Part seventy - nine

9.2K 184 9
                                    

POV Brooke

Ik kuch zacht en trek nog een keer aan de kettingen die om mijn polsen zitten. De steek van pijn die normaal door me heen zou gaan lijkt wel steeds minder te worden en het trekkende gevoel van het opgedroogde bloed voel ik al bijna niet meer. Mijn droge keel doet pijn als ik het gevoel probeer weg te slikken. Ik heb inmiddels geen idee hoe lang ik hier al zit maar het moeten al minstens dagen zijn. Ik heb al in geen uren licht gezien en die man is hier ook al lang niet meer geweest. Het enige wat er door mijn hoofd gaat is Aiden, mijn moeder, de jongens en Lydia, maar ook vragen. Wat bedoelde hij nou precies met pappie? Waarom is hier nog geen politie? Waarom is Aiden hier niet binnengestormd met dat stomme pistool van hem? Waarom ben ik hier?

Voor het eerst sinds tijden hoor ik vage geluiden. Ik doe niet meer de moeite om op te kijken. De kramp in mijn rug is ondragelijk geworden. Ik hou mijn ogen dicht en laat mijn hoofd hangen.                       'Dat je nog leeft.' zegt de harde stem  van de man weer. Ik doe geen moeite om mijn hoofd op te tillen of mijn ogen te openen. 'Reageer als ik je wat vraag!' zegt hij fel. Met moeite hef ik mijn hoofd en open mijn ogen. 'Ga je nou zielig doen?' lacht hij. Ik wil mijn mond openen om antwoord te geven maar het enige wat mijn mond verlaat is gehoest. 'Hou je bek.' sis ik met pijn in mijn keel. Ik geef geen antwoord en staar enkel naar de zwarte schim voor me. Hij komt met luide voetstappen op me aflopen en geeft een flesje water aan. Ik pak het enkel niet aan. 'Oh ja, sorry, je kan je handen natuurlijk niet aanpakken.' Aan zijn stem te horen grijnst hij en hij heeft moeite zijn lach ik te houden. Ik hoor dat hij de dop eraf draait en hij duwt het flesje tegen mijn mond. Automatisch begin ik gretig te drinken. Dit is enkel voor een paar slokken want daarna word het flesje abrupt weggetrokken. Ik verslik me en ik begin luid te hoesten.' 'Het duurt wel lang he? Voordat je pappie je komt halen bedoel ik.' Hij draait het flesje weer dicht en draait zich om. Hard valt de deur ik het slot en ik laat mijn hoofd weer hangen. Ik kuch nog wat na maar sluit mezelf volledig af in het donker.

Ongeveer een half uur gaat voorbij tot ik opnieuw geluiden hoor. Ik geef er geen reactie op. De deur vliegt weer open en de harde snelle voetstappen komen snel dichterbij. Er word hard aan mijn kettingen getrokken en ik schrik op. Ik wil een kreet laten horen vanwege de pijn die er door mij heen trekt maar het enige wat mijn mond verlaat zijn luide hoesten. 'Wat doe je?' fluister ik tussen het hoesten door. 'Bek dicht.' sist hij en meteen volgt een harde klap in mijn gezicht. Ik voel mijn wang gloeien en ik bijt mijn kaken op elkaar. 'Shit.' zegt hij. Hij laat de kettingen los en rent de deur uit. Ik hoor een paar luide kreten maar daarna volgt stilte. Enkele minuten in volledige stilte volgen. Ik hef mijn hoofd en kijk naar het gedeelte van de kamer waar de deur zit. 'Hallo?!' schreeuw ik. Het blijft stil. 'Hallo?!' weer hoor ik niets maar al de geluiden die ik kan horen worden overstemt door mijn gehoest.

Dan vliegt de deur open en doe ik mijn best om mijn gehoest in te houden. 'Hallo?' word er gevraagd door een onbekende stem. 'H-hier.' zeg ik snel. Zaklampen worden aangedaan en voor ik het weet schijnt er een straal van licht in mij gezicht. Ik knijp mijn ogen dicht en draai mijn hoofd weg. Snel komen er voetstappen op mij af en word mijn arm zacht vastpakt. Ik draai mijn hoofd om en kijk recht in het onbekende gezicht van een man. 'Je bent veilig.' zet hij enkel. Er valt een last van mijn schouders en hij draait zich om. 'Hier!' Al snel komen er twee andere mensen binnen en een daarvan heeft een ding in zijn handen. Beide knielen ze naast me neer en de kettingen worden vastgepakt. Na een paar handelingen worden mijn polsen bevrijd en verdwijnt het trekkende gevoel van mijn polsen. Ik voel een hand onder mijn knieholte en een hand op mijn rug. Ik word opgetild al snel overvalt het licht me.  Ik knijp mij ogen dicht en het duurt niet lang als de frisse lucht me overvalt. Ik knijp mijn ogen dicht door het felle licht maar haal diep adem. De frisse lucht stroomt mijn longen binnen en ik word neergezet op iets zacht. Ik open mijn ogen en kijk om me heen. Mensen in blauwe en witte pakken lopen over het terrein en we staan bij een verlaten loods midden in de middle of nowhere. Er word een hand door mijn haar gehaald en ik schrik op. Een vrouw met een vriendelijke glimlach kijkt me aan. 'Ik ga nu even checken en als er niks ernstigs aan de hand is word je naar huis gebracht.' zegt ze vriendelijk. Ik knik.

Een kwartier lang word ik gecheckt maar er blijkt niks ernstigs te zijn. Enkel wat blauwe plekken en diepe schaafwonden, verder niks. 'Dank u.' zeg ik zodra de bloeddrukmeter af word gedaan. 'Geen dank.' zegt ze en ze glimlacht vriendelijk. Ze slaat een deken om mijn schouders en helpt me overeind. Er komt een man voor me staan met een vriendelijke blik in zijn ogen. De vrouw en de man bespreken wat en draaien zich dan naar me om. 'Kom, dan breng ik je naar huis.' zegt de man met een glimlach. Hij legt een hand op mijn rug en neemt me mee naar de auto. Hij helpt me met instappen en stapt zelf in. Hij start de motor en rijd weg. De radio speelt zacht op de achtergrond en ik staar naar buiten. We rijden de snelweg op en ik sla de deken strakker om me heen. 

'Ben je oke?' vraagt hij. Ik kijk hem aan en hij kijkt me onderzoekend aan. 'Ja.' zeg ik snel. 'Het is normaal dat je niet oke bent. Het is alleen belangrijk dat je er over praat.' 'Ik heb een moeder, vrienden en een vriendje. Het komt allemaal wel goed.' zeg ik geruststellend.' Hij knikt. Hij rijd de snelweg af en meteen herken ik de bekende winkelstraat. 'Waar was ik? Hoe lang was ik weg?' 'Je was zes dagen weg. Iets buiten de stad in een oude loods die al jaren buiten gebruik is maar op naam staat van Meneer Read.' zegt hij. Ik knik. 'Hoe wisten jullie waar ik zat.' 'Onderzoek.' grinnikt hij. Ik lach en kijk naar buiten.                                                                               

We rijden mijn straat in en de auto komt tot stilstand. Ik stap uit en loop naar de deur. Achter me hoor ik de deur dichtslaan en in mijn ooghoeken zie ik de man achter me komen staan. Ik bel aan en binnen enkele seconden vliegt de deur open. Meteen word ik in haar armen getrokken en ik voel mezelf ontspannen

He wants me Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu