Part sixty - one

11.3K 202 9
                                    

POV Brooke

Ik loop de school uit en de frisse lucht stroomt mijn longen binnen. Ik haal diep adem en kijk over het schoolterrein. ik doe mijn oortjes in en begin naar huis te lopen. Mijn moeder heeft me gebracht, Lydia is niet op school en de jongens heb ik het laatste uur niet gezien. Ik loop het schoolterrein af als iets me tegen houd. Ik hoor mijn naam en draai me om in de verwachting dat ik Aiden zie staan. Ik doe een oortje uit en draai me om maar zodra ik zie wie mij roept draai ik me snel weer terug om en loop door. 'Brooke wacht!' Ik doe het oortje terug in en zet de muziek extra hard. Vaag hoor ik hem roepen op de achtergrond maar ik probeer er geen aandacht aan te geven. Ik voel mijn hartslag stijgen en ik versnel mijn pas. Ik wil net de hoek om lopen maar dan word mijn pols vastgegrepen. Ik blijf staan maar draai me niet om. Ik staar voor me uit en mijn gejaagde ademhaling en versnelde hartslag is het enige wat ik hoor. De greep in mijn pols word losser en langzaam draai ik me om. Ik kijk in de ogen van Liam die vol spijt staan. Ik trek mijn pols los en doe mijn oortjes uit. Zijn borst gaat snel op en neer en hij heeft een gejaagde ademhaling.

'Luister alsjeblieft naar me.' vraagt hij zacht tussen het hijgen door. Gedachtes razen door mijn hoofd en hoe graag ik ook nee wil zeggen knik ik. Een kleine, onzekere glimlach komt op zijn gezicht en onzeker steekt hij zijn handen in zijn zakken. 'Mijn auto staat verderop.' zegt hij. Hij draait zich om en loopt met zijn handen in zijn zakken naar de zwarte auto die verderop geparkeerd staat. Hij haalt de sleutels uit zijn zak en opent de auto. Hij stapt achter het stuur en langzaam stap ik naast hem in. Ik klem mijn tas tegen mijn borst en doe de gordel om. Ik kijk over het parkeerterrein maar zie tot mijn verbazing Aiden zijn auto nog steeds staan. Liam start de motor en langzaam rijd hij het parkeerterrein af. Hij sluit aan achter de andere auto's en wacht totdat we de weg op kunnen rijden. Ik kijk ongemakkelijk uit het raam als mijn oog op iets bekends valt. Als een soort aantrekkingskracht vind zijn blik de mijne en meteen verdwijnt zijn glimlach van zijn gezicht. Ernstig kijkt Aiden me aan maar dan geeft Liam gas en word het oogcontact verstoord.

Ik haal een keer diep adem en kijk voor me uit. Even kijk ik naar Liam en zie dat hij stevig in zijn stuur knijpt. Hij houd zijn kaken stevig op elkaar en houd zijn ogen sterk op de weg gericht. Ik kijk weer terug naar de weg voor me als ik mijn telefoon voel trillen. Ik pak mijn telefoon uit mijn broekzak en Aiden zijn naam verschijnt op het scherm. Even bijt ik op mijn lip en twijfel of ik op moet nemen, maar met tegenzin druk ik hem weg. De adem die ik blijkbaar inhield stroomt mijn longen uit en ik wil mijn telefoon wegstoppen maar dan begint mijn telefoon opnieuw te trillen. Opnieuw verschijnt Aiden zijn naam op het scherm maar opnieuw druk ik hem weg. 'Je mag best opnemen, we weten allebei dat hij toch niet ophoud met bellen.' zegt Liam terwijl hij naar me kijkt. 'Nee, hij wacht maar even.' zeg ik terwijl ik mijn telefoon uitzet. Hij knikt en zet de auto stil. 'We zijn er.' mompelt hij. Hij zet de motor uit en stapt uit. Ik volg zijn voorbeeld en sla de deur achter me dicht. Ik sla mijn rugzak om mijn rug en volg hem. Hij loopt een paar meter voor me en toch hangt er een ongemakkelijke sfeer tussen ons. Ik kijk om me heen. We zijn in een park met voor ons een meertje wat aan een grasveld ligt. Er zijn enkele mensen hun hond uitlaten maar verder is er niemand.

Liam loopt het grasveld op en gaat op een bankje zitten aan het water. Ik ga naast hem zitten maar dan aan de andere kant van het bankje. Met zijn onderarmen leunt hij op zijn bovenbenen en hij staart voor zich uit. Ik haal diep adem en kijk naar het water voor me waar bijna geen stroming inzit. Hij haalt diep adem en kijk me dan aan. Zijn ogen staan moeilijk maar dan kijkt hij weer voor zich uit.                     'Ik weet hoe het eruit zag toen ik de kamer inliep. Geloof me dat weet ik. Maar je moet me geloven als ik zeg dat ik geen keus had.' zegt hij. Ik kijk naar hem maar hij negeert mijn oogcontact, hij blijft voor zich uitstaren. 'Ik weet wat ik heb gedaan. Ik had nooit die doek in je mond mogen doen maar het was dat of...' 'Of wat?' hij kijkt me aan en pijn staat in zijn ogen. Hij gaat recht zitten en haalt zijn telefoon uit zijn zak. Zonder me aan te kijken geeft hij zijn telefoon en ik pak het aan. 'Scroll maar.' mompelt hij. Ik scroll door zijn foto's en foto's van een vastgebonden meisje met een blauw oog en opgedroogd bloed op haar gezicht is te zien. 'Wie is dit?' fluister ik. 'Mijn zusje.' zegt hij. Mijn adem stokt. 'Hij beloofde me dat hij jou niks aan zou doen en dit was de enige manier dat ik haar kon redden.' zegt hij. Voor het eerst sinds we hier zitten kijkt hij me aan. 'Wie?' 'Die man. Hij zocht me op en liet me de foto's zien. Hij vertelde allemaal informatie over jou en hij verzekerde me dat hij jou niks aan zou doen. Het was jou of mijn zusje.' De wanhoop is duidelijk van zijn gezicht te lezen.                                          Ik haal diep adem en kijk even naar het water voor me. 'Brooke, zeg alsjeblieft wat.' Ik haal diep adem maar kijk hem niet aan. 'Ik snap waarom je het heb gedaan en ik ben niet boos op je. Nou eigenlijk wel maar het is een logische keuze die je heb gemaakt, ik had hetzelfde gedaan, echt, maar ik weet niet...''Ik snap het echt. Ik wilde gewoon dat je wist hoe het in elkaar zat.' zegt hij.

He wants me Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu