Deel 2, hoofdstuk 24

402 10 5
                                    

Na het douchen en aantrekken van nieuwe kleren ga ik de logeerkamer, waar Marie me naartoe stuurde, uit en loop naar de kamer waar normaal Stephen zou moeten liggen

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Na het douchen en aantrekken van nieuwe kleren ga ik de logeerkamer, waar Marie me naartoe stuurde, uit en loop naar de kamer waar normaal Stephen zou moeten liggen.

Ik weet niet waarom ik dat doe, waarom ik naar hem ga. Ik wil zo graag hem negeren, hem niet zien, maar een deel van me, waarvan ik niet weet of het mijn verstand of hart is, vertelt me om naar hem te gaan. Hem te gaan troosten, want ik ben het hem schuldig.

De reden waarom hij daar ligt, ben ik.

Met onzekere, kleine passen bereik ik de deur. Ik neem de deurklink vast en buig het naar beneden, maar ik duw de deur niet helemaal open.

Waarom zou ik de kamer binnen moeten gaan?
Wat zou ik hem moeten vertellen?
Hoe moet ik hem aankijken?

Een kracht, waarvan er geen persoon is die het uitoefent, duwt me de kamer in.

Ik sluit de deur achter me en adem zeer diep in.

Ik probeer de twijfels die in me opkomen om de kamer weer te verlaten, weg te slikken.

Ga, vertel ik mezelf, ga en zoek de antwoorden van je vragen.

Met een hangende hoofd ga ik de kamer binnen.

"Bellatje..." hoor ik Stephen zeggen onmiddellijk wanneer hij me ziet. Mijn ogen slaan zich automatisch op hem.

Ze breken wanneer ze hem zo op het bed zien liggen. Zo krachteloos, zo in leed.

Het is jouw schuld, vertel ik mezelf. 

Ik lik mijn droge lippen en kijk hem verder aan.

Hoe deed ik het? Hoe kreeg het over mijn hart?
Ik ben toch niet zo harteloos?

Ik voel nochtans mijn hart kloppen in mijn borstkas, misschien niet op dezelfde manier zoals vroeger, maar het klopt nog.

Mijn ogen haken zich vast aan zijn handen. Hij heeft de mes waarmee ik hem stak vast. Ik blijf ernaar kijken en haat mijn daad meer.

"Gelukkig had je het niet scherpe broodmesje gekozen, anders was ik nu naar de Hel aan het gaan." Ik kijk naar zijn vermoeide, chocoladebruin ogen. Hij glimlacht warm naar me en ik kan hem niet begrijpen dat hij hiermee een grapje kan maken.

Ik zwijg weer, wachtend dat hij verder vertelt.

"Ook gelukkig dat ik op een illegale manier dokters kon regelen om me hier te opereren." Ik kijk hem geshockeerd aan. Waarom zou hij dat doen? Hoe was dat zelfs mogelijk?

Geld kan alles, herinner ik mezelf weer.

"Want wat moest ik dan tegen de dokters in het ziekenhuis vertellen? Dat jij me stak? Of dat ik mezelf stak?" Hij ademt diep in en legt de mes langs zich neer.

"De ene reden zou niet geloofwaardig zijn en de andere reden zou jou naar de gevangenis sturen."

Hij probeert rechtop te zitten met een opgetrokken gezicht, waarschijnlijk door pijn.

Badboys badgirl 1 en 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu