Ik vervloek mezelf en doe mijn schoenen aan.
Ik trek mijn jas ook aan en haal mijn lange haren eruit.Ik ga naar de deur en net zoals de vorige keer schiet er een verlangen in me door om Stephen aan te kijken, maar weer houdt mijn verstand me tegen.
"Niet kijken, niet kijken", vertel ik mezelf en het lukt me. Ik ga de kamer uit en ga door de lange gang naar de uitgang om naar mijn auto te gaan.
Eenmaal buiten adem ik diep in en kijk de lucht in. Ik wrijf over mijn ogen om van mijn korte slaap te komen en kom dan in actie.
Ik wandel, terwijl ik nadenk.
Ik wandel, terwijl ik mezelf vervloek om in slaap te vallen bij Stephen.
Ik wandel, terwijl ik Stephen's heerlijke rozengeur nog op me heb.•••••••••••
"Waar heb je hem gebracht?" vraagt Isabelle, de volgende ochtend aan me.
"Ik heb hem afgezet bij zijn hotel en dan terug naar huis gereden", lieg ik.
God, wat lieg ik toch de laatste tijden veel tegen haar. Ik hoop alleen dat ze mijn leugens niet ontdekt, want anders zou het lang duren om het weer goed tussen ons te maken.
Ik neem de bestelling met me mee en ga het restaurant binnen. Ik loop naar het oude stelletje en geef hen hun bestellingen.
"Smakelijk", zeg ik met een glimlach en ik krijg van ze allebei een dank terug. Ze zien er zo gelukkig uit, zelfs op deze oudere leeftijd. Ik wens iedereen zo een gelukkige leven later. Een leven met hun geliefden.
"Ober", hoor ik iemand roepen. Ik kijk naar de personen die me roepen en ga met mijn tableau in mijn handen naar hen toe.
"Goedendag", begroet ik de vier jongens en het meisje. Ze begroeten me allemaal even enthousiast terug en een jongen kijkt me van top tot teen aan. Ik glimlach naar hem en hij glimlacht vriendelijk terug.
"Wat wenst u?" vraag ik, terwijl ik mijn plateau op de tafel leg en mijn notitieboekje tevoorschijn neem. Het meisje en een jongen waarvan ik denk dat hij haar vriendje is, maken hun bestellingen. Dan maken de andere twee jongens het en de jongen die me aankeek, maakt het als laatste.
Ik knik op wat ze willen en vraag of ze niks anders willen.
"Ik zou nog een dessert willen hebben", spreekt de jongen die me aankeek.
"Wat zou u dan gewild hebben?" vraag ik. Hij antwoordt niet en ik kijk op.
Hij knipoogt naar me en fluistert: "Jou." Ik lach luidop en schud mijn hoofd. Ik ga niet flirten met een jongen van waarschijnlijk achttien-zeventien jaar.
Ik ga lachend naar de keuken en maak samen met Isabelle en de chef de bestellingen klaar.
"Waarom riep Stephen jou? Heb je dat gevraagd?" vraagt Isabelle en zo krijg ik de vragen waarvoor ik bad dat ze niet kwamen.
Ik haal mijn schouders op en veeg het tableau af met een doekje.
"Want ik vind het best wel raar", zegt ze aan de ene kant de bestelling makend.
"Hij wilde jou en niemand anders, heel raar.""Ik weet het", fluister ik en begin de drinken klaar te maken.
"Maar misschien was dat omdat ik hier werk", verzin ik, maar zelfs ik begrijp de logica in mijn zin niet, laat staan Isabelle.
Ze kijkt op en fronst haar voorhoofd.
"Ik werk toch ook?" vraagt ze dan.Ik knik en probeer iets te verzinnen: "Misschien was het omdat hij me ook bij het etentje gezien heeft."
Ze denkt eventjes na en knikt dan kort. Ze gaat verder met haar taak en ik heb de drinken al klaar liggen, alleen doe ik er nog ijsblokjes in.
Na paar minuten is de bestelling af en ik zet alles op het ronde tableau.
Ik ga door de schuifdeuren en ga weer het restaurant binnen.
Ik ga naar het groepje en geef iedereen zijn of haar bestelling.
"Smakelijk", wens ik ze nog allemaal toe en de jongen die met me probeerde te flirten, knipoogt weer naar me. Ik doe mijn best om niet met mijn ogen te rollen en vertrek bij hen.
Ik ga naar de tafel waar het oude stelletje zat en zet hun lege borden en bekers op mijn tableau.
Ik ga naar de keuken en zet de lege borden in de vaatmachine.
"Is de chef door?" vraag ik.
Isabelle knikt. "Hij had een persoonlijke probleem, waardoor hij eerder mocht vertrekken."
Ik knik en vul verder de vaatmachine.
"Je weet toch dat ik het nog altijd raar vind met die gedronken jongen?"
Ik draai me naar haar om en vraag: "Hoezo?"
Ze haalt haar schouders op en stopt een druif in haar mond.
"Ik weet niet", kauwt ze op de druif, "het leek alsof hij je langer kende dan die paar dagen."
Ik draai me direct om en slik moeilijk. Ze heeft gelijk. Zoals altijd voelt ze weer dat er iets mis is, maar ze mag niks weten over Stephen, nu niet, nooit niet.
Ik heb haar wel over hem verteld, maar dat hij hier is en dat hij de jongen is waarvan ze kwijlde, zal ze niet mogen weten.
"Ik denk gewoon dat je er teveel aan prutst", zeg ik.
Ze zegt niks en ik draai me om. Ik zie dat ze met haar mond vol zit en daarom knikt. Ik glimlach lief naar haar en tik op haar wang.
Ze slikt haar hap door en begint te praten: "Ik moet vandaag twintig minuten eerder vertrekken, dat betekent dat jij het restaurant zal moeten sluiten, aangezien de chef er niet is."
Ik knik. "Geen probleem, hoor. Niets wat ik nog nooit gedaan heb."
Ze knikt en stopt weer vijf druiven in haar mond, waarna ze gaat kijken of nieuwe klanten zijn gekomen.
•••••••••••
"Ik vertrek", zegt Isabelle en kust me op mijn wang.
"Doe mijn groetjes aan je moeder", zeg ik, want ze gaat naar haar moeder.
Ze rolt haar ogen en zegt: "Zodat ze nóg meer van je houdt? Ik zweer, Annebelle, die vrouw houdt meer van jou dan ze van mij moet houden."
Ik giechel en steek mijn tong naar haar uit.
Ze zucht en vertrekt.Tegen mijn vertrektijd ga ik me omkleden. Ik controleer of alles proper is en sluit dan de lichten van de keuken.
Ik kijk naar het restaurant en zie alle stoelen mooi op de tafel zitten.
Ik wandel naar de uitgangsdeur met mijn sleutels in mijn handen. Ik doe de lichten dicht en ga naar de deur in het donker.
Ik knijp mijn ogen samen om beter te zien, maar mijn sleutels vallen uit mijn handen op de grond.
"Shit", vloek ik luidop en sla mezelf op mijn hoofd. Ik buk me en begin ze te zoeken. Ik wrijf met mijn hand over alle plaatsen waar het kan liggen.
Ik stop met zoeken door de stem die ik achter me hoor klinken.
"Hallo."
JE LEEST
Badboys badgirl 1 en 2
Romance"Weet je hoe graag ik naar je verlang terwijl mijn geur nog op je is?" Dat zijn de woorden die mijn hele lichaam in vuur steken, terwijl zijn ogen over mijn lichaam glijden. De duivel en de engel. Twee tegengestelde geesten. Toch is dat geen reden...