"Wat heb je gedaan?" hoor ik de zware stem vragen.
Ik hef mijn hoofd op en ontmoet de donkerste bruinachtige ogen. Ze proberen me aardig te kijken, maar ik zie dat woede alles overheerst in zijn irissen.
Hij komt naar me toe en ik hoor zijn zwarte, blinkende schoenen op de marmeren vloer. Hij strekt zijn hand naar me uit en ik kijk naar zijn hand.
Onze allereerste ontmoeting raast door mijn hoofd. Ik kwam het weeshuis uit en botste tegen hem op. Hij bood zijn hand waarna ik het nam, maar daarna liet hij me vallen.
Hij liet me altijd vallen: fysiek en mentaal.
Ik negeer zijn hulp en sta zelf op. Ik voel aan mijn wang en merk dat het brandt.
"Gaat het?" hoor ik de oude vrouw vragen. Ik kijk haar aan en antwoord niet.
Ik kijk naar Stephen en slik moeilijk. Zijn ogen schieten vuur en gelukkig is het niet naar mij bedoelt.
Hij wrijft over zijn nek en knijpt erin terwijl zijn kaken er zo scherp als mes uitzien.
"Wat heb je gedaan?" Hij neemt een dreigende stap naar de man die me sloeg, toe en staat nu oog in oog met hem.
"Antwoord!" Iedereen in deze gang schrikt op en de twee andere mannen gaan achteruit, zo meer plaats gevend.
"Kijk me aan en zeg het!" roept Stephen tegen de man.
De man maakt zijn lippen nat en wendt zijn ogen af.
"Ik-ik..." stamelt de man over zijn woorden.
"Jij wat?" vraagt Stephen boos, "jij wat?"
"Omdat ze me beet", gooit de man er moeilijk uit, "sloeg ik haar, maar ik-"
"Je sloeg haar?" Stephen neemt nu de keel van de jongen vast. Hij knijpt erin en ik zie de ogen van de jongen vergroten.
"Je sloeg haar?!" vraagt Stephen weer schreeuwend. De jongen doet alleen maar zijn ogen dicht waarschijnlijk omdat hij niet kan spreken.
"Jij sloeg haar," Stephen kijkt me even kort aan, "terwijl ik haar nog niet eens durf aan te kijken of aan te raken, omdat ik bang ben om haar pijn te doen. Ik, hoor je me, ik raak haar nog niet eens aan. Dan sla jij haar?"
De man kijkt weg.
God, wat zal het voor hem moeilijk moeten zijn om de ogen van Stephen aan te kijken."Wie ben jij om haar te slaan?" Hij schreeuwt en laat hem los. De man wrijft over zijn keel.
"Wie!?"De jongen kan niet antwoorden en probeert op adem te komen. Ik voel niks. Geen medelijden of geen schuldgevoel. Zijn straf, denk ik.
Stephen slaat hem recht op zijn neus en de man valt op de grond.
Ik zie dit als kans en ga naar de trappen om te vluchten.
Ik zet twee stappen en bij de derde word ik tegen gehouden.
JE LEEST
Badboys badgirl 1 en 2
Roman d'amour"Weet je hoe graag ik naar je verlang terwijl mijn geur nog op je is?" Dat zijn de woorden die mijn hele lichaam in vuur steken, terwijl zijn ogen over mijn lichaam glijden. De duivel en de engel. Twee tegengestelde geesten. Toch is dat geen reden...