Part fifty - one

12.7K 226 13
                                        

POV Brooke

'Ready?' vragend kijkt Lydia me aan. 'Tuurlijk.' Ik zucht en stap uit. Even glijd mijn blik over het parkeerterrein maar de bekende Audi Rs8 zie ik niet staan. Een gevoel van opluchting overvalt me. Samen met Lydia loop ik naar binnen. Ze loop naar een tafeltje en ik laat tegenover haar op een kruk vallen. 'Heb je nog wat van hem gehoord?' fluistert ze. Bijna bang voor het antwoord. 'Nee Lyd. Hij was nogal duidelijk gister, vond je niet?' het komt er spottend uit. Ik zucht. 'Sorry.' 'Nee het maakt niet uit.' Ik kijk naar de tafel en probeer mijn gedachten bij elkaar te rapen. 'Ben je oké?' Cameron komt naast me staan en kijkt me vragend aan. 'Ja tuurlijk.' zeg ik. Ik geef hem een kleine glimlach. 'Hij bedoeld het niet zo.' 'Het is een lul.' vult Nathan hem aan. 'En dat hebben wem duidelijk gemaakt. Wees niet bang.' Geruststellend kijkt hij me aan terwijl hij een arm om Lydia slaat. 'En jullie vroegen gister naar mij. Kijk naar jullie zelf. Hoe zit het tussen jullie?' Ik haal mijn wenkbrauwen op en kijk ze uitdagend aan. Ze haalt haar schouders op en kijkt naar Nathan die grijnst. 'Niks bijzonders.' zegt ze terwijl ze me serieus aankijkt. Ik knik. Ik kijk naar Cameron die op zijn telefoon bezig is. Zodra hij merkt dat ik naar hem kijk drukt hij het toestel uit en kijkt me aan. Even glijd zijn blik naar achter mij en zijn blik verstrakt. Shit. Zijn ogen volgen het geen waar hij naar kijkt. Al snel loopt hij langs me heen. Hij is zoals gewoonlijk helemaal in het zwart gekleed en loopt samen met zijn oom de gang in. Ze schenken elkaar nog een blik en Micheal loopt verder. Aiden daar in tegen blijft in de aula staan maar sluit zich aan bij een paar jongens die ik niet ken.

'Wie zijn dat?' vraag ik meer in mezelf. 'Een paar jongens waar hij vroeger wel eens mee omging.' antwoord Cameron me. Ik knik. Ik blijf naar hem kijken, maar hij doet echter alsof hij het niet merkt. Hij blijft stom lachen met die gasten. Hij leunt tegen een tafel aan en kijk even mijn kant op. Een vlaag van spijt glijd over zijn gezicht wanneer hij mij ziet. Maar zo snel als dat het kwam zo snel is het ook weer weg. Een van die gasten zegt wat en hij begint te lachen maar meteen zie ik dat het geen echte lach is. De kuiltjes in zijn wangen, die ik alleen heb gezien, zijn niet te zijn. De twinkel in zijn ogen is ook niet verschenen. Een steek schiet door me heen.
'Ik ga.' zeg ik. Ik laat me van mijn kruk afglijden en loop door de gang. Ik voel zijn blik in mijn rug steken maar ik draai me niet om. Ik open het lokaal en loop naar binnen. Ik laat me ergens achter in het lokaal op een stoel vallen. Ik kijk het lokaal rond. Alleen de docent staat voorin het lokaal, verder is het leeg. Niet dat ze aandacht aan mij geeft. Ik zucht en pak mijn boeken uit de tas. Ik grijp mijn telefoon uit mijn tas. Ik scroll wat tussen mijn apps door, geen idee wat ik zou moeten doen.
Weer vliegt de deur open en een opgelucht gevoel overvalt me. Lydia is dus achter me aan gekomen. Naast mij word de stoel naar achteren geschoven en ik druk mijn telefoon uit. Ik kijk naast me maar ik schrik van de persoon die ik zie.
Ernstig kijkt hij me aan. Ik rol enkel met mijn ogen. Ik draai me terug en staar recht voor me uit, zijn blik ontwijkend die ik op me voel branden. Langzaam stroomt het lokaal vol.

'Ga nu niet zo beginnen.' gromt hij. Ik wil antwoorden maar ik bijt op mijn tong en blijf voor me uit kijken. Lydia loopt het lokaal in en meteen vind haar blik de mijne. Vragend kijkt ze me aan. Mijn antwoord is enkel een rol met mijn ogen. Medelevend knikt ze.
Gistermiddag nadat Aiden tegen me had geschreeuwd op straat, is ze langsgekomen. Ze had me verteld wat er in het restaurant was gebeurd. Ik snapte er niks meer van. Als hij alleen is met mij zegt hij dit, maar zijn er andere bij dan zegt hij dat. Ik was in tranen uitgebarsten van pijn en ongeloof.
'Brooke, kom op.' 'Goedemorgen allemaal. Open de boeken bij hoofdstuk negen, we gaan het vandaag hebben over het interbellum.' Het gevoel van opluchting overkomt me wanneer de docent Aiden verbreekt. Het geeft mij een goed excuus om niet op hem hoeven in te gaan. 
'Wie kan mij vertellen wat het interbellum is?' Zoals gewoonlijk steek ik mijn hand op. Echter geeft de docent iemand anders de beurt. 'Brooke, kom op. Praat met me.' 'Meneer Hale, ik vind het fijn dat u voor de verandering een keer op tijd bent. Dan ga ik er wel van uit dat u uw mond houd en oplet.' Hij rolt met z'n ogen en zucht. Zodra de docent weer iemand de beurt geeft, richt hij zich op mij. 'Ik praat tegen je. Je kan me niet blijven negeren.' Ik zucht maar ik kan me niet langer inhouden. Ik wacht totdat de docent zich omdraait naar het bord en meteen kijk ik Aiden aan. Een klein glimlachje strijkt over zijn gezicht omdat hij mijn aandacht heeft.
'Luister is. Je was nogal duidelijk gister. Je wilt me niet, oké. Daar kan ik mee leven. Ik kan er niet mee leven als je me er de hele tijd aan herinnerd. Ik ben niet een van je sletten, dat weet jij en dat weet ik. Ik wist alleen niet dat dat jou type was. Het spijt me, maar dat ben ik niet en dat ga ik nooit worden. Je zoekt het maar uit Aiden Hale. Jíj wilt niet daten, laat me dan met rust.'
Zijn trotse glimlach verdwijnt en maakt plaats voor een harde blik gemengd met pijn. De laatste zin klonk meer als een smeekbede.
'Als deze les jullie niet interesseert gaan jullie je maar melden.' Ik schrik op en kijk de docent aan. Ik klem meteen mijn kaken op elkaar. Aiden daarentegen grijpt zijn tas van de grond en loopt het lokaal uit.

He wants me Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu