{48}

2.4K 120 16
                                    

April

Pijn. Zoveel ondraaglijke pijn.

Tranen stromen als rivieren over mijn gezicht. Ik kan het niet bevatten.

Ik merk het bijna niet als twee sterke armen zich om me heen slaan, en een vertrouwde geur me tegemoet komt. Adam houdt me vast, alsof hij wist dat ik dat nodig heb. Na zeker tien minuten huilen tegen Adam aan. Probeer ik me te vermannen en concentreer ik me op mijn ademhaling. Ik knuffel Adam nog steviger, en daarna kijk ik hem betraand aan.

Hij kijkt me bezorgd aan. Bij het zien van zijn liefdevolle blik barst ik weer in tranen uit. Die blik, die kreeg ik gisteren nog van mijn moeder. En nu is ze weg. Ik hou me vast aan Adam, bang dat hij me ook zal verlaten.

Uiteindelijk is mijn huilen overgegaan naar snikken, vanwege de uitputting. Adam tilt me voorzichtig op en brengt me naar een andere ziekenhuiskamer. Hij legt me neer, en ik klamp me zowat aan hem vast.

"N-niet gaan, a-alsjeblieft." Zegt ik schor tussen mijn snikken door.

"Natuurlijk niet," zegt Adam terwijl hij naast me komt liggen. "Ik ben er, en alles komt goed."

Ik huil weer, zo overmand door verdriet.

Uiteindelijk val ik in een onrustige slaap. En zelfs in mijn dromen zijn ze weg.

*tijdsprong

Met hevige hoofdpijn wordt ik wakker. Ik staar naar de muur van een ziekenhuiskamer, en wordt eraan herinnerd hoe ik hier terecht ben gekomen.

Tranen schieten weer in mijn ogen, als een arm zich beschermend om me heen sluit. Ik draai mijn hoofd een beetje en zie Adam, zijn bruine haar warrig omdat hij slaapt. Het veilige gevoel van zijn aanwezigheid geeft me wat rust, en ik ga wat dichter naar hem toe liggen. Hij beweegt wat en opent zijn ogen.

Oh nee, nu is hij wakker. Dit is ook mijn schuld. Een paar tranen lopen over mijn wangen, maar een hand veegt ze weg.

"Sorry," mompel ik. "Ik had je niet wakker willen maken."

Hij wuift het weg: "geen punt, ik sliep toch maar heel licht. Hoe gaat het met je? Wil je wat water?"

Ik knik, de hoofdpijn loopt toch wel de spuitgaten uit. Gulzig drink ik het water op. Daarna voel ik me al wat beter.

"Wat is er met je vader gebeurd?" Denken aan gisteren is pijnlijk, maar ik wil weten hoe het met zijn vader is afgelopen.

"Hij is dood. De wachters hebben hem afgehandeld."

"En met Sebastiaan?" Ik herinner me nog hoe ik hem besprong, blind van woede.

"Hij is overleden aan zijn verwondingen. De rest van de mannen waren allemaal mijn vaders trouwste vrienden, zij zitten nu in de cellen."

Oh nee.. "H-heb ik hem gedood?" Vraag ik zacht. Nu ben ik nog een moordenaar ook, fijn. Niet dus.

Adam knikt, maar geeft me een bemoedigende knuffel.

"Je hebt er goed aan gedaan, hij was een slecht mens."

Ik wil ertegenin gaan, maar op dat moment worden we onderbroken door twee zachten klopjes op de deur. Een dokter komt de kamer binnen, en hij vraagt of hij me even mag controleren. Ik knik en laat hem alles doen. Hij meet mijn bloeddruk, mijn hartslag en neemt een klein bloedmonster, waarna hij wil vertrekken. Hij bedenkt zich op het laatste moment en draait zich om.

"Voordat ik het vergeet, u was toch April Darhk?" Vraagt meer als vaststelling dan als een echte vraag. Ik knik en hij zich even.

"Gisteravond hebben we allebei uw ouders gevonden, en helaas dachten we dat ze allebei gestorven waren. Later bleek dat uw vader, Henry Darhk, nog een lichte hartslag had, die op dat moment stopte.."

Tranen springen weer in mijn ogen, ze zijn dus echt allebei dood. Ik probeer me sterk te houden door mijn tranen heen.

"..toen hebben de dokters hem succesvol kunnen reanimeren. Hij ligt op de Intensive Care."

^~~~~~^
WoW. Shocked.

Wat vonden jullie van dit hoofdstuk? Laat het zeker even weten!

Weer de 41 votes? :)

Vote⭐️Comment

Xx

Frozen WolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu