Hoofdstuk 50

586 11 11
                                    

Ik rijd door de snelweg heen met een snelheid van tweehonderd kilometer per uur

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ik rijd door de snelweg heen met een snelheid van tweehonderd kilometer per uur.

Ik neem mijn stuur heel hard vast en doe allebei de voorste ramen helemaal open. Ik heb lucht nodig. Ik heb adem nodig.

Maar het lukt niet. Ook al is er zoveel lucht, kan ik toch niet ademen.

Waarom?
Waarom lukt het me niet om te ademen als een normale mens.

Omdat je geen mens bent, roept mijn binnenstem woest naar me.

Inderdaad, vertel ik het, je hebt gelijk. Ik ben een wezen buiten de menselijke ras.

Ik kan echt niet meer ademen en rijd sneller om een tankstation dat verderop ligt, in te rijden.

Ik parkeer mijn auto voor de tankshop en stap buiten. Ik adem diep in, maar het lukt me weer niet.

Ik loop de shop binnen en vraag aan de blonde caissière waar de toilet ligt en ze wijst naar een deur.

Ik loop het binnen met grote stappen en loop direct naar de wasbak. Ik maak de kraan aan de koude kant open en was mijn gezicht.

De druppels verfrissen mijn hele gezicht, maar niet mijn binnenste. Mijn binnenste is aan het branden. Het brandt zo hevig dat ik nog nooit eerder iets gelijk dit gevoeld heb.

Ik zet de kraan uit en kijk mezelf aan via de vuile spiegel.

Monster, hoor ik weer mijn binnenstem fluisteren.

Ik kijk mezelf recht in mijn eigen ogen aan en bevestig mijn binnenstem.

Ik ben inderdaad een monster.

Hoe kreeg je het over je hart om haar zo achter te laten?

Ik kreeg het niet over mijn hart, want mijn hart klopt razend snel en het is de hele tijd aan het steken.

Telkens als ik Annebelle's stem in mijn hoofd hoor, voel ik mijn adem stoppen.

Telkens als ik Annebelle's smeekbeden hoor om me te overtuigen om niet weg te gaan, voel ik mijn hart steken.

Telkens als ik denk waar Annebelle is en met wie ze is, voel ik mijn ziel vervuild worden.

Ik wilde haar ziel voor een laatste keer aankijken door haar in haar hazel kleurige ogen aan te kijken, maar vond het niet. Ze wist het te verschuilen voor me.

Ik kijk de spiegel weer aan en zie een druppel langs mijn lip glijden. Ik denk aan de lippen van haar. Ik weet nog altijd de vorm en de dikte en de smaak.
Ze zijn niet zo groot, maar zacht als iets, ze zijn om op te vreten. Het doet je smeken naar ze.

Waarom liet je haar dan achter?

Grappig dat ik mijn eigen binnenstem niet kan antwoorden.

Zij hield van je! Zij was één van de enige wat van je hield.

Badboys badgirl 1 en 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu