Ik kan niet in slaap vallen door een luide knal.
Ik sta op en het licht gaat aan waardoor ik met mijn ogen knipper om beter te kunnen zien.
Bij de deur staat een kwade Kane. Zijn ogen waarschuwen je om uit zijn buurt te blijven, want anders zal hij ontploffen.
Hij heeft de eerste drie knopen van zijn Polo t-shirt open en heeft een doos in zijn hand, maar daar schenk ik geen aandacht aan.
Ik zweer op mijn dood als blikken konden doden, was ik nu dood en was ik waarschijnlijk naar de Hel aan het gaan aangezien ik niet veel goed in het leven heb gedaan.
"Waar was jij?!" roept hij of nee vraagt hij. Ik kan geen vinger leggen op wat het is.
Hij loopt naar me toe en staat paar centimeters van me vandaan. Hij gooit woedend het doosje op het bed.
"Waar was je?!" vraagt hij weer schreeuwend.
Waarom antwoord ik zijn vraag niet?
Wat is mis met me?
Misschien ben je naar de racestraten geweest, Annebelle, denk ik."Ik was-" Hij kapt me af door te schreeuwen:
"Naar de racestraten?""Kane, ik-" Weer word ik afgekapt: "Weet je wel hoe bezorgd ik was? Ik was naar de winkel gegaan om jou een gsm te kopen en ik dacht dat je al thuis zou zijn."
Hij ademt weer diep in en gaat verder: "Maar toen ik thuis kwam, was er geen Annebelle te verkennen! Ik ben de hele stad afgegaan om jou te zoeken. Ik ben zelfs naar de racestraten geweest en daar vertelden ze me dat er inderdaad een nieuw meisje was en weet je wat nog erger was?"
Ik wil antwoorden, maar hij geeft mij geen kans.
"Ze zeiden dat je met een jongen vertrokken was en niet alleen dat, maar ook dat je hebt geracet." Hij kijkt me woest aan. Ik snap zijn woede, maar verwacht van hem om naar me te luisteren.
"Wat was je aan het denken, Annebelle?" vraagt hij de situatie niet begrijpend.
"Ik wilde gewoon weer het leven voelen, oké?" schreeuw ik en meteen heb ik er spijt van. Waarom zou ik schreeuwen tegen hem, vraag ik mezelf. Hij heeft me niks misdaan.
Maar ik ga toch door: "Ik heb twee jaar in dat weeshuis gezeten. Weet je hoe ik me voelde?"
Hij geeft geen antwoord. Hij kijkt me gewoon met lege ogen aan wachtend op het vervolg dat aan het komen is.
"Ik heb gedaan wat ik wilde. Ik voelde me goed.
En ik heb er geen spijt van", zeg ik eerlijk."Ik heb je broer belooft om je te beschermen."
Ik hoor pijn in Kane's stem en teleurstelling.Mijn ogen vullen zich met tranen, die ik moeilijk tegen kan houden.
"Ik weet het, Kane", zeg ik en ik strijk over zijn wang om hem gerust te stellen.
JE LEEST
Badboys badgirl 1 en 2
Roman d'amour"Weet je hoe graag ik naar je verlang terwijl mijn geur nog op je is?" Dat zijn de woorden die mijn hele lichaam in vuur steken, terwijl zijn ogen over mijn lichaam glijden. De duivel en de engel. Twee tegengestelde geesten. Toch is dat geen reden...