zeker drie of vier vreemde mannen staan met hun rug naar me toe, maar draaien zich snel om als ze mij horen. Hun doen me even niets, als ik zie wat er achter ze is.
Bloed.
Zoveel bloed.
Als versteend staar ik naar het bloed op de muren, de grond en het plafond.
Mijn blik krijgt een rode waas.
Dit bloed.. dit bloed is van mijn ouders! Ik grauw furieus en draai me naar de mannen. Dan besef ik me dat ik er éentje wel ken.
Sebastiaan.
Ik had het kunnen weten. De mannen proberen te vluchten, en ik spring op Sebastiaan. Hij probeert terug te vechten en verandert naar zijn wolf.
Wat daarna gebeurt is een grote, rode waas.
Mijn zicht wordt weer normaal, en ik ben helemaal doordrenkt met bloed. Een paar meter van me vandaag ligt Sebastiaan. Onbeweeglijk.
Nu pas merk ik dat verschillende mensen met spoed twee levenloze lichamen wegbrengen.
Tranen lopen over mijn wangen. Over het bloed. Tranen maken mijn zicht een waas. Tranen overal.
Ik huil, ik huil zo hard.
Ik had ze net weer.. ik had eindelijk mijn ouders..
Zo kort heb ik ze gezien, ik zou ze nog zoveel willen vertellen, zoveel met ze willen doen!
Ze zijn dood.
^~~~~~^
41 votes?Xx
JE LEEST
Frozen Wolf
WerewolfIjskoud. dat is hoe de meeste wolven mij kennen. Ik ben een weerwolf, maar dan een met een bevroren hart. Ik heb geleerd van mijn verleden, laat nooit, maar dan ook nooit iemand toe in je hart, het enige wat er kan gebeuren is dat iemand anders je e...