POV Brooke
'Waar gaan we heen?' Hij kijkt me aan via de achteruitkijkspiegel maar geeft geen antwoord. Ik kijk naar buiten. We rijden op een snelweg. Niet eentje die mij bekend voorkomt. Ik heb geen idee hoe lang we al in de auto zitten maar het voelt als een eeuwigheid. Ik bijt op mijn lip. De zenuwen zijn alleen maar toegenomen de afgelopen tijd.
De politie wist dat ik weg was. Ze wisten waar we zaten. Misschien zit er een zender in deze auto. Misschien worden we gevold. Misschien is deze Marc bekend en weten ze een schuilplaats van hem. Allerlei complot theorieën razen door mijn hoofd maar die worden verstoord door een geluid van de auto. 'Fack.' Hij slaat op het stuur. Hij maakt een scherpe bocht naar recht en rijd een oprit op. Ik kijk op een bord die voorbij raast. Tankstation.
Met een schok komt de auto tot stilstand. Hij stapt uit en loopt om de auto heen. Hij pakt een pomp en gooit de auto vol. Zijn ogen laten mij niet los. Ik staar voor me uit en scan de omgeving. Enkele vrachtwagens staan op het terrein maar verder niks. Ineens word de deur opengetrokken. 'Jij blijft hier. Als ik merk dat je weg bent vermoord ik je ter plekke. Ik. Bluf. Niet.' Hij gooit de deur weer dicht en beent met stevige stappen naar binnen. Ik maak mijn gordel los. Zodra hij binnen is kijkt hij door het glas naar de auto. Mijn hartslag neemt toe en mijn hand glijd naar de hendel van de deur. Ik gaat in de rij staan en de auto niet los. Tot hij aan de beurt is. Hij maakt zijn blik los van de auto en gaat in gesprek met de persoon achter de kassa.Ik open de deur en ren weg. Ik doe geen moeite om de deur te sluiten. Ik ren voorbij het gebouw van het tankstation. Achter het gebouw staat het terrein vol met vrachtwagens. In begin aan de Deurne te trekken. Een voor een. Op slot. Mijn benen rennen sneller dat in aan kan.
'Brooke! Ik weet dat je hier bent!' Mijn hartslag word nog hoger dan dat die al was en ik ren naar de volgende wagen. Weer op slot. De volgende. 'Brooke. Kom nou maar!' Open. Ik open de deur en klim in de cabine. Zacht sluit ik de deur achter me. Achter de stoelen ligt een matras. Ik kijk de cabine door en er is niemand. Ook niemand op het matras. Ik ga liggen. Achter een stoel en maak me zo klein mogelijk. Ik houd mijn adem in. Mijn hartslag daalt niet. 'Brooke!' De stem word harder. Een schot klinkt. Mijn adem die ik een beetje toe liet stokt. Ik maak geen kik.Minuten lang blijf ik zo zitten. Ik hoor niks meer. Geen geschreeuw van mijn naam en geen schoten.
Ineens word de deur opgedaan. Schrik bekruipt me. Iemand laat zich op de stoel zakken waar ik achter zit. Ik houd mijn adem in en maak me nog kleiner dan ik al ben. Hij zucht een keer en gooit eten en drinken naast me neer op het matras. Hij staat op en gaat naast me zitten. Zodra hij me ziet worden zijn ogen groot. Ik doe mijn vinger voor mijn mond als tegen dat hij stil moet zijn.
'Wie ben jij?' 'Heb je een man gezien. Hier bij de wagen. Hij loopt met een pistool en schreeuwt de hele tijd wat.' Alles zeg ik fluisterend. Hij schud nee. Mijn hartslag daalt iets. Ik ga rechter zitten en haal een keer diep adem. 'Wacht. Ik ken jou. Jij bent het meisje van het nieuws.' Vragend kijk ik hem aan. 'Wat bedoel je?' 'Jij bent ontvoerd. Iets met geld ofzo.' Ik knik. 'Alsjeblieft zeg niks. Hij mag niet weten dat ik hier ben.' Mijn stem is gevuld vol wanhoop. 'T-tuurlijk.' 'Dank u wel.' 'Zeg maar je. Ik ben Stefan.' Hij schenkt me een vriendelijke lach.' 'Ik ben Brooke.' Hij knikt. 'M- mag ik misschien je telefoon lenen?' Hij grijpt meteen naar zijn broekzak. Hij vist zijn telefoon eruit en geeft 'm aan mij. Ik tik het telefoonnummer van mijn moeder is. Het gaat maar één keer over.'Met Deborah.' 'Mam.' Ze haalt diep adem en ene snik verlaat haar mond. 'Meisje toch. Waar ben je ? Ik kom je meteen halen. Hoe gaat het met je? Heb je pijn? Het spijt me zo.' Ze ratelt maar achter elkaar door. 'Het gaat prima mam. Rustig. Ik heb geen idee waar ik ben. Ik ben de auto uitgerend en ben bij een tankstation. Ik ben een vrachtwagen in geklommen.' 'Lieverd toch. Wat zie je?' 'Een snelweg.'
Stefan zijn ogen zijn nog niet van me los gekomen. 'Waar zijn we?' fluister ik. 'South Gate.' 'Ik ben bij South Gate.' 'Lieverd. Houd deze telefoon bij je. Ik kom naar je toe. Ik zie je zo.' 'Dag mam.' 'Tot zo.' Ik hang op en geef zijn telefoon terug. 'Dank je wel.' 'Tuurlijk.' Hij pakt een blikje Red Bull en geeft het aan mij. 'Nee. Dat is voor jou. Ik weet niet hoe lang je nog moet rijden.' 'Het ziet ernaar uit dat jij dit harder nodig heb dan ik.' Ik grinnik en pak het blikje. Ik neem een slok. Meteen verdwijnt mijn droge keel. 'Waar moet je heen?' vraagt hij. 'LA. Jij?' 'Glendale. Ik kan wel langs LA rijden.' Mijn gezicht klaart op. 'Alleen als dat kan. De politie kan me ook komen halen.' 'Ik moet er toch langs. Het minste wat ik kan doen is je meenemen. Het is geen probleem.' 'Ik moet het even melden bij mijn moeder.' Hij lacht en geeft zijn telefoon weer terug.' Hij staat op en klimt achter het stuur. De motor klinkt terwijl ik het nummer in tik. Meteen word er weer opgenomen. 'Mam. Deze chauffeur moet naar LA ik rijd met hem mee. Ik zie je vanavond.' 'Als er wat is meteen laten weten als dat kan.' 'Dag mam.' Ik hang op. Ik sta op en ga naast hem zitten. Hij draait de snelweg weer op. Ik blik op het tankstation. De auto van de man staat nog precies waar het stond toen ik eruit ben geklommen. Boos zie ik hem heen en weer lopen, te schreeuwen in zijn telefoon. Een kleine lach komt op mijn gezicht en ik kijk terug naar voren.'Hoe lang is het rijden naar LA?' 'Ongeveer een uurtje. Het valt wel mee.' Ik knik klein. 'Waarom was je ontvoerd?' twijfelend kijkt hij me aan. 'Ze wilden geld en het schijnt dat mijn moeder dat had. Ik wist het niet.' Hij knik. 'Hebben ze je gewoon van de straat geplukt?' Ik haal diep adem. 'Ik kwam terug van vrienden en mijn moeder zei dat ik zelf eten moest halen omdat ze was opgeroepen voor een vergadering. Ik werd afgezet bij de winkel tot ik werd vastgegrepen. Het was een vriend van me. Ik dacht dat hij hulp nodig had. In de auto drukte hij een doek in mijn mond en het eerst volgende dat ik weet is dat is zat vastgeketend in een loods.' Alles komt er een beetje mompelend uit. 'Jezus.' Vol medelijden kijkt hij me aan. Ik knik. Ik maak mijn blik los en kijk weer naar voren. Hij drukt het gaspedaal harder in. Ik blik op de meter en zie dat we inmiddels 120 kilometer per uur rijden. 'Je mag maar 100.' zeg ik. 'Weet ik.' Ik grinnik.
De stilte die volgt word verstoord door de radio. Hij draait hem aan. Een lach ontstaat op mijn gezicht. 'Ik hou van de 80's!' Hij begint te lachen. Ik draai de volume knop harder. Zonder erbij na te denken schreeuw ik mee met het liedje.
And if this world runs out of lovers
We'll still have each other
Nothing's gonna stop us
Nothing's gonna stop us nowZodra het liedje is afgelopen draait hij het volume zachter. 'Waar kan ik je afzetten?' Vragend kijk ik hem aan. 'Je hoeft me nergens af te zetten. Ik loop wel.' 'Doe normaal. Op het nieuws kon je amper op je benen staan. Waar moet ik je afzetten?' 'I-ik weet niet hoe het heet.' 'Vertel maar hoe ik moet rijden.' Met een lach kijkt hij me aan. Ik knik. 'Dus vertel, links of rechts.' Ik kijk op. We rijden LA al binnen. 'R-rechts.' Hij knikt en drukt het gaspedaal in. 'Hoe snel heb je gereden.' Hij haalt zijn schouders op. 'Ik moest wel snel rijden. Ik zou ook dood gaan als ik mee maak als wat jou moeder en jij hebben meegemaakt.' Ik knik. 'Heb je kinderen?' Hij knikt. 'Twee. Een jongen en een meisje. Ik zou gek worden als ouder. Door draaien.' Ik knik. Ik kijk voor me uit. Het begint te schemeren. 'Hier naar links en dan is het aan de rechterkant.' Hij knik.
Hij draait de bocht om. Hij rijd de straat in. 'Stop. Hier is het.' Hij komt tot stilstand. Ik klik mijn gordel los en en kijk hem aan. 'Ik weet niet hoe ik je moet bedanken.' zucht ik. 'Dat hoeft niet. Ik kon het niet maken om je zo uit de wagen te zetten. Ik deed het graag.' Ik knik. 'Ontzettend bedankt.' 'Geen probleem. Ga snel naar binnen. Ze missen je vast.' Ik open de deur. Ik klim eruit. 'Nogmaals bedankt.' Hij lacht en ik gooi de deur dicht. Hij rijd weg. Ik kijk hem na. Voordat hij de straat uitrijd toeters hij. Ik grinnik en draai me om naar het gigantische huis aan het einde van de oprijlaan. Aiden zijn huis. Ik zucht en steek mijn handen in mijn zakken. Ik loop naar voren. Bij elke stap die ik zet gaat een een kleine steek van pijn door mijn lichaam.
Ik loop het trap voor de deur op. Ik haal een keer diep adem en hef mijn hand om op de bel te drukken. Mijn actie word verstoord. Achter mij komt een auto het grindpad oprijden en komt al snel tot stilstand. Ik hoor de deur opengaan. Voetstappen komen dichterbij. Langzaam draai ik me om. Mijn ogen haken meteen in de zijne. Hij komt tot stilstand en zijn adem stokt. 'Brooke?' fluister hij. Klein knik ik. Hij komt in beweging. Met grote passen komt hij op me aflopen. Zijn sterke armen worden om me heen geslagen en voor het eerst in een paar dagen voel ik me echt tot rust komen.
—————-
Song : Nothing's gonna stop us now by Starship
![](https://img.wattpad.com/cover/173017548-288-k340237.jpg)
JE LEEST
He wants me
RomanceBrooke White, een 17 jarige die samen met haar moeder verhuisd naar Los Angeles. Wat betekend dat ze ook naar een nieuwe school moet en nieuwe school betekend nieuwe kansen. Op school heeft ze al snel een niet echt soepele ontmoeting Aiden Hale, de...